Smar Handleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van de nieuwe Windows Mobile™ Smartphone. Lees voordat u verdergaat deze aanwijzingen. HET TOESTEL IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UIT DE VERPAKKING HAALT. VERWIJDER DE BATTERIJ NIET WANNEER HET TOESTEL WORDT OPGELADEN. UW GARANTIE VERVALT ALS U DE BUITENSTE BEHUIZING VAN HET TOESTEL OPENT OF DEMONTEERT. BEPERKINGEN VANWEGE PRIVACY In sommige landen moeten opnamen van telefoongesprekken openbaar worden gemaakt.
Belangrijke informatie over veiligheid Bij het gebruik van dit product moet u de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht nemen om aanklachten en schade te voorkomen. Volg alle instructies over productveiligheid en werking op. Neem alle waarschuwingen in de handleiding van het product in acht. Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico van lichamelijk letsel, elektrische schok, brand en schade aan de apparatuur te verkleinen.
Waarschuwing! ALS DE BATTERIJ VERKEERD WORDT TERUGGEPLAATST, BESTAAT EXPLOSIEGEVAAR. OM HET RISICO VAN BRAND EN BRANDWONDEN TE VERKLEINEN, MAG U DE BATTERIJ NIET DEMONTEREN, PLETTEN, DOORBOREN, KORTSLUITEN, BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN BOVEN 60 ˚C OF WEGGOOIEN IN VUUR OF WATER. VERVANG DE BATTERIJ ALLEEN DOOR EEN BATTERIJ DIE GESCHIKT IS VOOR HET PRODUCT.
OMGEVINGSVEILIGHEID Gebruik dit product niet in of bij benzinestations, brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken en locaties waar met explosieven wordt gewerkt of in gebieden met explosiegevaar zoals tankstations, onderdekken op boten, chemische bedrijven, faciliteiten voor de overdracht of opslag van brandstof of chemische stoffen en gebieden waar de omgevingslucht chemische stoffen of deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder bevat.
Algemene veiligheidsmaatregelen • Neem onderhoudsadviezen in acht voer zelf geen onderhoud aan het product uit behalve wanneer dit in documentatie over werking en onderhoud wordt beschreven. Onderhoud aan componenten binnen deze compartimenten mag alleen worden gedaan door een geautoriseerde onderhoudstechnicus of leverancier.
• Vermijd onstabiele montage plaats het product niet op een onstabiele basis. • Gebruik het product met goedgekeurde apparatuur Dit product mag alleen worden gebruikt met pc’s en opties die worden aangeduid als geschikt voor gebruik met uw apparatuur. • Pas het volume aan Zet het volume lager voordat u koptelefoons of andere audioapparatuur gebruikt. • Reiniging Haal voor het reinigen de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of middelen in spuitbussen.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met de telefoon 11 en de accessoires ...................................................... 12 1.2 De SIM-kaart plaatsen ................................................ 18 1.3 De Micro SD-kaart installeren ................................... 19 1.4 Het beginscherm ........................................................ 20 1.5 Statusindicatoren en programmapictogrammen ... 21 1.6 Het menu Start ...........................................
Hoofdstuk 3 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 41 3.1 ActiveSync .................................................................. 42 3.2 ActiveSync instellen .................................................. 42 3.3 Gegevens synchroniseren ........................................ 45 3.4 Synchroniseren via Bluetooth .................................. 50 3.5 Muziek en video synchroniseren .............................. 50 3.6 E-mailbeveiliging instellen ................
Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 6.1 95 E-mail en SMS-berichten ........................................... 96 6.2 MMS-berichten .......................................................... 106 6.3 Pocket MSN Messenger ........................................... 114 6.4 Agenda ...................................................................... 116 6.5 Contactpersonen ...................................................... 117 6.6 Taken ..................................
Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met de telefoon en de accessoires 1.2 De SIM-kaart plaatsen 1.3 De Micro SD-kaart installeren 1.4 Het beginscherm 1.5 Statusindicatoren en programmapictogrammen 1.6 Het menu Start 1.7 Het snelmenu 1.8 Gegevens invoeren 1.
Aan de slag 1.
Aan de slag 13 Onderdeel Functie 1. Spraaknotities/ Spraakcode Druk hier lang op om de recorder voor het opnemen van spraaknotities te starten. Druk hier kort op om de functie Voice Tag (Spraakcode) te starten. Houd er rekening mee dat deze knop niet werkt wanneer de flipcover gesloten is. Druk op deze knop om het volume van de telefoon tijdens een gesprek te verhogen of te verlagen. 2. Volume 3. Cameralens 1,3 megapixel CMOS-lens op de flipcover.
Aan de slag 14 15 16 21 17 22 18 23 24 19 25 20 26
Aan de slag 15 Onderdeel Functie 14. Oorgedeelte Hiermee kunt u een oproep beluisteren. 15. Weergavescherm 16. Linkersoftkey 17. Spreken 18. HOME 19. Toets 20. Lichtsensor 21. Rechtersoftkey 22. Aan/Uit/ Beëindigen 23. Vorige 24. Navigatietoets/ Enter 25. Toets 26. Microfoon Hiermee voert u de functie uit die wordt aangegeven door de label direct boven de knop.
Aan de slag LED-indicatorlampjes In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de verschillende kleuren die in de twee LED-indicatoren worden weergegeven. Bovenste LED Status Continu groen Batterij is volledig opgeladen. Brandt niet Toestel is uitgeschakeld, staat in vliegtuigmodus of valt buiten het bereik van het netwerk. Continu geel Batterij wordt opgeladen of het toestel gebruikt ActiveSync voor het synchroniseren met een pc. Knippert groen Verbinding met het netwerk.
Aan de slag 17 Accessoires De volgende accessoires worden bij het toestel geleverd: 3 1 2 Accessoire Functie 1. Wisselstroomadapter Hiermee kunt u de batterij opladen. 2. USB-kabel Hiermee kunt u het toestel met een pc verbinden en de gegevens synchroniseren. 3. Stereohoofdtelefoon Voorzien van een volumeknop en de knop Verzenden/ Beëindigen. Met de knop Verzenden/Beëindigen kunt u oproepen aannemen en beëindigen.
Aan de slag 1.2 De SIM-kaart plaatsen U ontvangt van uw serviceprovider een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Deze kaart bevat algemene informatie over uw abonnement, zoals uw telefoonnummer en uw adresboek. Schakel eerst de telefoon uit. 1. Verwijder het afdekplaatje van de batterij: Houd de telefoon in één hand met de voorzijde naar beneden. Druk met uw andere hand het afdekplaatje van de batterij naar beneden en schuif dit open. 2.
