Operation Manual

84
5
Een verbinding maken
Wi-Fi maakt verbinding met het standaardnetwerk dat op uw telefoon
beschikbaar is. Als de telefoon echter geen WiFi-signaal kan vinden,
wordt standaard GPRS gestart.
Klik in Comm Manager op Settings (Instellingen) > Wi-Fi Settings
(Wi-Fi-instellingen) > Connection Status (Verbindingsstatus) om
van elk Wi-Fi-kanaal de status en signaalsterkte op dat moment te
bekijken.
Tijdens verbinding met een Wi-Fi-netwerk kunt u uw telefoon
het beste zo instellen dat de Wi-Fi-functie automatisch wordt
uitgeschakeld zodra er langer dan een minuut geen signaal wordt
ontvangen. Hiermee spaart u batterijvermogen.
Betere beveiliging op het Wi-Fi-netwerk
Met de LEAP-functie van Comm Manager (Lightweight
Extensible Authentication Protocol) kunt u uw telefoon
beter beveiligen en ervoor zorgen dat niemand zonder
uw
toestemming toegang tot het netwerk kan krijgen.
1. Selecteer LEAP in het scherm Wi-Fi Connections
(Wi-Fi-verbindingen).
2. Klik op Menu > New (Nieuw).
Standaard worden in het LEAP-scherm de gegevens weergegeven
die u eerder hebt ingevoerd. Zo nodig kunt u deze gegevens
wijzigen of verwijderen door in het LEAP-scherm op Menu > Modify
(Wijzigen) of op Menu > Delete (Verwijderen) te klikken.
3. Voer de SSID(ServiceSetIdentier)in.
U kunt deze id opvragen bij uw serviceprovider.
4. Voer de gebruikersnaam, het wachtwoord en het
domein in.
5. Selecteer een vericatietype.
Op uw telefoon is het verificatietype standaard op
Open System (Open systeem) ingesteld.
Voor een goede werking van LEAP moet op de ontvangende telefoon
(uw telefoon) dezelfde SSID en gebruikersnaam en hetzelfde
wachtwoord worden ingevoerd als op het toegangspunt.