Smar Handleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van de nieuwe Windows Mobile™ Smartphone. Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, ActiveSync, Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint en Word zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Lees voor gebruik deze aanwijzingen aandachtig door. DE TELEFOON IS NIET OPGELADEN WANNEER U DEZE UIT DE VERPAKKING HAALT.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 7 Het beginscherm..............................................8 Statusindicatoren en programmapictogrammen...................................................9 Het menu Start................................................12 Het snelmenu..................................................12 Gegevens invoeren........................................13 Batterij-informatie..........................................
Hoofdstuk 4 De telefoon beheren 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 De telefoon aan uw persoonlijke wensen aanpassen.........................................44 Programma’s toevoegen en verwijderen.....51 Taak- en geheugenbeheer.............................53 Bestanden beheren en reservekopieën maken..............................................................54 Uw telefoon beveiligen..................................61 De telefoon opnieuw opstarten.....................
Hoofdstuk 7 Met multimedia werken 7.1 7.2 7.3 7.4 Camera en videorecorder............................112 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s)............................120 Windows Media Player.................................127 MIDlet Manager.............................................137 Appendix A.1 A.2 A.3 111 145 Voorschriften................................................146 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x.................154 Specificaties.............................................
Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Het beginscherm 1.2 Statusindicatoren en programmapictogrammen 1.3 Het menu Start 1.4 Het snelmenu 1.5 Gegevens invoeren 1.
1.1 Het beginscherm In het beginscherm wordt belangrijke informatie weergegeven, zoals afspraken, statusindicatoren, de huidige datum en tijd, het huidige profiel en pictogrammen van programma’s die u recent hebt gebruikt. U kunt een programma direct openen door het bijbehorende pictogram te selecteren en op Enter te drukken. 1 Aan de slag • U kunt het beginscherm altijd openen door op Home te drukken.
1.2 Statusindicatoren en programma pictogrammen De volgende tabel bevat de statusindicatoren en hun betekenis.
De volgende tabel bevat een overzicht van pictogrammen van de programma’s die op uw telefoon zijn geïnstalleerd. Informatie synchroniseren tussen de telefoon en een pc. Gewone rekenkundige taken uitvoeren, zoals Reken optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en machine delen. Afspraken bijhouden en vergaderverzoeken Agenda maken. Oproep Alle gemaakte, ontvangen en gemiste geschiedenis oproepen bijhouden.
MIDlet Manager Modem koppeling Pocket MSN Snelkiezen Taakbeheer Geopende programma’s beheren. Taken Taken bijhouden. Videorecorder Op verschillende manieren video’s van verschillende lengte maken. Spraak notities Windows Media Player Instellingen 1 Aan de slag Afbeeldingen en video’s Java-programma’s, zoals games en hulpprogramma’s, downloaden en installeren op de telefoon. De telefoon gebruiken als een externe modem voor een pc, waarbij verbinding wordt gemaakt via USB of infrarood.
1.3 Het menu Start Het menu Start staat in de linkerbenedenhoek van het beginscherm en bevat een of meer schermen met programmapictogrammen. De verschillende programma’s in het menu Start weergeven 1 Aan de slag • • Klik in het beginscherm op Start. Als u meer programma’s wilt zien, klikt u op Start > More (Meer). Menu Start Op de telefoon zijn allerlei programma’s geïnstalleerd waarmee u meteen aan de slag kunt.
Het snelmenu 1. Druk kort op de knop Aan/Uit. Wanneer u deze knop ingedrukt houdt, schakelt u de telefoon uit. 2. Blader door de lijst en selecteer de gewenste optie. Ga vervolgens op een van de volgende manieren te werk: 1 Klik op Select (Selecteren). Druk op de knop Enter. Druk op de bijbehorende cijfertoets op het toetsenbord. Aan de slag • • • 3. Als u het snelmenu wilt afsluiten, kunt u altijd op Cancel (Annuleren) klikken. 1.
De invoermodus wijzigen 1. Houd de toets * ingedrukt. 2. Klik in het menu op de gewenste invoermodus. Multidruk-modus gebruiken Wanneer u in Multidruk-modus werkt, voert u een teken in door op de cijfertoets te drukken waarop de letter staat. 1 Aan de slag Tekst invoeren in Multidruk-modus • Druk één keer als u het eerste teken op de cijfertoets wilt invoeren. Druk twee keer als u het tweede teken op de cijfertoets wilt invoeren, enzovoort.
Tekst invoeren in T9-modus 1. Houd de toets * ingedrukt. 2. Klik in het menu op T9. 3. Ga op een van de volgende manieren te werk: • Voer letters in door op de toetsen te drukken waarop de letters staan. Druk voor elke letter slechts één keer op de desbetreffende toets. Als er voor uw invoer meer dan één keuze is in het T9-woordenboek, wordt een lijst met beschikbare woorden weergegeven. • Druk op de toets # om een spatie in te voeren nadat het woord is ingevoerd.
Meer invoertaken In zowel Multidruk- als T9-modus wordt de eerste letter van een zin standaard een hoofdletter. Schakelen tussen hoofdletters, kleine letters en Caps Lock • Aan de slag 1 Druk op de toets * om te schakelen tussen hoofdletters, kleine letters en Caps Lock in een tekstinvoermodus. Tekens verwijderen • Als u in een willekeurige invoermodus één teken links van de cursor wilt wissen, drukt u op Vorige.
1.6 Batterij-informatie De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van vele factoren, waaronder de netwerkconfiguratie van uw serviceprovider, de signaalsterkte, de omgevingstemperatuur waarin u de telefoon gebruikt, de gebruikte functies en/of instellingen, de onderdelen die op de poorten van de telefoon zijn aangesloten en de mate waarin u de spraak en gegevensfuncties en overige programmaonderdelen gebruikt.
De batterijprestaties optimaliseren • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Power Management (Energiebeheer) en pas de achtergrondverlichting, de verlichting van het weergavescherm en de lichtsensorinstellingen aan. Aan de slag 1 Power Management (Energiebeheer) Laag batterijvermogen Wanneer de waarschuwing voor laag batterijvermogen wordt weergegeven, gaat u als volgt te werk: 1. Sla uw huidige gegevens onmiddellijk op. 2.
Hoofdstuk 2 Werken met telefoonfuncties 2.1 De telefoon gebruiken 2.2 Een uitgaande oproep starten 2.3 Een oproep ontvangen 2.4 Opties tijdens een oproep 2.5 Aanvullende oproepinformatie 2.
2.1 De telefoon gebruiken Met uw telefoon kunt u oproepen starten, ontvangen en bijhouden, en SMS-berichten (Short Message Service) en MMS-berichten (Multimedia Messaging Service) verzenden. Bovendien kunt u oproepen starten vanuit de lijst met contactpersonen en eenvoudig contactgegevens van een SIM-kaart naar de lijst met contactpersonen in de telefoon kopiëren.
Beltonen instellen U kunt instellen op welke manier u wordt gewaarschuwd voor inkomende oproepen, herinneringen, nieuwe berichten, enzovoort. Een beltoon voor inkomende oproepen instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Sounds (Geluiden). 2 Werken met telefoonfuncties 2. Selecteer een beltoon in de lijst. 3. Klik op Done (Gereed). Als u Vibrate (Trillen) selecteert, wordt het geluid gedempt en trilt de telefoon wanneer u een oproep ontvangt.
Een oproep starten vanuit het beginscherm • Voer het telefoonnummer in door toetsen op het toetsenbord in te drukken en op Spreken ( ) te drukken. Werken met telefoonfuncties 2 Het scherm Phone Dialer (Telefoonkiezer) Druk op de knop Vorige als u het teken links van de cursor wilt wissen.
U kunt ook de gewenste contactpersoon in de lijst met contactpersonen selecteren en twee keer op Enter drukken (eenmaal om de gegevens van de contactpersoon weer te geven en eenmaal om het bijbehorende nummer te kiezen). Aangeven welk nummer moet worden gekozen Wanneer u een oproep start vanuit de lijst met contact personen, wordt standaard het mobiele telefoonnummer (m) van de contactpersoon gekozen. U kunt echter ook een ander telefoonnummer kiezen. 1.
Druk in het scherm Call History (Oproepgeschiedenis) op Enter om details weer te geven, zoals gekozen, gemiste en ontvangen oproepen en gespreksduur en ‑tijd. Als u opnieuw op Enter drukt, wordt het bijbehorende nummer gekozen. De lijst met oproepen aanpassen U kunt in het scherm Call History (Oproepgeschiedenis) de lijst met gestarte, ontvangen en gemiste oproepen aanpassen en filteren.
