User manual

Als u een oud apparaat wegdoet met een slot
of een vergrendeling op de deur gemon-
teerd, zorg er dan voor dat deze uitgescha-
keld is om te voorkomen dat kleine kinderen
zich opsluiten in het apparaat als ze ermee
spelen.
Aangezien oude koelkasten CFK's kunnen
bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag,
dient u contact op te nemen met uw plaat-
selijke afvalverwerkingsdienst voor informatie
over de juiste manier van afdanking van oude
koelkasten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (waaronder begrepen kinde-
ren) met verminderde fysieke, zintuiglijke ver-
mogens of een gebrek aan ervaring en ken-
nis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een
voor hun veiligheid verantwoordelijke per-
soon of tenzij zij van een dergelijke persoon
instructie hebben ontvangen over het ge-
bruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen
dat ze met of in de buurt van het apparaat
spelen.
Koelgas
Het koelgas in het koelcircuit van dit apparaat
is isobuteen (R600a); dit veroorzaakt weinig
vervuiling, maar is wel ontvlambaar.
Let op! Wees zeer voorzichtig wanneer
u het apparaat verplaatst.
Waarschuwing! Wees zeer voorzichtig
bij het transporteren en installeren van
het apparaat om letsel te voorkomen.
Let erop dat u geen enkel onderdeel van
het koelsysteem beschadigt.
Gebruik geen scherpe of puntige voorwer-
pen zoals messen om ijs te verwijderen tij-
dens het ontdooien.
Gebruik geen mechanische of andere mid-
delen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant wor-
den aanbevolen.
Als het apparaat in een ruimte met vloerbe-
dekking wordt geïnstalleerd, zorg er dan voor
dat het tapijt de ventilatiegaten in de onder-
kant van het apparaat niet blokkeert, en stel
de pootjes na een paar uur bij om eventuele
beweging van het tapijt te compenseren.
Houd de ventilatieopeningen in de behuizing
van het apparaat of in het inbouwmeubel vrij
van blokkeringen.
Bediening
Thermostaatinstelling
U kunt de binnentemperatuur instellen door
de thermostaatknop op de behuizing van de
thermostaat op de gewenste instelling te
draaien (1 - 6).
De normale aanbevolen instelling is 3 of 4.
Belangrijk! De kamertemperatuur moet
voor een correcte werking tussen de 16 ºC
en 32 ºC liggen.
Instelling van de thermostaat
Instelling 0 schakelt het apparaat UIT, maar
koppelt het niet los van de netvoeding; hier-
voor moet u de stekker uit het stopcontact
trekken.
Om de binnentemperatuur te regelen zet u
de thermostaatknop op de gewenste stand.
De thermostaatknop zit aan de zijkant van de
thermostaatbehuizing.
De temperatuurknop heeft zes instellingen:
0,1,2,3,4,5,6, waarbij 1 de warmste en 6 de
koudste instelling is. 0 is de UIT-stand.
Zet de temperatuurknop op de instelling 3 of
4 om een temperatuur van –18 ºC in het
vriesvak te behouden.
Belangrijk! Als de stekker van het apparaat
uit het stopcontact is getrokken, als de
stroom is uitgevallen of uitgeschakeld, dient
u 10 minuten te wachten voordat u het
apparaat weer inschakelt.
Als u het apparaat eerder probeert in te scha-
kelen, start het mogelijk niet.
3