Operation Manual
25
NOODNUMMER:
Elke handset kan zodanig geprogrammeerd worden dat, welke toets dan ook
ingedrukt wordt, alleen een door u voorgeprogrammeerd nummer wordt geko-
zen. Dit nummer kan het alarmnummer 112 zijn of het nummer waar u op dat
moment bereikbaar bent.
Functie inschakelen / nummer programmeren:
1. druk op toets R/MENU, het display geeft “FUNCTIES”
2. druk op toets OK en gebruik de toetsen of om de functie “NOOD-
NUMMER” te selecteren
3. druk op toets OK en gebruik de toetsen of om deze functie aan te zetten
(“AAN” in het display)
4. druk op toets OK, het display vraagt “NUMMER?”
(indien reeds een nummer geprogrammeerd was, dan verschijnt dat nu in het
display, gebruik toets C om dit nummer desgewenst te wissen)
5. voer via het toetsenbord het (nood)nummer in en druk op toets OK
6. druk 2x op toets C om terug te keren naar de ruststand
Gebruiken:
Een ingeschakelde noodnummer-functie wordt weergegeven door het knippe-
rend woordje “NOODNUMMER” in het display.
Het geprogrammeerde noodoproep wordt gekozen bij het indrukken van welke
toets dan ook, uitgezonderd de toets R/MENU.
Functie uitschakelen:
1. druk achtereenvolgens op de toetsen R/MENU / OK / / OK om de functie
uit te schakelen.
Opmerkingen:
- Let op het toevoegen van een -0- indien u belt via een huis- of kantoor
centrale.
- Inkomende oproepen kunnen normaal aangenomen worden.
- Indien u meerdere handsets aan de basis heeft aangemeld, dan dient elke
handset apart geprogrammeerd te worden. (indien zo gewenst)
PAGING (HANDSET OPROEPEN / HANDSET ZOEKFUNCTIE):
Druk op de basis kort op toets
om alle aangemelde handsets op te roepen.
Op het display van elke aangemelde handset knippert het woord “BS OPROEP”
en gedurende maximaal 30 seconden klinkt een geluidssignaal. Druk op een wil-
lekeurige toets om dit geluidssignaal uit te zetten. (per handset uitschakelen)