Operation Manual

11
5. Rechtersoftkey
Hiermee voert u de functie uit die wordt weergegeven in
de softkeylabel die direct boven de knop staat. In veel
gevallen opent u een menu van een bepaalde toepassing
met de rechtersoftkey.
6. Knop Home
Hierop drukt u als u naar het scherm Home wilt terug-
gaan.
7. Knop Vorige
Hierop drukt u als u naar het vorige scherm wilt teruggaan
of als u in een tekstveld het teken links van de cursor wilt
verwijderen. Houd deze knop ingedrukt als u de hele
inhoud van een bewerkbaar veld wilt verwijderen.
8. Knop Spreken
Hierop drukt u als u een oproep wilt starten of een
binnenkomende oproep wilt beantwoorden. Houd deze
knop ingedrukt als u de modus Speakerphone wilt in- of
uitschakelen of als u wilt wisselen tussen een actieve
oproep en een oproep die in de wacht is gezet.
9. Knop Beëindigen
Hierop drukt u als u een oproep wilt beëindigen of wilt
teruggaan naar het scherm Home. Als u het toetsenbord
wilt vergrendelen, houdt u deze knop ingedrukt.
10. Navigatietoets/knop Actie
Deze toets gebruikt u als u in een selectie naar boven,
beneden, links of rechts wilt schuiven. Druk op het midden
van de navigatietoets (de knop Actie) als u een selectie
wilt maken. In een tekstveld gebruikt u de navigatietoets
om de cursor telkens één teken naar rechts of links te
verplaatsen. (Zie ook Navigatietoets in sectie 1.5).
11. Lichtsensor
Als de lichtsensor is ingeschakeld in Settings > Power
Management, wordt een verlichting achter het toetsenbord
geactiveerd zodra het donker wordt, waardoor de knoppen
makkelijker te zien zijn.
Smartphone handleiding
1. Aan de
slag