User manual

12
NL
elkaar of zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daardoor in levensgevaar komen.
Afvalverwerking
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg ervoor dat het koelcircuit niet
beschadigd wordt.
Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
INSTALLATIE
PLAATSING
De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke vloer een houten blok-
je of dergelijke gebruiken.
In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het energieverbruik van het toestel. Daarom:
Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een radiator of vuurhaard.
Stel het toestel op een plaats waar de omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse beantwoordt, waarvoor het toestel ont-
worpen is.
klimaatklasse omgevingstemperatuur
SN vanaf +10 t/m +32°C
N vanaf +16 t/m +32°C
ST vanaf +18 t/m +38°C
T vanaf +18 t/m +43°C
Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is getransporteerd, na
plaatsing in horizontale positie 12 uur wachten voor het aanschakelen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz. De zekering moet tenminste 10A zijn.
dieses Gerät entspricht den folgenden EG-Richtlinien:
- 73/23/EWG vom 19. 02. 1973 - Niederspannungsrichtlinie
- 89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie.
Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich.
Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155-Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch und Lagerzeit bei Störung.
DE VRIEZER AANZETTEN
Sluit de op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant van de vriezer, dan sluit de machine op bovenvermelde wijze aan op elek-
triciteit. De elektronische onderdelen binnenin staan dan onder stroom.
Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks voelbare vibratie en
geluid begint de koelcompressor te werken.
Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is bereikt voor de bevroren
goederen. (zie ook: temperatuurregelaar en lampjes)
GEBRUIKSAANWIJZING
TEMPERATUURREGELING
De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en konstant gehouden door middel van de ther-
mostaat. Door de thermostaatknop naar te draaien, wordt de temperatuur in de vriezer
kouder, en door de knop naar te draaien,
wordt de temperatuur warmer. De korrekte instelling kunt u vinden door de temperatuur van de bovenste
verpakking in het midden van de vriezer te meten. Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C.
OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL
Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht voorkomen wordt.
Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten van het deksel wordt
de lucht onmiddellijk weer afgekoeld.