Aan de slag 19 1.3 De Micro SD-kaart installeren 1. Verwijder het afdekplaatje van de batterij. 2. Verwijder de SIM-kaart als u een kaart hebt geïnstalleerd. 3. Til de metalen Micro SD-kaarthouder op en plaats de Micro SDkaart in de sleuf. Plaats de Micro SD-kaart. Til de kaarthouder op. 4. Duw de metalen kaarthouder op zijn plek. 5. Plaats de SIM-kaart, batterij en het afdekplaatje van de batterij terug.
Aan de slag 1.4 Het beginscherm In het beginscherm wordt belangrijke informatie weergegeven, zoals afspraken, statusindicatoren, de huidige datum en tijd, het huidige profiel en pictogrammen van programma’s die u recent hebt gebruikt. U kunt een programma direct openen door het bijbehorende pictogram te selecteren en op Enter te drukken. • U kunt het beginscherm altijd openen door op Home te drukken.
Aan de slag 21 1.5 Statusindicatoren en programmapictogrammen De volgende tabel bevat de statusindicatoren en hun betekenis.
Aan de slag De volgende tabel bevat een overzicht van pictogrammen van de programma’s die op uw telefoon zijn geïnstalleerd. ActiveSync Informatie synchroniseren tussen de telefoon en een pc. Rekenmachine Gewone rekenkundige taken uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Agenda Afspraken bijhouden en vergaderverzoeken maken. Oproepgeschiedenis Alle gemaakte, ontvangen en gemiste oproepen bijhouden. Camera Op verschillende manieren foto’s maken.
Aan de slag 23 Internet Explorer Messaging MIDlet Manager Afbeeldingen en video’s Pocket MSN Settings (Instellingen) Snelkeuze SIM Manager STK-service (SIM-toolkit) Web- en WAP-sites bezoeken en nieuwe programma’s en bestanden downloaden van internet. E-mail- en tekstberichten verzenden en ontvangen. Java-programma’s, zoals games en hulpprogramma’s, downloaden en installeren op de telefoon.
Aan de slag 1.6 Het menu Start Het menu Start staat in de linkerbenedenhoek van het beginscherm en bevat een of meer schermen met programmapictogrammen. De verschillende programma’s in het menu Start weergeven • Klik in het beginscherm op Start. • Als u meer programma’s wilt zien, klikt u op More (Meer). Op de telefoon zijn allerlei programma’s geïnstalleerd waarmee u meteen aan de slag kunt.
Aan de slag 25 1.8 Gegevens invoeren Met het toetsenblok kunt u tekst en cijfers invoeren. De telefoon ondersteunt drie modi voor de invoer van tekst en cijfers: Multidruk, T9 en Numeriek. De modi Multidruk en T9 gebruikt u om tekst in te voeren. De numerieke modus gebruikt u om cijfers in te voeren. Als u een tekstveld of numeriek veld selecteert, selecteert de telefoon automatisch de juiste invoermodus.
Aan de slag De toetsenbordinterval wijzigen U kunt instellen hoe lang u moet wachten voordat u een teken van dezelfde cijfertoets kunt gebruiken. 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Accessibility (Toegankelijkheid). 2. Selecteer bij Multipress time out (Toetsenbordinterval) de gewenste pauzeduur tussen toetsaanslagen. T9-modus gebruiken Als u in T9-modus een woord wilt vormen, drukt u op de cijfertoetsen met de gewenste letters.
Aan de slag 27 Numerieke modus gebruiken Als in tekstvak alleen numerieke gegevens mogen worden ingevoerd, bijvoorbeeld een telefoonnummer, verandert de invoermodus automatisch in de numerieke modus. Als u echter cijfers wilt invoeren in een tekstregel, moet u overschakelen naar de numerieke modus en daarna weer naar Multidruk- of T9-modus om verder te gaan met het invoeren van tekst. Cijfers in tekstvakken invoeren ingedrukt om over te schakelen naar de 1. Houd de toets numerieke modus. 2.
Aan de slag Een nieuwe regel invoeren In een tekstvak met meerdere regels, zoals bijvoorbeeld het notitiegedeelte van een contactpersoon of een afspraak in de agenda, gaat u als volgt te werk: • Druk in een willekeurige invoermodus op Enter. Het plusteken invoeren voor internationale oproepen • Houd in een numeriek invoervak 0 ingedrukt. 1.
Aan de slag 29 Het scherm Power Management (Energiebeheer) • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Power Management (Energiebeheer) om het scherm Power Management (Energiebeheer) te openen. U kunt het batterijvermogen controleren in de balk Main battery (Hoofdbatterij). • Op het scherm Power Management (Energiebeheer) kunt u prestaties optimaliseren door de instellingen voor achtergrondverlichting, weergave en lichtsensor aan te passen.
Aan de slag
Hoofdstuk 2 Werken met telefoonfuncties 2.1 De telefoon gebruiken 2.2 Een uitgaande oproep starten 2.3 Een oproep ontvangen 2.4 Opties tijdens een oproep 2.
Werken met telefoonfuncties 2.1 De telefoon gebruiken Met uw telefoon kunt u oproepen starten, ontvangen en bijhouden, en SMS-berichten (Short Message Service) en MMS-berichten (Multimedia Messaging Service) verzenden. Bovendien kunt u oproepen starten vanuit de lijst met contactpersonen en eenvoudig contactgegevens van een SIM-kaart naar de lijst met contactpersonen in de telefoon kopiëren.
Werken met telefoonfuncties 33 Een beltoon voor inkomende oproepen instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Sounds (Geluiden). 2. Selecteer een beltoon in de lijst. 3. Klik op Done (Gereed). Als u Vibrate (Trillen) selecteert, wordt het geluid gedempt en trilt de telefoon wanneer u een oproep ontvangt. Het trilpictogram ( ) wordt weergegeven in de titelbalk. Als u None (Geen) selecteert in de lijst met beltonen, wordt de telefoon gedempt.
Werken met telefoonfuncties Tips • • Druk bij het invoeren van het telefoonnummer op de knop Vorige als u het teken links van de cursor wilt wissen. Wanneer u een cijfertoets op het toetsenblok indrukt, wordt een lijst met namen en nummers weergegeven aangezien de telefoon zoekt in de lijsten met contactpersonen, oproepgeschiedenis, snelkeuzenummers en op de SIM-kaart om een overeenkomende naam of nummer te vinden.