Een oproep starten vanuit de lijst met snelkeuzenummers U kunt snelkeuzenummers maken voor nummers die u veel gebruikt of voor items die u vaak opent. U kunt dan met één toets een nummer kiezen of een item openen. Als u in Speed Dial (Snelkeuze) bijvoorbeeld locatie 2 toewijst aan een contactpersoon, hoeft u op het toetsenbord van de telefoon alleen 2 ingedrukt te houden om het nummer van deze contactpersoon te kiezen.
4. Klik op Done (Gereed). U kunt deze procedure op elk gewenst moment beëindigen door op Menu > Cancel (Annuleren) te klikken. De eerste snelkeuzelocatie is gewoonlijk gereserveerd voor uw voicemail. Speed Dial (Snelkeuze) gebruikt standaard de eerstvolgende beschikbare locatie. Als u een nummer wilt plaatsen op een locatie die al in gebruik is, wordt het bestaande nummer vervangen door het nieuwe nummer.
2.4 Opties tijdens een gesprek Uw telefoon beschikt over verschillende opties voor het beheren van meerdere gesprekken. U wordt gewaarschuwd als u een andere inkomende oproep hebt. U kunt deze oproep negeren of accepteren. Als u de nieuwe oproep accepteert, kunt u kiezen of u tussen de twee oproepen wilt schakelen of een conference call wilt voeren (zodat de drie partijen met elkaar kunnen spreken). 2 Werken met telefoonfuncties Opties tijdens een oproep Een andere oproep beantwoorden 1.
Een conference call instellen 1. Zet een oproep in de wacht en kies een tweede nummer, of beantwoord een tweede inkomende oproep tijdens een oproep. 2. Klik op Menu > Conference (Vergadering). • A ls de verbinding tot stand is gebracht, wordt het woord 2 ‘Conference’ (Vergadering) boven aan het scherm weergegeven.
2.5 Aanvullende oproepinformatie Een alarmnummer kiezen • Kies het lokale alarmnummer en druk op de knop Spreken ( ). Het is mogelijk dat op uw SIM-kaart alarmnummers zijn opgeslagen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. 2 Werken met telefoonfuncties Een internationaal nummer kiezen 1. Houd op het toetsenbord ingedrukt totdat het teken wordt weergegeven. Dit teken vervangt het internationale toegangsnummer van het land dat u belt. 2.
Een langere pauze in een kiesreeks invoegen Het kan zijn dat u in een kiesreeks een pauze moet invoegen die langer duurt dan de standaardpauze. In dat geval kunt u een pauze van een willekeurige lengte invoegen en de kiesreeks handmatig voortzetten. 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2 Werken met telefoonfuncties 2. Selecteer de contactpersoon bij wie het nummer hoort waarin u een langere pauze wilt invoegen en druk op Enter om de contactpersoonkaart te openen. 3.
Een spraakcode maken voor een telefoonnummer, een emailadres of een URL in de lijst met contactpersonen 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Selecteer de gewenste contactpersoon en druk op Enter om de contactpersoonkaart te openen. 2 Werken met telefoonfuncties 3. Selecteer het item waaraan u een spraakcode wilt toewijzen. 4. Klik op Menu > Add Voice Tag (Spraakcode toevoegen). 5. Start na het bericht/de pieptoon met de opname van de spraakcode.
Een spraakcode voor een programma maken Als u een spraakcode voor een programma (bijvoorbeeld Agenda) wilt maken, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het beginscherm op Start > Calendar (Agenda). 2. Klik op Menu > Add Voice Tag (Spraakcode toevoegen). 2 Werken met telefoonfuncties 3. Spreek na het bericht/de pieptoon het Engelse woord ‘Calendar’ uit. 4. Zeg na de tweede pieptoon nogmaals ‘Calendar’. De spraakcode wordt door de telefoon afgespeeld. 5.
Hoofdstuk 3 De telefoon synchroniseren 3.1 ActiveSync 3.2 ActiveSync instellen 3.3 Gegevens synchroniseren 3.4 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 3.
3.1 ActiveSync ActiveSync synchroniseert gegevens op uw telefoon met informatie op uw pc, zoals de inhoud van Outlook. Gebruikt uw bedrijf of serviceprovider Exchange Server met Exchange ActiveSync, dan kan ActiveSync ook over een draadloos of mobiel netwerk synchroniseren.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de wizard te voltooien. Voer in de wizard Sync Setup (Instelling synchronisatie) een van de volgende of beide handelingen uit: • Stel een synchronisatierelatie tussen uw pc en de telefoon in. • Configureer een verbinding met Exchange Server om rechtstreeks met Exchange Server te synchroniseren. Hierbij moet u het adres, de gebruikersnaam, het wachtwoord en de domeinnaam van Exchange Server opgeven. (Deze gegevens zijn verkrijgbaar bij uw systeembeheerder.) 3.
3 Om geheugenruimte op de telefoon te besparen, synchroniseert ActiveSync standaard een beperkte hoeveelheid gegevens. Voer de onderstaande stappen uit om de hoeveelheid gesynchroniseerde gegevens aan te passen. De telefoon synchroniseren 2. Klik in ActiveSync op Sync (Synchronisatie). 3. Klik op Stop (Stoppen) als u de synchronisatie wilt stoppen voordat deze voltooid is. Aangeven welke gegevens u wilt synchroniseren 1. Klik in het beginscherm op Start > ActiveSync. 2.
Synchroniseren met Exchange Server Als u de telefoon rechtstreeks met Exchange Server wilt synchroniseren, moet u de servernaam en de naam van het serverdomein weten. Deze gegevens zijn verkrijgbaar bij uw serviceprovider of systeembeheerder. Ook moet u een gebruikersnaam en wachtwoord voor Exchange opgeven. Als u de synchronisatie-instellingen op uw telefoon wilt wijzigen, moet de verbinding tussen uw telefoon en uw pc zijn verbroken.
7. Als u de regels voor het afhandelen van synchronisatie conflicten wilt wijzigen, klikt u in het scherm Options (Opties) op Menu > Advanced (Geavanceerd). 8. Klik op Finish (Voltooien). Via de wizard Sync Setup (Instelling synchronisatie) kunt u de telefoon ook op afstand met Exchange Server laten synchroniseren. Deze wizard wordt gestart wanneer u na installatie van ActiveSync op de pc verbinding maakt tussen uw telefoon en uw pc.
3.4 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth Voor het synchroniseren van uw telefoon met de pc kunt u gebruikmaken van lokale draadloze technologieën zoals infrarood (IR) en Bluetooth. De vereisten voor deze technologieën komen grotendeels overeen. Synchroniseren met een pc via infrarood 1. Volg de aanwijzingen in de Help-informatie bij ActiveSync op de pc om de pc in te stellen voor het ontvangen van infraroodstralen. 3 De telefoon synchroniseren 2.
5. Klik op Sync (Synchr.). 6. Klik op Menu > Disconnect Bluetooth (Bluetooth-verbinding verbreken) wanneer het synchronisatieproces is voltooid. Schakel Bluetooth uit om stroom te besparen. 3 De telefoon synchroniseren 3.5 Muziek, videobeelden en afbeeldingen synchroniseren Via ActiveSync en Windows Media Player kunt u uw muziek, videobeelden en afbeeldingen synchroniseren, zodat u uw muziek en andere digitale mediabestanden altijd bij u hebt.
Synchronisatie-instellingen voor media wijzigen Als u in ActiveSync de juiste instellingen hebt opgegeven, kunt u uw favoriete muziek, videobeelden en afbeeldingen uit afspeellijsten van Windows Media Player via ActiveSync synchroniseren. Dit doet u door in Windows Media Player een synchronisatiekoppeling met deze mediabestanden in te stellen. 3 De telefoon synchroniseren Een synchronisatierelatie met een opslagkaart instellen 1. Open Windows Media Player op de pc. 2.
De telefoon synchroniseren 3 42
Hoofdstuk 4 De telefoon beheren 4.1 De telefoon aan uw persoonlijke wensen aanpassen 4.2 Programma’s toevoegen en verwijderen 4.3 Taak- en geheugenbeheer 4.4 Bestanden beheren en reservekopieën maken 4.5 Uw telefoon beveiligen 4.6 De telefoon opnieuw opstarten 4.
4.1 De telefoon aan uw persoonlijke wensen aanpassen Het beginscherm instellen De meeste taken worden vanuit het beginscherm gestart. Vanuit het beginscherm kunt u toegang krijgen tot alle functies en programma’s. De telefoon beheren 4 Boven aan het beginscherm worden pictogrammen weer gegeven voor de programma’s die u het laatst hebt gebruikt.
