Operation Manual

17
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie pag-
ina 15). Zoek vervolgens
naar de aan/uit-schakelaar
op het onderstel van de
loopband bij het strooms-
noer. Druk de aan/uit-
schakelaar in de resetstand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt in-
gestoken en de aan/uitschakelaar in de resetstand
is gezet, gaat de demostand aan. Om de demo-
modus uit te schakelen, houd de Stop-knop [STOP]
enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFOR-
MATIE MODUS op pagina 23 om de demo-instelling
uit te schakelen wanneer de displays blijven bran-
den.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teken-
ing op pagina 16) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedien-
ingspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BE-
LANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de
sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedien-
ingspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt dient u de uitlijning van de loopband te
bestuderen en het midden van de loopband aan te
passen indien dit nodig is (zie pagina 27).
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
d
e linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleutel invoert, wordt de handmatige
modus geselecteerd. Als u een vooraf ingestelde
oefening hebt gekozen, trek dan de sleutel uit en
steek het opnieuw weer in.
3. Voer uw gewicht desgewenst in.
Voor de meest accurate calorietelling dient u uw
gewicht in het bedieningspaneel in te voeren door
herhaaldelijk te drukken op de toetsen Gewicht
[WT.] verhogen of verlagen. Opmerking: nadat u
uw gewicht heeft ingevoerd, wordt deze in het
geheugen opgeslagen.
4. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets
Start, de toets Snelheid [SPEED] Verhogen, of op
een van de acht snelheidtoetsen met nummers 1-
18.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Steeds als
u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsin-
stelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 Km/u. Opmerking: na het drukken op de
toets kan het even duren voordat de loopband de
geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde
Sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband
gradueel aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Resetten