Werken met telefoonfuncties 35 De gegevens van contactpersonen bewerken Wanneer u een contactpersoon in de lijst selecteert en op Enter drukt om de gegevens en verschillende nummers van die contactpersoon weer te geven, kunt u: • Gegevens voor de betreffende contactpersoon bewerken door te klikken op Menu > Edit (Bewerken). • De geselecteerde contactpersoon op uw SIM-kaart opslaan door te klikken op Menu > Save to SIM (Opslaan op SIM). Een oproep starten vanuit Call History (Oproepgeschiedenis) 1.
Werken met telefoonfuncties • Delete List (Lijst wissen): hiermee verwijdert u alle oproepen en nummers in de oproepgeschiedenis. • Save to Contacts (Opslaan in Contactpers.): hiermee zoekt u de geselecteerde naam of het nummer in Contacts (Contactpersonen). • Filter: hiermee brengt u de oproep of het nummer in verschillende categorieën onder. Opmerking U kunt een nummer ook opslaan in Contactpersonen door op Save (Opslaan) te klikken in het scherm Call History (Oproepgeschiedenis).
Werken met telefoonfuncties 37 2.4 Opties tijdens een oproep Uw telefoon beschikt over verschillende opties voor het beheren van meerdere gesprekken. U wordt gewaarschuwd als u een andere inkomende oproep hebt. U kunt deze oproep negeren of accepteren. Als u de nieuwe oproep accepteert, kunt u kiezen of u tussen de twee oproepen wilt schakelen of een conference call wilt voeren (zodat de drie partijen met elkaar kunnen spreken). Een andere oproep beantwoorden 1.
Werken met telefoonfuncties De luidspreker in- en uitschakelen Met de ingebouwde luidspreker kunt u handsfree bellen of anderen laten meeluisteren naar een gesprek. • Klik tijdens een gesprek op Menu > Speakerphone On (Luidspreker aan). Het luidsprekerpictogram ( ) verschijnt boven in het scherm. • Als u tijdens een gesprek de luidspreker wilt uitschakelen, klikt u op Menu > Speakerphone Off (Luidspreker uit).
Werken met telefoonfuncties 39 Een pauze in een kiesreeks invoegen Voor sommige internationale oproepen moet een pauze in de kiesreeks worden opgenomen, anders worden oproepen niet correct verwerkt. 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Selecteer de contactpersoon bij wie het nummer hoort waarin u een pauze wilt invoegen en druk op Enter om de contactpersoonkaart te openen. 3. Selecteer het gewenste telefoonnummer en klik op Menu > Edit (Bewerken). 4.
Werken met telefoonfuncties SIM-toolkit (STK) Deze functie is alleen beschikbaar als er een SIM-kaart in het toestel is geplaatst. De SIM-toolkit biedt toegang tot diverse informatiediensten die door uw serviceprovider beschikbaar worden gesteld. 1. Klik in het beginscherm op Start > SIM Tool Kit (STK). De lijst met beschikbare diensten wordt weergegeven. 2. Klik op de naam van de gewenste dienst.
Hoofdstuk 3 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 3.1 ActiveSync 3.2 ActiveSync instellen 3.3 Gegevens synchroniseren 3.4 Synchroniseren via Bluetooth 3.5 Muziek en video synchroniseren 3.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 3.1 ActiveSync ActiveSync synchroniseert gegevens op uw telefoon met informatie op uw pc, zoals de inhoud van Outlook. Gebruikt uw bedrijf of serviceprovider Exchange Server met Exchange ActiveSync, dan kan ActiveSync ook over een draadloos of mobiel netwerk synchroniseren.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 43 3. Schakel het selectievakje Synchronize directly with a server running Microsoft Exchange Server (Rechtstreeks synchroniseren met een Microsoft Exchange Server) niet in als u uw toestel met een pc wilt synchroniseren. Klik in dat geval op Next (Volgende) en ga verder met stap 8. 4.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen • • Als u de domeinnaam wilt controleren, klikt u op Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm) en dubbelklikt u vervolgens op System (Systeem). Klik in het dialoogvenster System Properties (Systeemeigenschappen) op het tabblad Computer Name (Computernaam). Vervolgens wordt de domeinnaam weergegeven. 6. Op uw apparaat moet u ook de Exchange Server-instellingen invoeren.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 45 3.3 Gegevens synchroniseren Wanneer u uw telefoon met de pc verbindt, wordt het synchronisatieproces onmiddellijk gestart. Zolang de verbinding actief is, wordt elke wijziging op de pc of telefoon automatisch gesynchroniseerd. Het synchronisatieproces handmatig starten en stoppen 1. Verbind de telefoon.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen Locatie Nieuwe status Pc1 Alle contactgegevens en afspraken uit de Outlook-versie op pc2 zijn nu ook op pc1 aanwezig. Alle contactgegevens en afspraken uit de Outlook-versie op pc1 zijn nu ook op pc2 aanwezig. Alle contactgegevens en afspraken uit de Outlook-versies op pc1 en pc2 zijn nu op de telefoon aanwezig. Pc2 Telefoon Opmerking E-mailgegevens uit Outlook kunnen maar met één computer worden gesynchroniseerd.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 47 • • Als u de synchronisatie-instellingen voor een bepaald gegevenstype wilt wijzigen, selecteert u het gegevenstype en klikt u vervolgens op Settings (Instellingen). Als u niet meer met een bepaalde computer wilt synchroniseren, selecteert u de computernaam en klikt u op Menu > Delete (Verwijderen). Opmerking E-mailgegevens uit Outlook kunnen maar met één computer worden gesynchroniseerd.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 5. Schakel in het scherm Options (Opties) de selectievakjes in voor de gegevenstypen die u met Exchange Server wilt synchroniseren. 6. Als u de synchronisatie-instellingen voor een bepaald gegevenstype wilt wijzigen, selecteert u het gegevenstype en klikt u vervolgens op Menu > Settings (Instellingen). 7.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 49 1. Klik in ActiveSync op het toestel op Menu > Schedule (Schema). 2. Selecteer As items arrive (Terwijl items binnenkomen) in de vakken Peak times (Piekuren) en Off-peak times (Daluren). Synchronisatie met regelmatige tijdintervallen plannen U kunt instellen hoe vaak u wilt synchroniseren tijdens piekuren (meestal werktijd) wanneer het aantal e-mailberichten groot is en daluren wanneer het aantal e-mailberichten kleiner is. 1.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 3.4 Synchroniseren via Bluetooth U kunt de telefoon op uw pc aansluiten om te synchroniseren via Bluetooth. De vereisten voor deze technologieën komen grotendeels overeen. Synchroniseren met een pc via Bluetooth 1. Volg de aanwijzingen in ActiveSync Help op de pc om Bluetooth op uw pc te configureren voor gebruik met ActiveSync. 2. Klik in het beginscherm op Start > ActiveSync. 3. Klik op Menu > Connect via Bluetooth (Verbinden via Bluetooth).