4. Gebruik de navigatietoets om het gewenste gedeelte van de afbeelding te selecteren en klik op Next (Volgende). 5. Geef bij Adjust the transparency (Pas de door zichtigheid aan) een hoger of lager percentage op om de afbeelding transparanter of minder transparant te maken. 6. Klik op Finish (Voltooien). 4 De telefoon beheren De datum, tijd, taal en overige landinstellingen opgeven In uw telefoon zijn standaard de juiste landinstellingen voor uw regio ingesteld.
4. Wijzig bij Time (Tijd) het uur, het aantal minuten of het aantal seconden. 5. Klik op Done (Gereed). Het type melding bij gebeurtenissen of acties instellen 4 De telefoon beheren Een profiel is een groep instellingen die bepaalt op welke manier u wordt gewaarschuwd bij bijvoorbeeld een binnenkomende oproep, bij de ontvangst van een e-mailbericht, als u de wekker hebt ingesteld of bij een systeemgebeurtenis. In de telefoon is standaard een aantal combinaties van instellingen ingesteld.
Het geluid voor een gebeurtenis instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Sounds (Geluiden). 2. Selecteer een geluid voor de gewenste gebeurtenis. Selecteer None (Geen) als u geen geluid aan de gebeurtenis wilt koppelen. 4 3. Klik op Done (Gereed). De telefoon beheren Voor beltonen kunt u geluiden in de volgende indelingen gebruiken: .wav, .mid, .wma en .mp3. Voor meldingen en herinneringen kunt u geluiden in de volgende indelingen gebruiken: .wav en .mid.
4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u het geluidsbestand op de telefoon wilt opslaan, dubbelklikt u op Application Data (Toepassingsgegevens), dubbelklikt u op Sounds (Geluiden) en plakt u het bestand vervolgens in die map. • Als u het geluidsbestand op de opslagkaart wilt opslaan, dubbelklikt u op Storage Card (Opslag kaart) en plakt u het bestand vervolgens in de gewenste map. Een alarmsignaal instellen 1.
2. Doe het volgende: • Voer bij Name (Naam) uw naam in. • Voer bij Telephone number (Telefoonnummer) een ander telefoonnummer in waarop u bereikbaar bent. Voer bij E-mail address (E-mailadres) uw e‑mailadres in. • Typ bij Notes (Notities) eventuele andere informatie die u wilt toevoegen. 4 De telefoon beheren • 3. Klik op Done (Gereed). Instellingen voor prestaties en onderhoud De toegankelijkheidsinstellingen wijzigen 1.
De instellingen voor energiebeheer wijzigen Via het onderdeel Power Management (Energiebeheer) kunt u de batterij controleren en de telefoon zodanig instellen dat de gebruiksduur van de batterij wordt geoptimaliseerd. 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Power Management (Energiebeheer). 4 De telefoon beheren 2.
Het versienummer van het besturingssysteem weergeven • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > About (Info). Het versienummer van het besturingssysteem dat op uw telefoon is geïnstalleerd en de copyrightgegevens van de fabrikant worden weergegeven. 4 De telefoon beheren De telefoonspecificatie weergeven • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > System Information (Systeeminfo).
De meeste programma’s worden geleverd met een installatie programma dat u eerst op de pc moet installeren. Het installatieprogramma heeft meestal de naam “setup.exe”. Vervolgens kunt u met ActiveSync programma’s aan uw telefoon toevoegen. U kunt een programma ook rechtstreeks van internet halen. Programma’s toevoegen 1. Download het programma naar uw pc (of plaats de cd of schijf met het programma in uw pc). U ziet waarschijnlijk een exe-bestand, een zip-bestand, het bestand Setup.
1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Remove Programs (Programma’s verw.). 2. Blader naar het programma dat u wilt verwijderen. 3. Klik op Menu > Remove (Verwijderen). 4.3 Taak- en geheugenbeheer 4 De telefoon beheren Kijken hoeveel geheugen er beschikbaar is 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > About (Info). 2. Blader omlaag naar Available Memory (Beschikbaar geheugen).
Het menu van Task Manager (Taakbeheer) bevat de volgende opties: Optie Go To (Ga naar) Refresh (Vernieuwen) Stop (Stoppen) De telefoon beheren 4 Stop All (Alle stoppen) Functie Overschakelen naar het geselecteerde programma. De lijst met actieve programma’s in het scherm van Task Manager vernieuwen. Het geselecteerde programma Stoppen. De beschikbare geheugenruimte wordt onder in het scherm weergegeven. Alle programma’s in de lijst stoppen.
Met Microsoft ActiveSync kunt u gegevens kopiëren of verplaatsen van de pc naar de telefoon en omgekeerd. Wijzigingen die u aanbrengt in de gegevens op de ene computer hebben geen invloed op de gegevens op de andere computer. Als u wel gegevens op zowel de telefoon als de pc automatisch wilt laten bijwerken, dan moet u de gegevens synchroniseren. Zie ActiveSync Help op uw pc voor meer informatie over het kopiëren en synchroniseren van bestanden.
Werken met File Manager File Manager (Bestandsbeheer) biedt veel handige functies voor beheer van bestanden en mappen. File Manager starten • Klik in het beginscherm op Start > File Manager (Bestandsbeheer). 4 De telefoon beheren Het scherm File Manager (Bestandsbeheer) heeft twee weergaven: • Tree View (Structuurweergave) • List View (Lijstweergave) Elke weergave heeft een menu met opties voor het beheren van bestanden en mappen.
Het menu van de structuurweergave bevat de volgende opties: Optie Folder (Map) Functie Een map maken of de naam ervan wijzigen. U kunt ook de inhoud van de geselecteerde map naar een andere map kopiëren of verplaatsen. Find (Zoeken) Bestanden zoeken op basis van de naam en/of inhoud. U kunt ook de map opgeven waarin moet worden gezocht. Go To (Ga naar) Naar andere mappen overschakelen. Delete Een map (inclusief de volledige inhoud) (Verwijderen) verwijderen.
De lijstweergave List View (Lijstweergave) geeft de details van de geselecteerde map weer (de submappen en bestanden). De functies in List View zijn gericht op bestanden. Klik in de structuurweergave op List View (Lijstweergave) om de bestanden en submappen weer te geven. Als de map die in de structuurweergave is geselecteerd geen submappen bevat, kunt u op Enter drukken om naar de lijstweergave over te schakelen.
4. Het bestand wordt automatisch als bijlage aan het nieuwe bericht toegevoegd. Geef de geadresseerde en het onderwerp op en typ het gewenste bericht. 5. Klik op Send (Verzenden). Het menu van de lijstweergave bevat de volgende opties: 4 Functie Submappen en bestanden maken of de naam ervan wijzigen. U kunt de inhoud van de map naar een andere map kopiëren of verplaatsen,de geselecteerde bestanden dupliceren en snelkoppelingen naar bestanden maken.
Optie Send (Verzenden) Run (Uitvoeren) De telefoon beheren 4 Delete (Verwijderen) Refresh (Vernieuwen) Properties (Eigenschappen) Options (Opties) 60 Functie Een of meer bestanden door middel van beaming of per e-mail verzenden. Per e-mail kunt u slechts één bestand tegelijk verzenden. Door middel van beaming kunt u in één keer meerdere bestanden of een hele map verzenden. Een bestand in het bijbehorende programma openen. U kunt ook een programmabestand op de telefoon uitvoeren.
4.5 Uw telefoon beveiligen Uw telefoon heeft verschillende beveiligingsniveaus. Om te voorkomen dat zonder uw toestemming oproepen worden gestart, kunt u een wachtwoord voor het toestel instellen. Dit wachtwoord wordt de PIN-code (Personal Identification Number) genoemd. De eerste PIN-code krijgt u van uw serviceprovider. Daarnaast kunt u het toetsenblok of het volledige toestel blokkeren om misbruik te voorkomen. De PIN-code voor de SIM-kaart inschakelen 1.
Het toetsenblok blokkeren Als het toetsenblok is geblokkeerd, kan het niet meer worden gebruikt. Deze functie is bijvoorbeeld handig als u uw telefoon ingeschakeld in uw jaszak wilt dragen en u wilt voorkomen dat per ongeluk op toetsen wordt gedrukt. • Open het beginscherm en druk langdurig op de knop Beëindigen. Wanneer het toetsenblok is geblokkeerd, heeft de linkersoftkey de label Unlock (Blokkering opheffen).
De telefoonblokkering uitschakelen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Security (Beveiliging). 2. Klik op Disable Phone Lock (Tel.blokkering uitsch.). 3. Voer uw wachtwoord in en klik op Done (Gereed). 4 4.6 De telefoon opnieuw opstarten De telefoon beheren Soms kan het nodig zijn om de telefoon opnieuw op te starten, bijvoorbeeld als een programma niet correct werkt of als het toestel niet reageert wanneer u toetsen indrukt. Het toestel opnieuw opstarten 1.
