Operation Manual

38
7.3 Gereedschapopname in de boor-
spindel
Om de machine lichter en korter te maken, kun-
nen bits direct in de binnenzeskantopname van de
boorspindel [4-2] geplaatst worden.
8 Gebruik
Druk op de IN/UIT-schakelaar [1-2] om de machine
in te schakelen.
Afhankelijk van de druk op de IN/UIT-schakelaar
is het toerental traploos regelbaar.
Voor het uitschakelen laat u de IN/UIT-schakelaar
[1-2] los.
Na het loslaten van de IN/UIT-schakelaar remt de
hoofdspil (boorhouder) af, zodat wordt voorkomen
dat het gereedschap naloopt.
Bit-opslag
In de bit-opslag kunnen de bits en de bit-houders
bewaard worden. Dankzij de magneethouder kan
de machine voor schroeven en gelijkaardige voor-
werpen gebruikt worden.
Klem voor bevestiging van de banden [1-7; rechts/
links] maakt een kortstondige bevestiging van het
apparaat aan de werkkleding mogelijk.
Akoestische waarschuwingssignalen
Bij de volgende bedrijfstoestanden klinken waar-
schuwingssignalen en wordt de machine uitgescha-
keld:
peep
- Accu leeg of machine over-
belast
Vervang het accupack.
Belast de machine minder.
peep peep
- Machine is oververhit
Na afkoeling kunt u de ma-
chine weer in bedrijf nemen.
peep peep peep
- Li-ion-accupack is oververhit
of defect.
Controleer de werking bij
een afgekoeld accupack met
het oplaadapparaat.
9 Onderhoud en verzorging
Neem de volgende aanwijzingen voor de verzor-
ging en het onderhoud in acht
- Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen van het
elektrisch gereedschap en het oplaadapparaat
schoon blijven, zodat de koeling gegarandeerd
is.
- Zorg ervoor dat de aansluitcontacten van het
elektrisch gereedschap, oplaadapparaat en accu-
pack schoon blijven.
Aanwijzingen voor accupacks
- Bewaar de accupacks bij voorkeur op een droge
en koele plaats bij een temperatuur van 5 °C
tot 25 °C.
- Bescherm de accupacks zowel tegen vocht en
water als tegen hitte.
- Een substantieel kortere bedrijfsduur per lading
geeft aan dat het accupack verbruikt is en ver-
vangen dient te worden.
- Het Li-ion-accupack en het oplaadapparaat zijn
precies op elkaar afgestemd! De geïntegreerde
elektronica voorkomt een schadelijke overbe-
lasting of oververhitting bij het laden.
- Een NiCd/NiMH-accupack dat nieuw of langere
tijd niet gebruikt is, bereikt pas na ca. vijf laad-
en ontlaadcycli zijn volle capaciteit.
- Li-ion-accupacks zijn direct klaar voor gebruik
en kunnen tussendoor bijgeladen worden, ook
wanneer de capaciteit ervan nog niet volledig
verbruikt is.
- De optimale capaciteit van de accupacks ligt bij
een temperatuurbereik van 20 °C tot 30 °C.
- Door het accupack in een bedrijfsklaar oplaad-
apparaat te laten zitten, wordt het door de
constante conditielading in geladen toestand
gehouden.
- Laat lege accupacks niet langer dan ca. een
maand in het oplaadapparaat zitten wanneer
het oplaadapparaat van het elektriciteitsnet is
gescheiden. Het gevaar van diepontlading be-
staat.
- NiCd/NiMH-accupacks dienen zo volledig mo-
gelijk ontladen te worden alvorens ze opnieuw
op te laden. Het herhaaldelijk starten van het
laadproces bij een geladen accu vermindert de
levensduur ervan.
- NiCd-accupacks die langere tijd niet gebruikt
worden, dienen in ontladen toestand opgeslagen
te worden.
- Bij een omgevingstemperatuur onder 0 °C of
boven 45 °C neemt het vermogen van NiMH-
accupacks merkbaar af.
- Laad NiMH-accupacks ca. alle vier maanden
opnieuw op om de volle capaciteit ervan te be-
houden.
- Laat steeds na ca. tien keer laden de NiMH-ac-
cupacks nog een uur na de snellading in het
oplaadapparaat om mogelijke capaciteitsver-
schillen tussen cellen te vereffenen.
10 Transport
De in het Li-ion-accupack aanwezige lithium-
equivalentiehoeveelheid ligt onder de geldende
grenswaarden en is getest volgens UN-handboek
ST/SG/AC.10/11/Rev.3 deel III, paragraaf 38.3.
Daarom zijn op het Li-ion-accupack, als los onder-
deel of geplaatst in een apparaat, geen nationale
of internationale voorschriften voor gevaarlijke
goederen van toepassing. De voorschriften voor
gevaarlijke goederen kunnen echter bij het vervoer
van meerdere accupacks relevant zijn. In dat geval
kan het noodzakelijk zijn om bijzondere voorwaar-
den in acht te nemen. Meer informatie hierover is
voor de EU te vinden in het ADR-voorschrift 230.