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 51 Voordat media kunnen worden gesynchroniseerd, moet u het volgende doen: • Installeer versie 10 van Windows Media Player op de pc. • Sluit uw telefoon op de pc aan met een USB-kabel. Als op de telefoon een Bluetoothverbinding actief is, moet u deze verbinding eerst verbreken. • Plaats een opslagkaart van ten minste 32 MB in de telefoon. • Stel tussen de opslagkaart en Windows Media Player een partnerverband voor synchronisatie in.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 3.6 E-mailbeveiliging instellen Windows Mobile op uw telefoon beveiligt uw Outlook-e-mailberichten via Secure/Multipurpose Internet Mail Extension (S/MIME), waarmee u uw berichten digitaal kunt ondertekenen en coderen. S/MIME maakt gebruik van autorisatiecodes en -certificaten zodat u uw e-mailberichten digitaal kunt ondertekenen en de ontvanger uw identiteit kan verifiëren.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 53 3. Selecteer het gegevenstype E-mail en klik op Settings (Instellingen). Klik in het scherm E-mail Sync (E-mailsynchronisatie) op Menu > Advanced (Geavanceerd). 4.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
Hoofdstuk 4 De telefoon beheren 4.1 De telefoon aan uw persoonlijke wensen aanpassen 4.2 Programma’s toevoegen en verwijderen 4.3 Taak- en geheugenbeheer 4.4 Bestanden beheren en reservekopieën maken 4.5 Uw telefoon beveiligen 4.6 De telefoon opnieuw opstarten 4.
De telefoon beheren 4.1 De telefoon aan uw persoonlijke wensen aanpassen De antwoordmodus instellen U kunt een binnenkomende oproep beantwoorden door te drukken op de knop Spreken ( ) of op een cijfertoets op het toetsenblok, maar u kunt ook gewoon de flipcover openen. 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Phone (Telefoon). 2. Klik op Answer Mode (Antwoordmodus). 3. Kies Open to answer (Beantwoorden door te openen) of Any key to answer (Beantwoorden met willekeurige toets).
De telefoon beheren 57 Tip Er zijn drie manieren waarop u de achtergrondafbeelding kunt instellen: • Met ActiveSync uw favoriete afbeelding kopiëren naar de volgende map op uw telefoon: My Device\Application Data\Home. Selecteer vervolgens de afbeelding die u als achtergrondafbeelding wilt gebruiken door te klikken op Start > Settings (Instellingen) > Home Screen (Beginscherm) > Background image (Achtergrondafbeelding). • Een foto maken met de camera van de telefoon.
De telefoon beheren Datum en tijd instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Clock & Alarm (Klok en alarmsignalen) > Date and Time (Datum en tijd). 2. Stel bij Time zone (Tijdzone) de juiste tijdzone in. 3. Wijzig bij Date (Datum) de datum, de maand of het jaartal. 4. Wijzig bij Time (Tijd) het uur, het aantal minuten of het aantal seconden. 5. Klik op Done (Gereed).
De telefoon beheren 59 Het geluid voor een gebeurtenis instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Sounds (Geluiden). 2. Selecteer een geluid voor de gewenste gebeurtenis. Selecteer None (Geen) als u geen geluid aan de gebeurtenis wilt koppelen. 3. Klik op Done (Gereed). Opmerking Voor beltonen kunt u geluiden in de volgende indelingen gebruiken: .wav, .mid, .wma en .mp3. Voor meldingen en herinneringen kunt u bestanden met de volgende indelingen gebruiken: .wav en .mid.
De telefoon beheren Een alarmsignaal instellen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Clock & Alarm (Klok en alarmsignalen) > Alarm (Wekker). 2. In het gedeelte Alarm (Wekker) kunt u het volgende doen: • Klik op Off (Uit) om de wekker uit te schakelen. • Klik op On (Aan) om de wekker in te schakelen. 3. Geef bij Alarm time (Tijd alarmsignaal) aan hoe laat de wekker af moet gaan. 4. Klik op Done (Gereed).
De telefoon beheren 61 • Geef bij Confirmation time out (Time-out bij bevestiging) de gewenste time-out voor niet-bevestigde acties op. • Stel bij In-call alert volume (Inkom.-oproepvolume) het gewenste volume in voor de melding van binnenkomende oproepen of nieuwe berichten terwijl u in gesprek bent. 3. Klik op Done (Gereed).
De telefoon beheren Het versienummer van het besturingssysteem weergeven • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > About (Info). Het versienummer van het besturingssysteem dat op uw telefoon is geïnstalleerd en de copyrightgegevens van de fabrikant worden weergegeven. De telefoonspecificatie weergeven • Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > System Information (Systeeminfo).
De telefoon beheren 63 • Date and Time (Datum en tijd). Selecteer On (Aan) of Off (Uit) om de huidige datum en tijd op het externe scherm weer te geven of te verbergen. • Button lock after idle for (Toetsvergrendeling na inactiviteit gedurende). Geef hier aan hoe lang de telefoon inactief moet zijn voordat de toetsen worden vergrendeld. • Button lock after closing (Toetsvergrendeling na sluiten flipcover). Door On (Aan) te kiezen worden de toetsen onmiddellijk vergrendeld nadat de flipcover is gesloten.
De telefoon beheren Programma’s toevoegen 1. Download het programma naar uw pc (of plaats de cd of schijf met het programma in uw pc). U ziet waarschijnlijk een exebestand, een zip-bestand, het bestand Setup.exe of verschillende bestandsversies voor verschillende toestel- en processortypen. Selecteer een programma dat geschikt is voor uw type telefoon en processor. 2. Lees alle installatie-instructies of -documentatie die bij het programma worden geleverd.
De telefoon beheren 65 4.3 Taak- en geheugenbeheer Kijken hoeveel geheugen er beschikbaar is 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > About (Info). 2. Blader omlaag naar Available Memory (Beschikbaar geheugen). Taakbeheer Het onderdeel Task Manager (Taakbeheer) bestaat uit een lijst met programma’s die momenteel op de telefoon actief zijn. Via Task Manager (Taakbeheer) kunt u naar een ander programma overschakelen en programma’s activeren of beëindigen.