De telefoon beheren 4 64
Hoofdstuk 5 Een verbinding maken 5.1 Een verbinding maken met internet 5.2 Internet Explorer Mobile 5.3 Modem Link (Modemkoppeling) 5.4 Comm Manager 5.5 Bluetooth 5.
5.1 Verbinding maken met internet Uw telefoon is uitgerust met krachtige netwerkfuncties om verbinding te maken met internet of met een bedrijfsnetwerk via draadloze en traditionele verbindingen. Zo kunt u uw telefoon configureren om verbinding te maken via een inbel-, GPRS-, Bluetooth-, Wi-Fi-, VPN- (Virtual Private Network) of Proxyverbinding. 5 Een verbinding maken Met een actieve verbinding op uw telefoon kunt u op internet surfen, e-mailberichten downloaden of chatten met MSN Messenger.
2. Klik op Menu > Add (Toevoegen). 3. Voer bij Description (Beschrijving) een naam voor de verbinding in. 4. Selecteer in het veld Connects to (Maakt verbinding met) de optie The Internet (Internet). 5. Voer de relevante gegevens in de overige velden in. 6. Klik op Done (Gereed). Klik voor toegang tot internet op Start > Internet Explorer. 5 Een verbinding maken Een inbelverbinding configureren voor toegang tot uw bedrijfsnetwerk 1.
Geavanceerde opties 5 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Connections (Verbindingen). Een verbinding maken U kunt vanuit het scherm Connections (Verbindingen) geavanceerde opties opgeven, zoals de serviceprovider, het aantal kiespogingen, de inactieve tijd dat er moet worden gewacht voordat de verbinding wordt verbroken, enzovoort. 2. Klik op Menu > Advanced (Geavanceerd). 3. Selecteer voor elk type verbinding een netwekservice provider.
5.2 Internet Explorer Mobile Internet Explorer Mobile is een volwaardige webbrowser die speciaal bedoeld is voor gebruik op uw mobiele telefoon. Internet Explorer starten • Klik in het beginscherm op Start > Internet Explorer. Naar een koppeling gaan 1. Schuif op een webpagina verticaal of horizontaal om alle koppelingen te zien. 5 Een verbinding maken 2. Klik op de koppeling. Naar een webpagina gaan 1. Klik in Internet Explorer op Menu > Address Bar (Adresbalk). 2.
Afbeeldingen op webpagina’s weergeven of verbergen • Klik op een webpagina op Menu > View (Weergave) > Show Pictures (Afbeeldingen weergeven). Een vinkje naast Show Pictures (Afbeeldingen weergeven) geeft aan dat afbeeldingen op de webpagina’s worden weergegeven. 5 Een verbinding maken Een pagina op volledige schermgrootte weergeven • Klik op een webpagina op Menu > View (Weergave) > Full Screen (Volledig scherm).
3. Klik op Menu > Edit (Bewerken). 4. Blader onder Folder (Map) naar de map waarnaar u de favoriet wilt verplaatsen. 5. Klik op Done (Gereed). Geschiedenis, cookies en tijdelijke bestanden wissen 1. Klik op een webpagina op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties). 5 Een verbinding maken 2. Klik op Memory (Geheugen). 3. Selecteer het type geheugen dat u wilt wissen. 4. Klik eerst op Clear (Wissen), dan op Yes (Ja) en vervolgens op Done (Gereed). Een koppeling verzenden via e-mail 1.
3. Houd de telefoon in de richting van de infraroodpoort op de notebook. 4. Schakel op de notebook ActiveSync uit. 5. Klik op de telefoon op Activate (Activeren). Klik vervolgens op Done (Gereed). 6. Nu moet u op de notebook uw telefoon als infrarood modem toevoegen en configureren. Volg hiertoe de stappen onder ‘De telefoon als modem op de notebook toevoegen’. Een verbinding maken 5 De telefoon als USB-modem instellen 1.
2. Selecteer in het dialoogvenster Found New Hardware (Nieuwe hardware gevonden) de optie Install from a list or specific location (Advanced) (De hardware van een lijst of van een bepaalde locatie installeren (geavanceerd) en klik op Next (Volgende). 3. Selecteer Search for the best drivers in this locations (Op de onderstaande locaties naar het beste stuurprogramma zoeken). 5 Een verbinding maken 4. Plaats de installatie-cd in het cd-station.
3. Klik op File (Bestand) > New connection (Nieuwe verbinding). 4. Klik in de wizard New Connection (Nieuwe verbinding) op Next (Volgende). 5. Klik op Connect to the Internet (Verbinding met internet maken) en vervolgens op Next (Volgende). 5 Een verbinding maken 6. Selecteer Set up My connection manually (Ik wil handmatig een verbinding instellen) en klik vervolgens op Next (Volgende). 7. Selecteer Set up my connection manually (Verbinding maken via een inbelmodem) en klik vervolgens op Next (Volgende).
5.4 Comm Manager Comm Manager kan worden gebruikt als centrale schakelaar om de volgende telefoonfuncties in en uit te schakelen: Wi-Fi in- of uitschakelen Bluetooth in- of uitschakelen Het huidige profiel op uw telefoon wijzigen in Silent (Stil) • ActiveSync in- of uitschakelen 5 Een verbinding maken • • • Klik eenvoudigweg op de bijbehorende knop om een functie in- of uit te schakelen. Als u een functie inschakelt, wordt de bijbehorende knop gemarkeerd.
5.5 Bluetooth Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met een beperkt bereik. Apparaten met Bluetooth-functionaliteit kunnen gegevens uitwisselen over een afstand van ongeveer 10 meter zonder dat een fysieke verbinding nodig is. U kunt zelfs gegevens naar een apparaat in een andere kamer zenden, mits het apparaat binnen een bereik van 10 meter staat.
3. Discoverable (Identificeerbaar). Bluetooth is ingeschakeld en uw telefoon kan worden gedetecteerd door alle andere apparaten waarop Bluetooth wordt ondersteund en die zich binnen een bereik van 10 meter bevinden. Bluetooth op de telefoon in- of uitschakelen U kunt Bluetooth inschakelen door in Comm Manager op de schakelaar Aan/Uit te klikken. U kunt ook als volgt te werk gaan: 5 Een verbinding maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Connections (Verbindingen) > Bluetooth.
Als u een partnerverband tussen twee apparaten wilt maken, moet u op beide apparaten dezelfde PIN-code of hetzelfde wachtwoord invoeren. Dit hoeft maar één keer. Als een partnerverband eenmaal gemaakt is, wordt deze door de apparaten herkend en kunnen gegevens worden uitgewisseld zonder dat opnieuw een PINcode hoeft te worden ingevoerd. Zorg ervoor dat beide apparaten niet meer dan 10 meter uit elkaar staan en dat op beide apparaten de Bluetooth-modus Discoverable (Identificeerbaar) is ingeschakeld.
Een Bluetooth-partnerverband accepteren 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en dat de identificeerbare modus is ingesteld. 2. Klik op OK als u wordt gevraagd of u een partnerverband met het andere apparaat wilt instellen. 3. Voer ten behoeve van een veilige verbinding hetzelfde wachtwoord in als dat van het apparaat dat het partner verband aanvraagt. Het wachtwoord moet 1 tot 16 zestien tekens bevatten. 5 Een verbinding maken 4. Klik op Next (Volgende). 5. Klik op Finish (Voltooien).
Gegevens verzenden met Bluetooth 1. Selecteer op de telefoon een item dat u wilt verzenden. Het item kan een afspraak in uw agenda, een taak, een contactpersoonkaart of een bestand zijn. 2. Klik op Menu > Beam [type of item] ([Type item] verzenden). 5 Een verbinding maken 3. Selecteer het Bluetooth-apparaat waarnaar u iets wilt verzenden. 4. Klik op Beam (Verzenden). Het item wordt naar het geselecteerde apparaat verzonden.
3. Klik in het Bluetooth-venster op Add (Toevoegen). 4. De wizard voor het toevoegen van Bluetoothapparaten wordt geopend. Schakel het selectievakje My device is set up and ready to be found (Mijn apparaat is ingesteld en kan worden gevonden) in en klik vervolgens op Next (Volgende). 5. Uw telefoon wordt nu als nieuw apparaat gedetecteerd en de naam wordt in het dialoogvenster weergegeven. Selecteer de naam van het apparaat en klik op Next (Volgende). 6.
