Operation Manual

21
OPMERKING
Teken een diagram als het bovenstaande - met waarden voor (I1, F2) en (I2, F2) - om de
gamma/ L naar wens te kunnen instellen!
Onderste/bovenste zijband:
Via deze manieren van verwerking kunt u een doseerpomp via het stroomsignaal
aansturen zoals dat in de diagrammen hieronder te zien is.
U kunt echter ook twee doseerpompen voor verschillende mediums via één stroomsig-
naal aansturen (bv. een zuurpomp en een loogpomp met behulp van het signaal van
een pH-sensor). De pompen moeten voor dit doel elektrisch in serie geschakeld zijn (zie
voor het bedradingsschema § 6.3).
onderste zijband bovenste zijband
bv. loogpomp bv. zuurpomp
Fig. 21 Fig. 22
Onderste zijband
Op het LCD verschijnt het symbool . Onder I1 werkt de gamma/ L met F1 - boven I2
stopt de gamma/ L. Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2 proportioneel
tot de signaalstroom.
Bovenste zijband
Op het LCD verschijnt het symbool . Onder I1 stopt de gamma/ L - boven
I2 werkt de gamma/ L met F2. Tussen I1 en I2 is de slagfrequentie tussen F1 en F2
proportioneel tot de signaalstroom.
Boven I2 gaat de gamma/ L met F2 verder.
Het kleinste verwerkte verschil tussen I1 en I2 is 4 mA.
7.4.3 Instellingen in de werkwijze “Contact” (CNTCT-menu)
Behalve de in § 7.5 nader beschreven instelmenu’s is in de werkwijze “Contact” in
SET-menu ook nog het CNTCT-menu beschikbaar.
De werkwijze “Contact” biedt de mogelijkheid om de pomp telkens een enkele slag of
een serie slagen te laten maken.
De slagen kunt u door een impuls via de bus “Externe Aansturing” activeren.
Deze werkwijze is bedoeld om de binnengekomen pulsen met een verkleining (breuken)
of een kleine vergroting in slagen om te zetten.
Foutverwerking
In menu "ER" (Error) kunt u voor de verwerkingsmanier "Curve" een foutverwerking activeren.
Voor stroomsignalen onder 3,8 mA verschijnt een foutmelding en de gamma/L stopt.