De telefoon beheren Optie Functie Stop All (Alle stoppen) Alle programma’s in de lijst stoppen. Klik op OK om te bevestigen dat u alle actieve programma’s wilt stoppen. De beschikbare geheugenruimte wordt onder in het scherm weergegeven. Stop All But Alle programma’s in de lijst onderbreken, behalve het geselecteerde programma.
De telefoon beheren 67 Een bestand kopiëren met ActiveSync Door een bestand te kopiëren verkrijgt u afzonderlijke versies van dat bestand op uw telefoon en pc. Omdat de bestanden niet zijn gesynchroniseerd, zijn wijzigingen die in het ene bestand worden aangebracht, niet van invloed op het andere bestand. 1. Sluit uw telefoon op de pc aan. 2. Klik in ActiveSync op Explore (Verkennen). Hierdoor wordt de map Mobile Device (Mobiel toestel) voor uw toestel geopend. 3.
De telefoon beheren Bestandsverkenner geeft de hele bestandsstructuur in het geheugen van de telefoon weer. De functies richten zich met name op mapbeheer. Als File Explorer (Bestandsverkenner) wordt gestart, is de eerste weergave standaard de lijstweergave. Klik om te schakelen tussen weergaven op Menu > View (Weergave) > Icons (Pictogrammen) of List (Lijst).
De telefoon beheren 69 Een bestand als bijlage bij een e-mailbericht verzenden 1. Selecteer in File Explorer (Bestandsverkenner) een bestand. 2. Klik op Menu > Send (Verzenden). 3. Selecteer in het scherm Messaging (Berichten) Outlook E-mail of een andere e-mailaccount. 4. Het bestand wordt automatisch als bijlage aan het nieuwe bericht toegevoegd. Geef de geadresseerde en het onderwerp op en typ het gewenste bericht. 5. Klik op Send (Verzenden). 4.
De telefoon beheren De PIN-code voor de SIM-kaart wijzigen Zorg ervoor dat u uw PIN-code niet vergeet. Als u de PIN-code voor de SIM-kaart inschakelt, moet u de PIN-code opgeven om de telefoonblokkering op te heffen. 1. Klik op Start > Settings (Instellingen) > Security (Beveiliging). 2. Klik op Change SIM PIN (SIM PIN-code wijzigen). 3. Voer bij Old PIN (Oude PIN-code) de huidige PIN-code in. 4. Voer uw nieuwe PIN-code in en bevestig deze. Klik vervolgens op Done (Gereed).
De telefoon beheren 71 De telefoon vergrendelen Device Lock (Apparaatblokkering) is een extra beveiligingsvoorziening waarmee u voorkomt dat uw telefoon zonder uw toestemming wordt gebruikt. Device Lock (Apparaatblokkering) in- en uitschakelen 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Security (Beveiliging). 2. Klik op Device Lock (Apparaatblokkering). 3. Schakel het selectievakje Prompt if device unused for (Vragen indien apparaat niet gebruikt wordt gedurende) in.
De telefoon beheren 4.6 De telefoon opnieuw opstarten Soms kan het nodig zijn om de telefoon opnieuw op te starten, bijvoorbeeld als een programma niet correct werkt of als het toestel niet reageert wanneer u toetsen indrukt. Het toestel opnieuw opstarten 1. Verwijder de batterij. 2. Plaats de batterij opnieuw in het toestel en zet de telefoon aan. Waarschuwing! Als u de telefoon opnieuw opstart terwijl er een programma actief is, gaan alle gegevens die niet zijn opgeslagen verloren. 4.
Hoofdstuk 5 Een verbinding maken 5.1 Een verbinding maken met internet 5.2 Internet Explorer Mobile 5.3 Wireless Modem 5.4 Comm Manager 5.
Een verbinding maken 5.1 Verbinding maken met internet Uw telefoon is uitgerust met krachtige netwerkfuncties om verbinding te maken met internet of met een bedrijfsnetwerk via draadloze en traditionele verbindingen. Zo kunt u uw telefoon configureren om verbinding te maken via een inbel-, GPRS-, Bluetooth-, VPN- (Virtual Private Network) of Proxyverbinding. Met een actieve verbinding op uw telefoon kunt u op internet surfen, e-mailberichten downloaden of chatten met MSN Messenger.
Een verbinding maken 75 Een GPRS-verbinding configureren 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > GPRS. 2. Klik op Menu > Add (Toevoegen). 3. Voer bij Description (Beschrijving) een naam voor de verbinding in. 4. Selecteer in het veld Connects to (Maakt verbinding met) de optie The Internet (Internet). 5. Voer de naam van het GPRS-toegangspunt van uw serviceprovider in. 6. Voer de relevante gegevens in de overige velden in, als uw serviceprovider dit verlangt. 7.
Een verbinding maken Een inbelverbinding configureren voor toegang tot internet 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Connections (Verbindingen) > Dial-up (Inbelverbinding). 2. Klik op Menu > Add (Toevoegen). 3. Voer bij Description (Beschrijving) een naam voor de verbinding in. 4. Selecteer in het veld Connects to (Maakt verbinding met) de optie The Internet (Internet). 5. Voer de relevante gegevens in de overige velden in. 6. Klik op Done (Gereed). 7.
Een verbinding maken 77 Opmerking U kunt ook de volgende verbindingen toevoegen en configureren: • VPN: een VPN-verbinding wordt gebruikt om met een bestaande internetverbinding toegang te krijgen tot een bedrijfsnetwerk. • Proxy: een proxyverbinding wordt gebruikt om met een bestaande verbinding via een bedrijfsnetwerk of een WAPnetwerk toegang te krijgen tot internet.
Een verbinding maken 5. Voer de URL in bij URL Pattern (URL-patroon). Als u meerdere URL’s wilt opgeven, plaatst u tussen de afzonderlijke URL’s een puntkomma (;). 6. Klik op Done (Gereed). Opmerking Voor internet-URL’s hoeft u geen URL-uitzonderingen te maken. 5.2 Internet Explorer Mobile Internet Explorer Mobile is een volledige internetbrowser, geoptimaliseerd voor gebruik op uw telefoon. Internet Explorer openen • Klik in het beginscherm op Start > Internet Explorer. Naar een koppeling gaan 1.
Een verbinding maken 79 De tekengrootte op webpagina’s wijzigen • Klik op een webpagina op Menu > Zoom (In-/uitzoomen) en selecteer de gewenste grootte. Afbeeldingen op webpagina’s weergeven of verbergen • Klik op een webpagina op Menu > View (Weergave) > Show Pictures (Afbeeldingen weergeven). Een vinkje naast Show Pictures (Afbeeldingen weergeven) geeft aan dat afbeeldingen op de webpagina’s worden weergegeven.