De telefoon als Bluetooth-modem toevoegen 1. Klik op de computer op Start > Control Panel (Configuratiescherm) > Phone and Modem Options (Telefoon- en modemopties). 2. Klik op het tabblad Modems. Kijk of er in de lijst een ‘Generic Bluetooth Modem’ (algemene Bluetoothmodem) of een ‘Standard Modem over Bluetooth Link’ (standaardmodem via Bluetooth-koppeling’ staat. Zo ja, ga naar stap 6. Een verbinding maken 5 3. Als er geen Bluetooth-modem op het modemstabblad staat, klikt u op Add (Toevoegen). 4.
5.6 Wi-Fi-verbinding Met Wi-Fi kunt u tot een afstand van ongeveer 100 meter draadloos toegang krijgen tot internet. Om op uw telefoon Wi-Fi te kunnen gebruiken, moet u toegang hebben tot een draadloos toegangspunt van uw serviceprovider. In openbare gelegenheden, zoals cafés of restaurants, is toegang tot het publieke draadloze toegangspunt van die gelegenheid nodig (ook wel ‘hotspots’ genoemd).
Wi-Fi maakt verbinding met het standaardnetwerk dat op uw telefoon beschikbaar is. Als de telefoon echter geen WiFi-signaal kan vinden, wordt standaard GPRS gestart. Klik in Comm Manager op Settings (Instellingen) > Wi-Fi Settings (Wi-Fi-instellingen) > Connection Status (Verbindingsstatus) om van elk Wi-Fi-kanaal de status en signaalsterkte op dat moment te bekijken.
Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6.1 E-mail en SMS-berichten 6.2 MMS-berichten 6.3 Pocket MSN Messenger 6.4 Agenda 6.5 Contactpersonen 6.6 Taken 6.
6.1 E-mail en SMS-berichten Onder Messaging (Berichten) vindt u al uw e-mailaccounts en uw SMS-account. U kunt e-mail via Outlook, webmail via een internetprovider en SMS-berichten rechtstreeks verzenden en ontvangen. Op het werk kunt u uw e-mail bereiken via een VPN-verbinding (virtual private network). 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook Een e-mailaccount instellen Voordat u e-mails kunt verzenden en ontvangen, moet u eerst een e-mailaccount instellen.
Instelling User name (Gebruikersnaam) Password (Wachtwoord) Server type (Servertype) Account name (Accountnaam) 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook Domain (Domein) Beschrijving Voer de gebruikersnaam in die u is toegewezen door uw internetprovider of uw netwerkbeheerder. Dit is vaak het begin van uw e-mailadres, het gedeelte vóór het apenstaartje (@). Kies een sterk wachtwoord.
Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6 Instelling Outgoing server settings (Instellingen uitgaande server) Use different user name for outgoing server (Gebruik een andere gebruikersnaam voor de uitgaande server) User name (Gebruikersnaam) Beschrijving Het is mogelijk dat voor uw uitgaande mailserver andere verificatie-instellingen zijn vereist dan voor uw inkomende mailserver.
Als u off line werkt, worden e-mailberichten verplaatst naar de map Outbox (Postvak UIT) en worden ze verzonden zodra u weer verbinding maakt. SMS-berichten worden direct verzonden. • A ls u de prioriteit van een e-mailbericht wilt instellen, selecteert u Menu > Message Options (Berichtopties). • A ls u een bericht wilt annuleren, selecteert u Menu > Cancel 6 Message (Bericht annuleren).
Berichten downloaden De manier waarop u berichten downloadt is afhankelijk van het type account dat u hebt: • 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook • • Als u e-mail wilt verzenden en ontvangen voor een Outlook-e-mailaccount, begint u de synchronisatie met ActiveSync. Zie “Gegevens synchroniseren” in hoofdstuk 3 voor meer informatie.
3. Klik op Menu > Send/Receive (Verzenden/ontvangen). De berichten op de telefoon en op de e-mailserver worden als volgt gesynchroniseerd: nieuwe berichten worden gedownload naar de Inbox (Postvak in) van de telefoon, berichten in de Outbox (Postvak uit) van de telefoon worden verzonden, en berichten die van de server zijn verwijderd worden ook verwijderd uit de Inbox (Postvak in) van de telefoon.
u niet aan uw pc werkt. U kunt alleen mappen op pc’s en telefoons maken en verwijderen wanneer u verbinding hebt met een Exchange-mailserver. Net als voor Outlook-accounts geldt voor een account die mail verzendt en ontvangt via een IMAP4-mailserver, dat alle berichten op de telefoon kopieën zijn van de berichten op de server. De lokale mappen die u op de telefoon maakt en de e-mailberichten die u naar die mappen verplaatst, worden gekopieerd naar de e-mailserver.
6.2 MMS-berichten Het is leuk en gemakkelijk om berichten van het type MMS (Multimedia Message Service) te maken en te verzenden. U kunt foto’s of videoclips vastleggen of invoegen, geluid opnemen of invoegen, tekst toevoegen, en dat alles meesturen met uw MMS-bericht. 6 • Selecteer in het programma Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) een afbeelding in My Pictures (Mijn afbeeldingen) en klik op Menu > Send (Verzenden).
MMS-instellingen bewerken Klik in het MMS-hoofdscherm op Menu > Options (Opties) > Account Options (Accountopties) > MMS om naar het scherm Preferences (Voorkeuren) te gaan en MMS-instellingen te bewerken. Schakel de aangeboden keuzevakjes naar wens in of uit. Klik in het scherm Preferences (Voorkeuren) op Menu > MMSC Settings (MMSC-instellingen) > Edit (Bewerken) om naar de instellingen voor het Multimedia Messaging Service Center (MMSC) te gaan.
Als u een kopie van het bericht aan anderen wilt sturen gaat u naar de velden Cc en Bcc door Menu > Send Options (Verzendopties) te selecteren. Voer in deze velden de telefoonnummers of e-mail adressen van de geadresseerden in of klik op Menu > Recipients (Geadresseerden) > Add (Toevoegen) om deze gegevens vanuit Contacts (Contactpersonen) toe te voegen. De volgende symbolen geven navigatiemogelijkheden aan naar sommige opties in het MMS-scherm. Klik op om naar de vorige dia te gaan.
Een afbeelding of videoclip invoegen in een MMS‑bericht U kunt stilstaand beeld (afbeelding) of bewegend beeld (video) toevoegen aan elke afzonderlijke dia in het MMSscherm. 1. Klik op Insert Picture/Video (Afbeelding/video invoegen) om een afbeelding of videoclip in te voegen. 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook 2. Selecteer een afbeelding of videoclip in het scherm Select Media (Media selecteren).
Vooraf gedefinieerde tekst toevoegen aan een MMS‑bericht U kunt tekst rechtstreeks vanuit een lijst met vooraf gedefinieerde woorden of woordgroepen toevoegen aan een dia. Deze lijst wordt Canned Text (Opgeslagen tekst) genoemd. • Klik in het MMS-scherm op Menu > Insert Object (Object invoegen) > Canned Text (Opgeslagen tekst) en klik vervolgens op Select (Selecteren) of op Menu > Select (Selecteren) om een tekst uit de lijst met opgeslagen tekst in te voegen.
Een geluidsfragment toevoegen aan een MMS-bericht U kunt geluidsfragmenten toevoegen aan uw MMSberichten. U kunt echter maar één geluidsfragment per dia toevoegen. 1. Selecteer Insert Audio (Audio invoegen) om een geluidsfragment in te voegen. Selecteer een geluidsfragment in het scherm Select Audio (Audio selecteren). Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6 Standaard wordt in het scherm Select Audio (Audio selecteren) de inhoud van de map My Sounds (Mijn geluiden) weergegeven.
Background (Achtergrond) Template (Sjabloon) Functie Het telefoonnummer of e-mailadres van de geadresseerde(n) opgeven Een afbeelding/video, geluid of vooraf gedefinieerde tekst invoegen Een afbeelding, geluidsfragment of videoclip maken die in het bericht kan worden ingevoegd Een vCard, vCalendar of ander bestand bijsluiten Een afbeelding of video uit het bericht verwijderen 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook Optie Recipients (Geadresseerden) Insert Object (Object invoegen) Capture (Vastlegge
MMS-berichten bekijken en beantwoorden MMS-berichten ontvangen • Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6 Klik in een willekeurig scherm met mappen voor MMS-berichten op Menu > Send/Receive (Verzenden/ ontvangen). Standaard worden berichten automatisch gedownload naar uw telefoon. Een MMS-bericht weergeven U kunt op verschillende manieren MMS-berichten weergeven. • • • Druk op Enter om het bericht op uw telefoon weer te geven en af te spelen.
