Operation Manual

35
Fig. 28
Aanwijzing
Na 24 bedrijfsuren moet het aantrekkoppel van de schroeven gecontroleerd
worden!
Bij polypropyleen doseerkoppen moeten de aantrekkoppels bovendien na 3
maanden gecontroleerd worden!
Aantrekkoppels voor de schroeven
Doseerkop 70 mm: 2,5 tot 3 Nm
Doseerkop 90 mm en 100 mm: 4,5 tot 5 Nm
1 schroef
2 doseerkop
3 membraan
4 kopschijf
5 veiligheids-
membraan
Let op
6 pomphuis
De lekdetectie boring moet bij montage van de pomp naar beneden gericht zijn. De
kopschijf (4) dient daarom op de juiste manier op het pomphuis (6) gemonteerd te
worden! De kopschijf (4) niet meer verdraaien op het pomphuis (6) daardoor kan
het veiligheidsmembraan (5) vervormen.
Het membraan (3) in de kopschijf (4) leggen, de kopschijf (4) vasthouden en het
membraan (3) met de klok mee vast draaien tot deze vast zit (weerstand van de
veer van de magneet is duidelijk voelbaar).
Het membraan (3) daarbij niet te ver door draaien! (in het bijzonder bij type 1601!).
De kopschijf (4) mag tijdens montage van het membraan (3) niet verdraaien, anders
kan het veiligheidsmembraan (5) vervormen.
De doseerkop (2) met de 4 bevestigingsschroeven (1) op het membraan (3) en de
kopschijf (4) monteren (de zuigaansluiting moet bij montage van de pomp naar
beneden gericht zijn!).
De schroeven (1) licht aandraaien en daarna kruislings aantrekken (voor
aandraaimoment zie onder).
Let op
1
2
3
4
5
6
Bij de typen grof/fi jnbeluchting: laat de afdekking van de pompeenheid in de
doseerkop klikken, druk daarna de grof/fi jnbeluchting (kruisgreep) in de doseerkop