Een verbinding maken Een favoriet naar een map verplaatsen 1. Klik op Favorites (Favorieten). 2. Selecteer de favoriet die u wilt verplaatsen. 3. Klik op Menu > Edit (Bewerken). 4. Blader onder Folder (Map) naar de map waarnaar u de favoriet wilt verplaatsen. 5. Klik op Done (Gereed). Geschiedenis, cookies of tijdelijke bestanden wissen 1. Klik op een webpagina op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties). 2. Klik op Memory (Geheugen). 3. Selecteer het type geheugen dat u wilt wissen. 4.
Een verbinding maken 81 De telefoon als modem instellen De telefoon als USB-modem instellen 1. Klik in het beginscherm van de telefoon op Start > Accessories (Accessoires) > Wireless Modem. 2. Selecteer USB als type Verbinding. 3. Als u de telefoon als GPRS-modem wilt gebruiken, voert u de Access point name (APN, Naam toegangspunt) in. Dit doet u als volgt: klik op Menu > APN Setting (APN-instelling) en voer de naam van het toegangspunt in. 4. Schakel op de notebook ActiveSync uit.
Een verbinding maken 10.Plaats de installatie-cd in het cd-station. Schakel het selectievakje Include this location in the Search (Ook op deze locatie zoeken), klik vervolgens op Browse (Bladeren) en kies het cdstation en de hoofdmap waarin het stuurprogramma zich bevindt. Klik vervolgens op Next (Volgende). 11. Wacht tot de installatie voltooid is en klik op Finish (Voltooien). 12.Klik op de computer op Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm). 13.
Een verbinding maken 83 Inbellen en verbinding maken met internet Zodra de notebook de telefoon als modem herkent, kunt u een inbelverbinding configureren. Vervolgens hebt u met uw telefoon toegang tot internet. Inbellen en verbinding maken met internet 1. Klik op de notebook op Start > Settings > (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op Network Connections (Netwerkverbindingen). 3. Klik op File (Bestand) > New connection (Nieuwe verbinding). 4.
Een verbinding maken 13.Het dialoogvenster Connect (Verbinden) wordt geopend. Klik op Dial (Kiezen) om een inbelverbinding met internet tot stand te brengen. De volgende keer dat u een inbelverbinding tot stand wilt brengen vanaf uw computer, klikt u op Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm) en dubbelklikt u achtereenvolgens op Network Connections (Netwerkverbindingen) en de modemverbinding.
Een verbinding maken 85 5.4 Comm Manager Comm Manager kan worden gebruikt als centrale schakelaar waarmee u telefoonfuncties kunt in- en uitschakelen en waarmee u gemakkelijk gegevensverbindingen kunt beheren. Comm Manager openen: • Klik op Start > Comm Manager. • Als u in het beginscherm bent, hoeft u alleen het gedeelte waarin de naam van de beheerder wordt weergegeven te markeren en te klikken. 1. De telefoon in- of uitschakelen. 2. Bluetooth in- of uitschakelen.
Een verbinding maken 5.5 Bluetooth Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met een beperkt bereik. Apparaten met Bluetooth-functionaliteit kunnen gegevens uitwisselen over een afstand van ongeveer 8 meter zonder dat een fysieke verbinding nodig is. U kunt zelfs gegevens naar een apparaat in een andere kamer zenden, mits het apparaat zich binnen het bereik van het Bluetooth-signaal bevindt.
Een verbinding maken 87 Bluetooth op de telefoon in- of uitschakelen U kunt Bluetooth inschakelen door in Comm Manager op de schakelaar Aan/Uit te klikken. U kunt ook als volgt te werk gaan: 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Connections (Verbindingen) > Bluetooth. 2. Selecteer On (Aan) in Bluetooth. 3. Klik op Done (Gereed). 4. U schakelt de Bluetooth-functionaliteit op uw telefoon uit door in Bluetooth de optie Uit te selecteren. De telefoon identificeerbaar maken 1.
Een verbinding maken Een Bluetooth-partnerverband maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Connections (Verbindingen) > Bluetooth. 2. Klik op Menu > Devices (Apparaten) 3. Klik op Menu > New (Nieuw) om een nieuw apparaat te zoeken. Uw telefoon zoekt nu naar andere Bluetooth-apparaten en de gevonden apparaten worden in een lijst weergegeven. 4. Selecteer in de lijst de naam van het gewenste apparaat. 5. Klik op Next (Volgende). 6.
Een verbinding maken 89 Een Bluetooth-partnerverband accepteren 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en dat de identificeerbare modus is ingesteld. 2. Klik op Ja als u wordt gevraagd of u een partnerverband met een ander apparaat wilt instellen. 3. Voer ten behoeve van een veilige verbinding hetzelfde wachtwoord in als dat van het apparaat dat het partnerverband aanvraagt. Het wachtwoord moet 1 tot 16 zestien tekens bevatten. 4. Klik op Next (Volgende). 5.
Een verbinding maken Gegevens verzenden met Bluetooth U kunt vanaf uw telefoon gegevens (zoals contactpersonen, kalenderitems, taken en bestanden) verzenden naar uw computer of naar een ander Bluetooth-apparaat. Opmerking Als uw computer geen ondersteuning biedt voor Bluetooth, moet u een Bluetooth-adapter of -dongle op uw computer aansluiten en daarmee verbinding maken. Gegevens verzenden vanaf uw telefoon naar een computer 1. Maak de telefoon identificeerbaar.
Een verbinding maken 91 Als de Bluetooth-adapter on uw computer is geïnstalleerd met een stuurprogramma van een andere fabrikant, gaat u als volgt te werk: • Open de Bluetooth-software die bij de Bluetooth-adapter is geleverd. Deze software verschilt per fabrikant, maar in de meeste gevallen is er een hulpprogramma voor Bluetoothconfiguratie, dat u kunt openen via het Configuratiescherm.
Een verbinding maken Opmerkingen • Als uw telefoon de computer of het apparaat waarnaar u gegevens wilt verzenden niet kan vinden, controleert u of de computer of het apparaat is ingeschakeld, identificeerbaar is en zich binnen 8 meter van uw telefoon bevindt. • De standaardmap op de computer waarin verzonden items worden opgeslagen is waarschijnlijk C:\Documents and Settings\uw_gebruikersnaam\Mijn documenten.