6.3 Pocket MSN Messenger Pocket MSN Messenger brengt de functies van MSN Messenger op uw telefoon. Met Pocket MSN Messenger kunt u het volgende doen: Expresberichten verzenden en ontvangen. Zien welke contactpersonen on line en off line zijn. U aanmelden voor statusupdates voor bepaalde contactpersonen zodat u ziet wanneer ze on line gaan. • Contactpersonen blokkeren zodat deze uw status niet kunnen zien en geen berichten naar u kunnen verzenden.
Contactpersonen toevoegen of verwijderen • Als u een contactpersoon wilt toevoegen, klikt u op Menu > Add Contact (Contactpersoon toevoegen), waarna u de aanwijzingen in het scherm opvolgt. • 6 Als u een contactpersoon wilt verwijderen, selecteert u de contactpersoon en klikt u vervolgens op Menu > Delete Contact (Contactpersoon verwijderen). Berichten uitwisselen en werken met Outlook Een expresbericht verzenden 1. Klik op de contactpersoon naar wie u een bericht wilt verzenden. 2.
Uw schermnaam wijzigen 1. Klik op Menu > Options (Opties). 2. Typ bij My display name (Mijn weergegeven naam) de naam die u aan anderen wilt tonen in MSN Messenger. 3. Klik op Done (Gereed). 6 6.4 Agenda 5. Klik op Done (Gereed). Gebeurtenissen die een hele dag duren, bezetten geen tijdblokken in de agenda. In plaats daarvan worden ze in een band boven aan de agenda weergegeven. Een afspraak terugkerend maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Calendar (Agenda). 2.
Uw afspraken bekijken U kunt uw afspraken in drie verschillende weergaven bekijken: maand-, week- en agendaweergave. 1. Klik in het beginscherm op Start > Calendar (Agenda). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op Menu > Month View (Maandweergave). • Klik op Menu > Week View (Weekweergave). • Klik op Menu > Go to Today (Ga naar vandaag), of klik in de Week View (Weekweergave) of Month View (Maandweergave) op Menu > Agenda View (Agendaweergave).
Als u op uw pc met Outlook werkt, kunt u contactpersonen op de telefoon en de pc synchroniseren. Een nieuwe contactpersoon maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen) > New (Nieuw). 2. Voer gegevens in over de nieuwe contactpersoon. 3. Klik op Done (Gereed).
Als u een ander nummer dan het standaardtelefoonnummer wilt bellen, selecteert u de contactpersoon, bladert u naar het gewenste nummer en druk u op Spreken ( ). Een e-mail verzenden naar een contactpersoon 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. 3. 4. 5. Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6 Selecteer de contactpersoon. Selecteer het e-mailadres. Selecteer de e-mailaccount die moet worden gebruikt.
• Filter de lijst op categorie. Klik in de lijst met contactpersonen op Menu > Filter. Klik vervolgens op een categorie die u hebt toegewezen aan een contactpersoon. Als u weer alle contactpersonen wilt weergeven, selecteert u All Contacts (Alle contactpersonen). • 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Klik op Menu > Filter. 3. Selecteer een categorie om op te filteren.
Een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. 3. 4. 5. Berichten uitwisselen en werken met Outlook 6 Selecteer de contactpersoon. Klik op Menu > Edit (Bewerken). Klik op Picture (Afbeelding). Klik op de afbeelding die u wilt toevoegen. De gegevens van een contactpersoon verzenden U kunt een contactpersoonkaart via MMS naar een andere telefoon verzenden. 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2.
• W anneer u op de pc een nieuwe taak met herinnering maakt en vervolgens de taken synchroniseert met de telefoon, wordt de herinnering geactiveerd op het tijdstip dat is ingesteld op de pc. Een taak verwijderen 1. Klik in het beginscherm op Start > Tasks (Taken). 2. Selecteer de taak en klik vervolgens op Menu > Delete Task (Taak verwijderen). • Als u de lijst wilt sorteren, klikt u op Menu > Sort by (Sorteren op), waarna u een sorteeroptie kiest.
Een spraaknotitie maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Voice Notes (Spraaknotities). 2. Houd de telefoonmicrofoon bij uw mond. 3. Klik op Record (Opnemen) en spreek de spraaknotitie in. 6 Berichten uitwisselen en werken met Outlook 4. Klik op Stop (Stoppen) om de opname van de spraaknotitie te beëindigen. Een spraaknotitie verwijderen 1. Klik in het beginscherm op Start > Voice Notes (Spraaknotities). 2. Selecteer de spraaknotitie die u wilt verwijderen. 3. Klik op Menu > Delete (Verwijderen). 4.
Hoofdstuk 7 Met multimedia werken 7.1 Camera en videorecorder 7.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) 7.3 Windows Media Player 7.
7.1 Camera en videorecorder Met de ingebouwde camera kunt u heel eenvoudig foto’s maken en videoclips met geluid opnemen. De camera of videorecorder openen Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik in het beginscherm op Start > Camera. • Klik in het beginscherm op Start > Video Recorder (Videorecorder). • Druk op de knop Camera van uw telefoon. Druk op Beëindigen ( ) om af te sluiten.
De volgende vastlegmodi zijn beschikbaar: Photo ( ) Video ( ) MMS Video ( Contacts Picture ) ( Picture Theme Functie Hiermee maakt u gewone foto-opnamen. ) Hiermee legt u videoclips vast, met of zonder geluid. Hiermee legt u videoclips vast die via MMS kunnen worden verzonden. Hiermee maakt u een foto die als pasfoto kan worden toegewezen aan een contact persoon. Hiermee maakt u foto’s en plaatst deze in lijsten.
• Zoomindicator. zoom: 2.0x / 1.0x geeft de huidige zoomverhouding aan. • Indicator voor vastlegstatus. Nadat u in het scherm Camera op Capture (Vastleggen) hebt geklikt, drukt u op de knop Camera of op de knop Enter. Geeft aan dat de camera in werking is en dat de genomen foto wordt opgeslagen of dat er videobeeld wordt opgenomen. • Indicator voor geluidsopname. ( / ) geeft de audiostatus aan (Aan/Uit) terwijl videobeeld wordt opgenomen in de vastlegmodus Video of MMS Video.
Gebruik van de vastlegmodi voor stilstaand beeld Wanneer u werkt in vastlegmodi voor stilstaand beeld zoals Photo, Contacts Picture en Picture Theme, kunt u één foto maken door op Capture (Vastleggen) te klikken. U kunt ook op de knop Camera of de knop Enter in de navigatietoets drukken om het beeld vast te leggen. Stilstaande beelden worden vastgelegd en opgeslagen in JPEG-indeling. Met multimedia werken 7 Wanneer u een foto maakt in de modus Picture Theme, kunt u een vooraf ingestelde sjabloon kiezen.
De vastlegmodus MMS Video Wanneer u werkt in de vastlegmodus MMS Video, klikt u op Capture (Vastleggen) in het scherm Camera om de video-opname te starten. U kunt ook op de knop Enter of de knop Camera van de telefoon drukken om de video-opname (desgewenst met geluid) te starten. Klik op Stop (Stoppen) of druk opnieuw op Enter of Camera om de opname te stoppen. De opnameduur ligt bij MMS Video vast. De opname eindigt automatisch wanneer de vooraf ingestelde opnameduur is bereikt.
Photo Contacts Picture Picture Theme Resolutie Medium (176 x 144) Zoombereik 1.0x tot 2.0x Klein (128 x 96) 1M (1280 x 1024) Groot (640 x 480) Medium (320 x 240) Klein (160 x 120) Volledig scherm (240x266) Afhankelijk van de huidige sjabloon 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 4.0x 1.0x tot 8.0x 1.0x tot 4.
Het menu Camera Als u op Menu klikt in het scherm Camera, kunt u kiezen uit verschillende vastlegmodi en per modus een aantal instellingen aanpassen. Hieronder vindt u een overzicht van de menuopties.
Het menu Options (Opties) Ga voordat u een foto- of video-opname maakt, in welke modus dan ook, via Menu > Options (Opties) naar het scherm Options (Opties). Hier kunt u instellingen voor vastleggen configureren. U kunt de volgende instellingen configureren in het scherm Options (Opties).
Het scherm Review (Beoordelen) Wanneer u op Menu > Options (Opties) > General (Algemeen) klikt in het scherm Camera, ziet u dat het aankruisvakje Review after capture (Beoordelen na vastleggen) in het scherm General (Algemeen) standaard is ingeschakeld, zodat u de foto of videoclip kunt bekijken nadat deze is vastgelegd. Met multimedia werken 7 De titelbalk van het scherm Review (Beoordelen) geeft de Zoom- of Pan-modus aan. Druk op Enter om tussen deze beide modi heen en weer te schakelen.
