Operation Manual

14
1
Aan de slag
De invoermodus wijzigen
1. Houd de toets * ingedrukt.
2. Klik in het menu op de gewenste invoermodus.
Multidruk-modus gebruiken
Wanneer u in Multidruk-modus werkt, voert u een teken in
door op de cijfertoets te drukken waarop de letter staat.
Tekst invoeren in Multidruk-modus
Druk één keer als u het eerste teken op de cijfertoets
wilt invoeren. Druk twee keer als u het tweede teken
op de cijfertoets wilt invoeren, enzovoort.
Als u tekens wilt invoeren die op dezelfde cijfertoets
staan, wacht u even nadat u het eerste teken hebt
ingevoerd.
Als u interpunctietekens wilt invoeren, drukt u op
1 totdat het gewenste interpunctieteken wordt
weergeven.
De toetsenbordinterval wijzigen
U kunt instellen hoe lang u moet wachten voordat u een
teken van dezelfde cijfertoets kunt gebruiken.
1. Klik in het beginscherm op Start.
2. Klik op Settings (Instellingen) > More (Meer) >
Accessibility (Toegankelijkheid).
3. Selecteer bij Multipress time out (T
oetsenbord-
interval) de gewenste pauzeduur tussen toets-
aanslagen.
T9-modus gebruiken
Als u in T9-modus een woord wilt vormen, drukt u op de
cijfertoetsen met de gewenste letters. Terwijl u letters
invoert, worden de toetsaanslagen door T9 geanalyseerd,
waarna wordt geprobeerd om het woord te vormen. Als u
bijvoorbeeld het woord “trio” wilt typen, drukt u op 8, 7, 4, 6.