Operation Manual

Handleiding SCOOT7
17
7. OPLOSSEN VAN STORINGEN
Hoewel de SCOOT7 zo betrouwbaar mogelijk ontworpen is, kan het toch voorkomen dat er
storingen optreden. Met de informatie in dit hoofdstuk kunt u een aantal storingen zelf
oplossen. Uiteraard kunt u ook altijd contact opnemen met uw leverancier.
De SCOOT7 rijdt niet
Aanwijzing Mogelijke oplossingen
Het controlelampje
brandt niet
1. Zit de sleutel in het contact en is deze aangeschakeld?
1. De acculader is nog aangesloten op de SCOOT7, verwijder deze.
2. Het accupack is niet goed geplaatst, controleer de plaatsing van het
accupack.
3. Het accupack is kapot, neem contact op met uw leverancier om het
accupack te laten repareren.
4. De besturing is kapot, neem contact op met uw leverancier om de
SCOOT7 te laten repareren.
Het controlelampje
knippert.
1. Bepaal met behulp van hoofdstuk 7.1 het probleem.
Het controlelampje
brandt normaal.
1. De vrijloop schakelaar is ingeschakeld (het lampje brandt), zet de
schakelaar uit en probeer de SCOOT7 opnieuw in te schakelen.
2. De motorkabel is beschadigd, neem contact op met uw leverancier.
3. De besturing is kapot
Het bereik is te kort
Aanwijzing Mogelijke oplossingen
Het accupack is niet
goed opgeladen.
Ontlaad eerst het accupack, sluit de acculader aan en laat deze
minimaal een nacht laden.
Het accupack is
versleten.
Accu's slijten langzaam, na ca. 2 jaar intensief gebruik moeten de accu's
vervangen worden. Neem contact op met uw leverancier.
De vrijloop van de
motor functioneert
niet.
Neem contact op met uw leverancier om dit probleem te verhelpen.