U kunt ook een geheugenkaart gebruiken om afbeeldingen en videobestanden te kopiëren van uw pc naar uw telefoon. Plaats de geheugenkaart in de sleuf voor de geheugenkaart in de telefoon en kopieer vervolgens de bestanden van uw pc naar de map die u op de geheugenkaart hebt gemaakt. Met multimedia werken 7 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) Afbeeldingen bekijken 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s).
Diavoorstellingen bekijken U kunt uw afbeeldingen in een diavoorstelling op uw telefoon bekijken. De afbeeldingen worden elk vijf seconden schermvullend weergegeven. 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 7 Met multimedia werken 2. Klik op Menu > Play Slide Show (Diavoorstelling afspelen). U kunt schaalopties voor foto’s opgeven om de weergave in een diavoorstelling te optimaliseren. Klik op Menu > Options (Opties) en selecteer Slide Show (Diavoorstelling).
3. Klik op Menu > Edit (Bewerken) en voer een van de volgende handelingen uit: Als u een afbeelding 90 graden wilt draaien, klikt u op Menu > Rotate (Roteren). • Als u een afbeelding wilt bijsnijden, klikt u op Menu > Crop (Bijsnijden). Sleep vervolgens de aanwijzer naar de eerste hoek van het bijsnijdgebied en klik op Next (Volgende).
6. Pas de transparantie aan. Selecteer een hoger percentage om de afbeelding transparanter te maken of een lager percentage om de afbeelding minder transparant te maken. 7. Klik op Finish (Voltooien). Afbeeldingen en videoclips verzenden via e-mail U kunt afbeeldingen en videoclips via e-mail naar andere telefoons verzenden. Met multimedia werken 7 1. Stel Messaging (Berichten) in om berichten te verzenden en ontvangen. 2.
Afbeeldingen verzenden U kunt een afbeelding naar iemand anders verzenden met behulp van infraroodtechnologie. 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer de afbeelding die u wilt verzenden. 3. Klik op Menu > Beam (Verzenden). 4. Selecteer het apparaat waarnaar u de afbeelding wilt verzenden. Met multimedia werken 7 5. Klik op Beam (Verzenden).
Wanneer u General (Algemeen) hebt geselecteerd in het scherm Options (Opties), kunt u: 7 • de afbeelding verkleinen zodat foto’s sneller kunnen worden verzonden via e-mail; • de richting instellen waarin een afbeelding kan worden geroteerd. Met multimedia werken Wanneer u Slide Show (Diavoorstelling) hebt geselecteerd in het scherm Options (Opties), kunt u: • de weergave-instellingen voor diavoorstellingen configureren; • schermbeveiliging activeren.
7.3 Windows Media Player Met Microsoft® Windows Media™ Player Mobile voor Smartphone kunt u digitale audio- en videobestanden afspelen die op het toestel of op een netwerk (bijvoorbeeld op een website) zijn opgeslagen.
De besturingselementen Standaard zijn de volgende toetsenbordtoetsen toegewezen aan functies van Windows Media Player Mobile.
De opdrachten in het menu in het scherm Playback (Afspelen) In het scherm Playback (Afspelen) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
De opdrachten in het menu in het scherm Now Playing (de afspeellijst) In het scherm Now Playing (afspeellijst) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
De opdrachten in het menu in het scherm Library (Bibliotheek) In het scherm Library (Bibliotheek) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
Als u een beveiligd bestand van uw pc naar uw telefoon wilt kopiëren, kunt u met de pc-speler de bestanden naar uw telefoon synchroniseren (in plaats van het slepen van een bestand van een map op de pc naar uw telefoon). Op deze manier wordt de licentie ook gekopieerd. Raadpleeg de Help bij de pc-speler voor meer informatie over de synchronisatie van bestanden naar uw toestel en andere mobiele apparaten.
Mediabestanden afspelen in een netwerk Met de opdracht Open URL (URL openen) kunt u een nummer of een videobestand afspelen dat op internet of een netwerkserver is opgeslagen. 1. Als het scherm Library (Bibliotheek) niet wordt weergegeven, klikt u op Menu > Library (Bibliotheek). U kunt alleen mediabestanden in een netwerk afspelen als uw telefoon verbinding heeft met het netwerk. Bestanden kopiëren naar uw telefoon Met de functie Sync (Synchr.
5. Klik op Finish (Voltooien). 6. De bestanden worden gesynchroniseerd naar uw telefoon. De volgende keer dat u de telefoon aansluit op uw pc terwijl de pc-versie van Windows Media Player draait, wordt het synchroniseren automatisch gestart. • G ebruik altijd de pc-versie van Windows Media Player 10 om bestanden te synchroniseren (kopiëren) naar uw telefoon. Gebruik bijvoorbeeld niet Windows Explorer (Verkenner) om bestanden van de computer naar de telefoon te slepen.
Het uiterlijk van de speler veranderen U kunt het uiterlijk van het scherm Playback (Afspelen) aanpassen door een nieuwe weergave te kiezen. 1. Als u niet in het scherm Playback (Afspelen) bent, drukt u op Terug om dat scherm weer te geven. 2. Klik op Menu > Options (Opties) > Skins (Weergaven). 7 Met multimedia werken 3. Om een weergave te selecteren drukt u links en rechts op de navigatietoets totdat u de gewenste weergave hebt gevonden. 4. Klik op Done (Gereed).
7 • • Toegankelijkheid in Microsoft Windows Aanpassen van Microsoft-producten voor mensen met een handicap • • • • Gratis stapsgewijze oefeningen Microsoft-documentatie in andere indelingen Ondersteunende technologie voor Windows Klantenservice voor doven of slechthorenden Met multimedia werken De informatie in dit gedeelte is alleen van toepassing op gebruikers die hun gelicentieerde Microsoft-product in de Verenigde Staten hebben aangeschaft.
7.4 MIDlet Manager MIDlets zijn Java-toepassingen die kunnen worden uitgevoerd op draagbare apparatuur. Uw telefoon onder steunt Java 2 Edition, J2ME. Met de MIDlet Manager kunt u Java-toepassingen downloaden, zoals spellen en hulpprogramma’s die speciaal voor draagbare apparatuur zijn ontworpen. De Java MIDlet Manager biedt u de flexi biliteit om aanvullende J2ME-toepassingen van internet te installeren en te beheren. Met multimedia werken 7 MIDlets van internet installeren 1.
MIDlets installeren van een pc U kunt de MIDlets/MIDlet-pakketten van een pc op uw telefoon installeren met een USB-kabel, een infra roodverbinding of Bluetooth. MIDlets die u via infrarood, Bluetooth of per e-mailbijlage naar uw telefoon kopieert, worden automatisch opgeslagen in de map My Documents (Mijn documenten). U kunt MIDlet-bestanden van een pc ook kopiëren naar een van de volgende tijdelijke mappen op de telefoon. MIDlet Manager voert vervolgens vanuit die map de installatie uit.
Als u de MIDlet-bestanden uit de standaardmap wilt verwijderen, klikt u op Menu > Delete (Verwijderen). Met multimedia werken 7 MIDlet Manager MIDlets uitvoeren op uw telefoon 1. Klik in het beginscherm op Start > MIDlet Manager. Het scherm Java Apps (Java-toepassingen) wordt geopend. 2. Selecteer een MIDlet in de lijst met behulp van de navigatietoets. 3. Druk op Enter om de MIDlet te starten.
Als u alle MIDlets wilt stoppen die nu op uw telefoon worden uitgevoerd, klikt u op Menu > Stop All (Alle stoppen). MIDlets beheren U kunt de MIDlets in groepen onderbrengen en aangepaste groepen definiëren. Ook kunt u de instellingen voor de standaardweergave van een MIDlet wijzigen. 7 Met multimedia werken De weergave-instellingen aanpassen 1. Klik in het beginscherm op Start > MIDlet Manager. Het scherm Java Apps (Java-toepassingen) wordt geopend. 2. Klik op Menu > Settings (Instellingen). 3.
De naam van een MIDlet-pakket kan niet worden gewijzigd. De installatie van een MIDlet ongedaan maken Controleer eerst of de MIDlet of het MIDlet-pakket niet wordt uitgevoerd voordat u begint het te verwijderen. 1. In het scherm Java Apps (Java-toepassingen) selecteert u de MIDlet of het MIDlet-pakket met behulp van de navigatietoets. Met multimedia werken 7 2. Selecteer Menu > Manage (Beheren) > Uninstall (Installatie ongedaan maken). 3. Klik op OK om de bewerking te bevestigen.
