Operation Manual

21
2. Aanpassen van doseringen
Als de doseringen vermeerderd of verminderd dienen te worden, zorg er
dan voor dat de verhoudingen van het originele recept worden gehand-
haafd. De onderstaande basisregels voor het aanpassen van de doseringen
van de ingrediënten dienen gevolgd te worden om een perfect resultaat te
verkrijgen:
Vloeistoffen/bloem: Het deeg dient zacht (maar niet te zacht) en gemak-
kelijk kneedbaar te zijn zonder dat het draderig wordt. Het moet met licht
kneden tot een bal gevormd kunnen worden. Dit is niet het geval met
zwaar deeg, zoals volkoren rogge of meergranenbrood. Controleer het
deeg vijf minuten na de eerste keer kneden. Als het te vochtig is, voeg
dan wat bloem toe, totdat het deeg de juiste consistentie heeft. Als het
deeg te droog is, voeg dan een eetlepel water per keer toe tijdens het
kneden.
Vervangen van vloeistoffen: Wanneer in een recept ingrediënten worden
gebruikt die vloeistoffen bevatten (bijv. wrongel, yoghurt, enz.), dan dient
de vereiste hoeveelheid vloeistof gereduceerd te worden. Wanneer
eieren worden gebruikt, klop ze dan eerst in de maatbeker en vul ze tot
de beoogde hoeveelheid aan met de andere vereiste vloeistoffen.
Als u op een hooggelegen plaats woont (meer dan 750 m boven de zee-
spiegel) rijst het deeg sneller. De gist kan in dit geval gereduceerd worden
met ¼ tot ½ theelepel, om het rijzen proportioneel te verminderen. Dit geldt
ook voor plaatsen met bijzonder zacht water.
3. Toevoegen en afmeten van ingrediënten en hoeveelheden
Voeg altijd eerst de vloeistoffen toe en als laatste de gist.
Voorkom contact tussen de gist en de vloeistof, om te voorkomen dat de
gist te snel werkt (in het bijzonder bij gebruik van de timerfunctie).
Gebruik bij het afmeten dezelfde meeteenheden, d.w.z. gebruik wanneer
de recepten hoeveelheden vereisen in eet- of theelepels, of de bij de
broodmachine geleverde maatlepel, of lepels die u thuis gebruikt.
De hoeveelheden die aangegeven zijn in grammen, dienen exact te
worden afgewogen.
Gebruik voor de hoeveelheden die aangegeven zijn in milliliter de mee-
geleverde maatbeker, die voorzien is van een maatverdeling van 50 tot
250 ml.
De afkortingen in de recepten hebben de volgende betekenis:
el = afgestreken eetlepel (of grote maatlepel).
tl = afgestreken theelepel (of kleine maatlepel).
g = gram.
ml = milliliter.
Zakje = 7 g droge gist voor 500 g bloem – komt overeen met 20 g verse
gist.
4. Recepten voor de broodmachine
De volgende recepten zijn voor brood van verschillende afmetingen. In som-
mige programma’s wordt een onderscheid gemaakt in gewicht.
LET OP:
Pas de recepten aan voor het juiste gewicht.
Zorg ervoor dat het gewicht van de ingrediënten de 700 g op niveau
1 of 1000 g op niveau 2 niet overschrijdt.
5. Gewicht en volume van het brood
In onderstaande recepten treft u exacte aanwijzingen aan over het brood-
gewicht. U zult zien dat het gewicht van puur witbrood minder is dan dat
van volkorenbrood. Dit is afhankelijk van het feit dat witte bloem meer rijst
en er daarom beperkingen toegepast dienen te worden.
Ongeacht de exacte gewichtsindicaties, kunnen zich geringe verschillen
voordoen. Het feitelijke gewicht van het broodgewicht is sterk afhankelijk
van de vochtigheid van de ruimte ten tijde van de bereiding.
Alle soorten brood met een substantieel deel aan tarwe, bereiken bij
een hoger gewicht een groot volume en rijzen boven het bakblik uit na
de laatste keer rijzen, maar ze zullen niet overstromen. Het deel van het
brood dat zich buiten het bakblik bevindt bruint gemakkelijker vergeleken
met het brood in het bakblik.
6. Bakresultaten
Het bakresultaat is afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse (zacht
water – hoge vochtigheid – grote hoogte – consistentie van de ingredi-
enten, enz.). Daarom zijn de aanwijzingen in de recepten indicaties, die
aangepast kunnen worden. Als één of ander recept niet gelijk de eerste
keer lukt, laat u dan niet ontmoedigen. Probeer uit te vinden wat de
oorzaak is en probeer het opnieuw door de verhoudingen te variëren.
Als het brood na het bakken te bleek is, kunt u het nabruinen met het
BACKEN programma.
Klassieke broodrecepten
Klassiek witbrood
Ingrediënten
Water of melk 300 ml
Margarine/boter 1 ½ el
Zout 1 tl
Suiker 1 el
Bloem type 550 540 g
Droge gist 1 zakje
Programma “BASIC”
Noten - & rozijnenbrood
Ingrediënten
Water of melk 350 ml
Margarine/boter el
Zout 1 tl
Suiker 2 el
Bloem type 405 540 g
Droge gist 1 zakje
Rozijnen 85 g
Gemalen walnoten 3 el
Programma “BASIC”
Volkorenbrood
Ingrediënten
Water 300 ml
Margarine/boter 1 ½ el
Ei 1
Zout 1 tl
Suiker 2 tl
Bloem type 1050 360 g
Volkorenbloem 180 g
Droge gist 1 zakje
Programma “VOLLKORN”
Bij gebruik van de timerfunctie om het programma uit te stellen, kunt u wat
meer water toevoegen in plaats van eieren.
Karnemelkbrood
Ingrediënten
Karnemelk 300 ml
Margarine/boter 1½ el
Zout 1 tl
Suiker 2 el
Bloem type 1050 540 g
Droge gist 1 zakje
Programma “BASIC”
Uienbrood
Ingrediënten
Water 250 ml
Margarine/boter 1 el
Zout 1 tl
Suiker 2 el