Een verbinding maken 93 5. Uw telefoon wordt nu als nieuw apparaat gedetecteerd en de naam wordt in het dialoogvenster weergegeven. Selecteer de naam van het apparaat en klik op Next (Volgende). 6. Selecteer Let me choose my own passkey (Ik wil zelf een sleutel kiezen) en voer een wachtwoordsleutel in die als identificatienummer kan dienen voor een veilige verbinding tussen de telefoon en de computer. Dit wachtwoord kan 1 tot 16 tekens lang zijn. Klik op Next (Volgende). 7.
Een verbinding maken De telefoon als Bluetooth-modem toevoegen 1. Klik op de computer op Start > Control Panel > Phone and Modem Options (Telefoon- en modemopties). 2. Klik op het tabblad Modems. Kijk of er in de lijst een ‘Generic Bluetooth Modem’ (algemene Bluetooth-modem) of een ‘Standard Modem over Bluetooth Link’ (standaardmodem via Bluetooth-koppeling’ staat. Zo ja, ga naar stap 6. 3. Als er geen Bluetooth-modem op het modemstabblad staat, klikt u op Add (Toevoegen). 4.
Hoofdstuk 6 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 6.1 E-mail en SMS-berichten 6.2 MMS-berichten 6.3 Pocket MSN Messenger 6.4 Agenda 6.5 Contactpersonen 6.6 Taken 6.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 6.1 E-mail en SMS-berichten In Messaging (Berichten) bevinden zich al uw e-mailaccounts en uw SMS-account. U kunt e-mail via Outlook, webmail via een internetprovider en SMS-berichten rechtstreeks verzenden en ontvangen. Op het werk kunt u uw e-mail bereiken via een VPNverbinding (virtual private network).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 97 Wanneer u handmatig met uw telefoon e-mail van Outlook wilt verzenden of ontvangen, maakt u met de telefoon verbinding met de computer, het LAN of de draadloze verbinding. Vervolgens klikt u op Sync op het scherm ActiveSync of klikt u op Menu > Send/Receive (Verzenden/ontvangen) in Outlook op de telefoon.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Instelling Gebruikersnaam Wachtwoord Domain (Domein) Server type (Servertype) Account name (Accountnaam) Network (Netwerk) Incoming server (Server voor inkomende mail) Require SSL connection (SSLverbinding vereist) Beschrijving Voer de gebruikersnaam in die u is toegewezen door uw internetprovider of uw netwerkbeheerder. Dit is vaak het begin van uw e-mailadres, het gedeelte vóór het apenstaartje (@). Kies een sterk wachtwoord.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 99 Instelling Use different user name for outgoing server (Gebruik een andere gebruikersnaam voor de uitgaande server) User name (Gebruikersnaam): Password (Wachtwoord): Domain (Domein): Require SSL connection (SSLverbinding vereist): (alleen server voor uitgaande e-mail) Beschrijving Schakel deze optie in als er voor uw server voor uitgaande e-mail een andere gebruikersnaam en wachtwoord nodig zijn dan wat u eerder hebt ingevoerd.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Tips • Als u de prioriteit van een e-mailbericht wilt instellen, klikt u op Menu > Message Options (Berichtopties). • Als u een bericht wilt annuleren, selecteert u Menu > Cancel Message (Bericht annuleren). • Als u een SMS-bericht verzendt en wilt weten of het is ontvangen, klikt u voordat u het bericht verzendt op Menu > Message Options (Berichtopties). Selecteer vervolgens Request message delivery notification (Bezorgbevestiging van bericht vragen).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 101 5. Voer bij Primary e-mail address (Primair e-mailadres) uw e-mailadres in. 6. Klik op Done (Gereed). Een bijlage aan een e-mailbericht toevoegen 1. Klik vanuit een nieuw bericht op Menu > Insert (Invoegen) en klik vervolgens op Picture (Afbeelding) of Voice Note (Spraaknotitie). 2. Selecteer de afbeelding die u als bijlage wilt toevoegen of neem een spraaknotitie op.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Berichten downloaden De manier waarop u berichten downloadt is afhankelijk van het type account dat u hebt: • Als u e-mail wilt verzenden en ontvangen voor een Outlooke-mailaccount, begint u de synchronisatie met ActiveSync. Zie “E-mail in Outlook instellen” in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 103 Een bericht ondertekenen en coderen Als u een e-mailbericht van Outlook codeert, wordt de privacy van het bericht beveiligd doordat de gewone leesbare tekst van het bericht wordt versleuteld tot code. Alleen de ontvanger die beschikt over de autorisatiesleutel kan het bericht ontcijferen. Door het bericht digitaal te ondertekenen wordt uw certificaat met de autorisatiesleutel toegepast op het bericht.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 3. Klik op Menu > Check Certificate (Certificaat controleren). 4. Als u de details van het certificaat in het bericht wilt weergeven, klikt u op Menu > View Certificate (Certificaat weergeven). Opmerking Een digitale handtekening kan om verschillende redenen ongeldig zijn.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 105 map Familie hebt aangewezen voor synchronisatie, maakt de server een kopie van de map Familie en worden de berichten naar die map gekopieerd. U kunt dan deze berichten ook lezen wanneer u niet met uw pc werkt. U kunt alleen mappen op pc’s en telefoons maken en verwijderen wanneer u verbinding hebt met een Exchange-mailserver.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 6.2 MMS-berichten Het is leuk en gemakkelijk om berichten van het type MMS (Multimedia Message Service) te maken en te verzenden. U kunt foto’s of videoclips vastleggen of invoegen, geluid opnemen of invoegen, tekst toevoegen, en dat alles meesturen met uw MMS-bericht. MMS openen Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik in het beginscherm op Start > Messaging (Berichten) > MMS.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 107 MMS-instellingen bewerken Wanneer u een MMS-bericht verzendt, wordt er eerst een waarschuwing per SMS verzonden naar de ontvanger. Het MMSbericht wordt zo lang opgeslagen op een MMS-server van uw serviceprovider. Wanneer een ander u een MMS-bericht zendt, wordt dat MMS-bericht eveneens opgeslagen op de MMS-server, totdat u het ophaalt.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken • Name (Naam). Een beschrijvende naam, bijvoorbeeld de naam van uw serviceprovider. • MMSC URL. URL-adres van de MMS-server. • WAP Gateway. De locatie van de MMS-server, meestal in de vorm van een IP-adres. • Port (Poort). HTTP-poortnummer dat wordt gebruikt om verbinding te maken met de MMS-server en voor bestandsoverdracht. • Connect Via (Verbinding maken via). Selecteer The Internet (Internet) in de lijst. • Max.