3. Kies een netwerktype in de lijst. 4. Klik op Select (Selecteren). MIDlet-beveiliging configureren Voor elke MIDlet en elk MIDlet-pakket kunt u de beveiligings instellingen wijzigen. 1. In het scherm Java Apps (Java-toepassingen) selecteert u een MIDlet met behulp van de navigatietoets. Met multimedia werken 7 2. Selecteer Menu > Manage (Beheren) > Security (Beveiliging). 3. Configureer de beveiligingsopties, zoals Local Connectivity (Lokale verbinding), App Auto Run (Toep.
Foutmeldingen van MIDlet Manager Hieronder staat een overzicht van de foutmeldingen die kunnen worden weergegeven wanneer u MIDlets en MIDletpakketten gebruikt en beheert op uw telefoon. The jar manifest does not match the jad. Invalid Java application descriptor (jad). Invalid Java archive (jar). This Java application is not compatible with this device. Beschrijving De telefoon heeft te weinig geheugen.
Met multimedia werken 7 144
Appendix A.1 Voorschriften A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x A.
Appendix A.1 Voorschriften Bureau-identificatienummers Voor wettelijke identificatie is aan uw product (Smartphone) het modelnummer ST22D toegewezen. De batterij heeft het modelnummer ST26A, ST26B en ST26C. Om een betrouwbare en veilige werking van uw Smartphone te waarborgen, dient u alleen de accessoires te gebruiken die in dit document worden genoemd. Dit product is bedoeld voor gebruik met een gecertificeerde, tot klasse 2 beperkte stroombron, met 5 volt gelijkstroom en maximaal 1A-voedingseenheid.
• • ANSI/IEEE C.95.1-1992 – specific absorption rate in mobile phone emission condition for body health. • EN 50360 - 2001 – Product standard to demonstrate the compliance of mobile phones with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields (300 MHz ~ 3 GHz). SAR value – 0.
Appendix Deze apparatuur mag worden gebruikt in de volgende landen: AT BE BG CH CY CZ DE DK EE ES FI FR GB GR HU IE IT IS LI LT LU LV MT NL NO PL PT RO SE SI SK TR Belangrijke informatie over veiligheid Volg alle instructies over productveiligheid en werking op. Neem alle waarschuwingen op het product en in de handleiding in acht.
• Er is vloeistof op het product terechtgekomen, of er is een object in het product gevallen. • • • • Het product is blootgesteld aan regen of aan water. Het product is gevallen of is beschadigd. Er zijn merkbare tekenen van oververhitting. Het product werkt niet goed als u de bedieningsinstructies volgt.
Appendix Gebruik het product met goedgekeurde apparatuur Dit product mag alleen worden gebruikt met pc’s en opties die worden aangeduid als geschikt voor gebruik met uw apparatuur. Pas het volume aan Zet het volume lager voordat u koptelefoons of andere audioapparatuur gebruikt. Reiniging Haal voor het reinigen de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of middelen in spuitbussen.
Appendix Exposure to radio frequency (RF) signals Your wireless phone is a radio transmitter and receiver. It is designed and manufactured not to exceed the emission limits for exposure to radio frequency (RF) energy. These limits are part of comprehensive guidelines and establish permitted levels of RF energy for the general population. The guidelines are based on the safety standards previously set by international standards bodies: • American National Standards Institute (ANSI) IEEE. C95.
Appendix Informatie over veiligheid van TIA (Telecommunications & Internet Association) Pacemakers De Health Industry Manufacturers Association adviseert dat minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Veiligheidsmaatregelen VEILIGHEID IN VLIEGTUIGEN: dit product kan het navigatie systeem en het netwerk van een vliegtuig storen. In de meeste landen is het verboden om dit product aan boord van een vliegtuig te gebruiken. Appendix Schakel de telefoon UIT in gezondheidscentra wanneer er borden zijn aangebracht met aanwijzingen om dit te doen. Ziekenhuizen of gezondheidscentra werken mogelijk met apparatuur die gevoelig is voor radiofrequentie-energie.
A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x Appendix Om een verbinding tussen uw toestel en de pc tot stand te kunnen brengen, moet de toepassing ActiveSync® van Microsoft® op de computer zijn geïnstalleerd. ActiveSync 4.
Scherm Transflective 2,2-inch QVGA TFTLCD Resolutie 320 x 240 met 64.
Appendix Audio Microfoon/luidspreker Ingebouwde microfoon en 3-in-1luidspreker Koptelefoon AAC/-AMR-/WMA-/WAV-/MP3-codec Afmetingen en gewicht Afmetingen 108 mm (L) x 46 mm (B) x 17 mm (H) Gewicht 106 g inclusief batterij Besturing en lampjes 156 Navigatie 5-richtings navigatietoets/knop Actie Knoppen • Aan/uit (bovenaan) • Comm Manager (Verbindingsbeheer) (linkerkant) • Volumeregelaar: volume omhoog/ omlaag (linkerkant) • Camera (rechterkant) • Linkersoftkey • Beginscherm • Terug naar het v
Uitbreidingssleuf SD/MMC-sleuf Mini-SD-geheugenkaartsleuf Batterij 1150 mAh (gangbaar) lithium-ion verwisselbare, oplaadbare batterij Spreektijd Tot 5 uur Stand-by Tot 250 uur Wisselstroomadapter isselstroomingang/frequentie: • W 100 ~ 240 VAC, 50/60 Hz • Nominale uitgang: 5V gelijkstroom, 1A (gangbaar) Appendix Voeding 157
Appendix
Index
A Index Aanmelden bij MSN Messenger 101 Aanvullende oproepinformatie 29 ActiveSync 34 Afbeeldingen als achtergrond instellen 123 Afbeeldingen bekijken 121 Afbeeldingen en video’s 120 Afbeeldingen en video’s bewerken 122 Afbeeldingen en video’s toevoegen aan MMSberichten 96 Afbeeldingen en video’s verzenden 124 Afbeeldingen en videoclips verwijderen 122 Afbeeldingen toewijzen aan contactpersonen 125 Afbeeldingen verbergen op webpagina’s 69 Afbeeldingen verzenden 125 Afspeellijst, scherm 128 Af
D Datum instellen 45 Deblokkeren 102 Diavoorstellingen bekijken 122 Digital Rights Management 131 E E-mail 86 Eén kolom-weergave 69 Eigenaar, info 48 Energiebeheer 49 Exchange Server 37 Expresbericht 102 F Favorieten (Internet Explorer) 70 Foto’s en video’s kopiëren 120 Foutenrapportage 51 Foutmeldingen MIDlet Manager 143 G Gebeurtenissen, melding 46 Gegevens synchroniseren 35 Index Gegevens verzenden 80 Gelicentieerde media 131 Geluiden 46 Geluid toevoegen aan MMSberichten 98 Gesch
Index 162 MIDlets installeren van pc 138 MIDlets lokaal installeren 138 MIDlets stoppen 139 MIDlets uitvoeren 139 MIDlets van internet installeren 137 MIDlet Manager 137 MMS-berichten 93 MMS-berichten beantwoorden 100 MMS-berichten maken uit sjablonen 95 MMS-berichten ontvangen 100 MMS-berichten opstellen 94 MMS-berichten weergeven 100 MMS starten 93 MMS Video, vastlegmodus 116 Modelnummer (telefoon/ batterij) 146 Modemkoppeling 71 MSN Messenger 101 MSN Messenger starten 101 Multidruk-mod
Programma’s toevoegen en verwijderen 51 Programmapictogrammen 9 Regionale instellingen 45 S Schermnaam 103 Scherm Review (Beoordelen) openen 120 SMS-berichten 86 Spraaknotities 109 Standaardweergave 69 Status 102 Statusindicatoren 9 Synchronisatie-instellingen voor media 41 Synchroniseren met Exchange Server 37 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 39 T9-modus 14 Taakbeheer 53 Taal instellen 45 Taken 108 Tekengrootte op webpagina’s 69 Tekst en cijfers invoeren 13 Telefoonblokkering
Webbrowser 69 Webpaginaweergave 69 Weergaven van webpagina’s 69 Wi-Fi 83 Wi-Fi-verbinding beveiligen 84 Windows Media Player 40, 127 Windows Media Player, problemen oplossen 136 Windows Media Player, toegankelijkheid 135 Windows Media Playermenu’s 128 Windows Mobile, versie 51 Wizard Instelling synchronisatie 34 Z Zoombereik van de camera 116
WEEE Notice English.......................................................... The Directive on Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE), which entered into force as European law on 13th February 2003, resulted in a major change in the treatment of electrical equipment at end-of-life. The purpose of this Directive is, as a first priority, the prevention of WEEE, and in addition, to promote the reuse, recycling and other forms of recovery of such wastes so as to reduce disposal.