Owner's Manual
15
Tijdens uw oefensessie zal het bedieningspaneel
regelmatig uw hartslag met de doelhartslag voor
h
et huidige segment vergelijken. Als uw hartslag te
ver onder of boven de doelhartslag ligt, dan zal de
w
eerstand van de pedalen automatisch verhogen
of verlagen om uw hartslag dichter bij uw doelhart-
slag te brengen.
U zult ook een
waarschuwing krij-
gen om een vast
ritme aan te
houden. Als er
een opwaarts pijlt-
je op de display
verschijnt, moet u uw ritme verhogen. Als er een
neerwaarts pijltje op de display verschijnt, moet u
uw ritme verlagen. Als er geen pijltjes op de dis-
play verschijnen, moet u uw ritme aanhouden.
Houdt uw huidig tempo aan wanneer de middelste
indicator begint te flikkeren.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u op een aange-
naam tempo oefent. Opmerking: U kunt de weer-
standinstellingen handmatig bijstellen; als u de
weerstand echter bijstelt, dan zult u de doelhart-
slag waarschijnlijk niet kunnen aanhouden. Als het
bedieningspaneel uw hartslag met de doelhartslag
vergelijkt, dan kan de weerstand van de pedalen
automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag
d
ichter bij de doelhartslag te brengen.
H
et programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om het programma te stop-
pen, moet u gewoon stoppen met lopen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om het programma opnieuw
te starten, moet u gewoon opnieuw beginnen te
trappen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 11.
7.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 12.
8.
De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 12.
9.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 12.