User manual

Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit
raakt (door onjuist gebruik van het apparaat
of vanwege defecte onderdelen), is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat die
indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de
oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd
vanwege onjuist gebruik van het apparaat,
hoeft u nadat de oven is afgekoeld alleen de
fout te verhelpen. Is de thermostaat daaren-
tegen geactiveerd vanwege een defect on-
derdeel, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die
het voorpaneel, de knoppen en de hand-
greep van de ovendeur koel houdt. De koel-
ventilator start automatisch zodra de oven
wordt ingeschakeld.
De warme lucht wordt door de opening naast
de ovendeurgreep weggeblazen.
De koelventilator wordt uitgeschakeld, als de
functieknop in de " 0 "-stand wordt gezet.
Voor het eerste gebruik
Waarschuwing! Verwijder al het
verpakkingsmateriaal binnen en
buiten, voordat u de oven in gebruik
neemt.
Voordat u de oven in gebruik neemt, moet de
oven leeg opgewarmd worden.
Gedurende deze tijd kan er een onaange-
naam luchtje ontstaan. Dit is helemaal nor-
maal Het wordt veroorzaakt door fabricage-
resten.
Zorg ervoor dat de keuken goed geventileerd
is.
1. Draai de functieknop naar Conventioneel
(Boven- en onderwarmte)
2. Draai de temperatuurknop naar 250 °C.
3. Open een raam voor de ventilatie.
4. Laat de oven nu ongeveer 45 minuten
leeg werken.
Herhaal de procedure voor de grill
voor
ongeveer 5-10 minuten.
Nadat u deze handeling heeft verricht, laat u
de oven afkoelen. Maak de ovenruimte ver-
volgens schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Maak voordat u de oven voor het eerst ge-
bruikt, ook alle accessoires zorgvuldig
schoon.
Pak om de deur te openen altijd de hand-
greep in het midden vast tot de deur hele-
maal open is.
Bediening
Gebruik van de oven
Belangrijk! Bedek de bodem van de oven
nooit met aluminiumfolie en plaats geen
bakplaten etc. op de bodem van de oven,
anders kan het emaille van de oven door de
opgebouwde hitte beschadigd raken. Zet
(hittebestendige) pannen en aluminium
bakplaten altijd op het rooster dat in de rails
is geschoven. Wanneer gerechten verhit
worden, ontstaat er stoom, net als in een
pan. Wanneer de stoom in aanraking komt
met de glazen deur van de oven, wordt er
condens gevormd en ontstaan er
waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten
voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de water-
druppels weg te vegen.
progress 5