Owner's Manual

6
2. Maak terwijl de tweede persoon de achterkant van
het Onderstel (1) wat optilt de Achterste Stabilisator
(9) aan het Onderstel vast met twee M10 x 75mm
Draagbouten (34) en twee M10 Nylon Klemmoeren
(33).
33
1
2
34
9
33
3. Sluit de Bovenste Draad (44) aan op de Draad van
de Snelheidssensor (53) terwijl de tweede persoon
de Staander (2) bij het Onderstel (1) vasthoudt.
Sluit vervolgens de Weerstandskabel (45) op de vol-
gende wijze aan op de Onderste Weerstandskabel
(65):
• Bekijk tekening A. Trek het metalen verbindings-
stuk omhoog en steek het uiteinde van de
Weerstandskabel (45) in de kabelklip van de
Onderste Weerstandskabel (65) zoals aangegeven.
• Bekijk tekening B. Trek
stevig aan de
Weerstandskabel (45) en schuif die in het metalen
verbindingsstuk van de Onderste Weerstandskabel
(65) zoals aangegeven.
• Bekijk tekening C. Knijp met behulp van de knijp-
tang de tanden aan het bovenste uiteinde van het
metalen tussenstuk dicht.
Schuif de Staander (2) op het Onderstel (1). Zorg
ervoor dat de draden of kabels niet bekneld
raken. Maak de Staander vast met twee M10 x
74mm Bouten met Ronde Kopen (67), twee M10
Nylon Klemmoeren (33) en twee M10 Veerringen
(59). Draai de Bouten nog niet te vast aan.
65
65
45
Verbin-
dingsstuk
45
B
A
C
65
45
4
42
44
45
Draad van het
Bedienings-
paneel
42
63
23
2
4. Sluit de Bovenste Draad (44) aan de Draad van het
Bedieningspaneel (23). Maak vervolgens het
Bedieningspaneel aan de Staander (2) vast met vier
M4 x 12mm Schroeven (42).
Druk de Weerstandsknop (63) op de Controlepin van
de Weerstand (45).
65
44
45
67
33
59
59
53
2
1
Zorg ervoor dat
de draden of
kabels niet
bekneld raken.
3