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 109 MMS-berichten maken en verzenden U stelt MMS-berichten op als een combinatie van meerdere dia’s, waarbij elke dia een foto, een audio- of videoclip en/of tekst kan bevatten. Opmerkingen • Houd er rekening mee dat het verzenden van MMS-berichten geld kost. U kunt alleen MMS gebruiken als uw mobiele account hierin voorziet. Neem contact op met uw serviceprovider als u deze functie wilt toevoegen aan uw abonnement.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken De volgende symbolen geven navigatiemogelijkheden aan naar sommige opties in het MMS-scherm. • • Druk links op de navigatietoets ( ) om naar de vorige dia te gaan. Druk rechts op de navigatietoets ( ) om naar de volgende dia te gaan.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 111 3. Selecteer een afbeelding of video met behulp van de navigatietoets en klik vervolgens op Select (Selecteren) of Menu > Select (Selecteren) om deze in te voegen. In het scherm Select Media (Media selecteren) kunt u de miniatuurweergaven in een lijst bekijken, een item openen om het te bekijken of een item verwijderen door Menu te selecteren en vervolgens de gewenste optie te kiezen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 2. Selecteer een geluidsfragment met behulp van de navigatietoets en klik vervolgens op Select (Selecteren) of Menu > Select (Selecteren) om het fragment in te voegen. Opmerking U kunt het geluidsfragment afspelen en beluisteren door vóór het invoegen Menu > Play (Afspelen) te selecteren. Als u een nieuw geluidsfragment wilt opnemen, selecteert u Menu > Capture Audio (Audio vastleggen).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 113 Optie Template (Sjabloon) Send Options (Verzendopties) Preview Message (Voorbeeld bericht) Send Message (Bericht verzenden) Functie Een bericht maken op basis van een vooraf gedefinieerde sjabloon, en een nieuw of bestaand bericht opslaan als sjabloon De aflevertijd, geldigheid, prioriteit, klasse en andere instellingen voor een bericht opgeven De inhoud van het MMS-bericht afspelen alvorens het te verzenden Het bericht versturen naar de geadresseerden MMS-be
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Een MMS-bericht beantwoorden • Klik op Menu > Reply (Beantwoorden) > Reply (Beantwoorden) om een antwoord te sturen aan de afzender van het bericht, of klik op Menu > Reply (Beantwoorden) > Reply All (Allen beantwoorden) om een antwoord te sturen aan iedereen die wordt genoemd in de velden To (Aan) en CC van het bericht. Klik op Menu > Reply (Beantwoorden) > Forward (Doorsturen) om het bericht door te sturen aan iemand anders. 6.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 115 Aan- of afmelden • Klik in het hoofdscherm van MSN Messenger op Sign In (Aanmelden). Voer het e-mailadres en wachtwoord van uw Passport- of Hotmail-account in en klik op Sign In (Aanmelden). Het aanmelden kan enkele minuten duren, afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. • Als u zich wilt afmelden, klikt u op Menu > Sign Out (Afmelden).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Uw weergavenaam wijzigen 1. Klik op Menu > Options (Opties). 2. Typ bij My display name (Mijn weergegeven naam) de naam die u aan anderen wilt tonen in MSN Messenger. 3. Klik op Done (Gereed). 6.4 Agenda Gebruik Calendar (Agenda) om afspraken te plannen, zoals vergaderingen en andere gebeurtenissen. U kunt uw afspraken voor de dag laten weergeven in het beginscherm. Als u op uw pc met Outlook werkt, kunt u afspraken tussen de telefoon en de pc synchroniseren.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 117 1. Klik in het beginscherm op Start > Calendar (Agenda). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op Menu > Month View (Maandweergave). • Klik op Menu > Week View (Weekweergave). • Klik op Menu > Go to Today (Ga naar vandaag) of klik in de Week View (Weekweergave) of Month View (Maandweergave) op Menu > Agenda View (Agendaweergave). Een agenda-afspraak verzenden U kunt een agenda-afspraak via MMS naar een andere telefoon verzenden. 1.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Een nieuwe contactpersoon maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen) > New (Nieuw). 2. Voer gegevens in over de nieuwe contactpersoon. 3. Klik op Done (Gereed). Tips • • Als iemand die niet in uw lijst met contactpersonen staat u belt of u een bericht stuurt, kunt u een contactpersoon maken vanuit Call History (Oproepgeschiedenis), of vanuit het bericht door op Menu > Save to Contacts (Opslaan in Contactpers.) te klikken.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 119 Een contactpersoon bellen vanuit de lijst met contactpersonen 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Selecteer de contactpersoon die u wilt bellen. 3. Druk op Spreken ( ). Het standaardtelefoonnummer van de contactpersoon wordt gekozen. Tip Als u een ander nummer dan het standaardtelefoonnummer wilt bellen, selecteert u de contactpersoon, bladert u naar het gewenste nummer en drukt u op Spreken ( ).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken • Filter de lijst op categorie. Klik in de lijst met contactpersonen op Menu > Filter. Klik vervolgens op een categorie die u hebt toegewezen aan een contactpersoon. Als u weer alle contactpersonen wilt weergeven, selecteert u All Contacts (Alle contactpersonen). • Zoek op bedrijf. Klik in de lijst met contactpersonen op Menu > View By (Weergeven op) en vervolgens op Company (Bedrijf). Selecteer een bedrijf om te zien welke contactpersonen er werken.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 121 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik in Contacts (Contactpersonen) op Menu > Find Online (On line zoeken). • Klik in een nieuw bericht op het vak To (Aan) en klik op Menu > Add Recipient (Geadresseerde toevoegen) > Menu > Find Online (On line zoeken).
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 4. Voer de naam van de contactpersoon in en klik op Find (Zoeken). Selecteer een contactpersoon in de lijst met resultaten en klik op Select (Selecteren). Opmerkingen • Op uw telefoon moet een gegevensverbinding zijn ingesteld. • U kunt zoeken naar de volgende gegevens, voor zover die gegevens zijn opgenomen in het algemene adresboek van uw organisatie: voornaam, achternaam, e-mailnaam, weergegeven naam, e-mailadres of kantoorlocatie.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 123 Een afbeelding toewijzen aan een contactpersoon 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Selecteer de contactpersoon. 3. Klik op Menu > Edit (Bewerken). 4. Klik op Picture (Afbeelding). 5. Klik op de afbeelding die u wilt toevoegen. De gegevens van een contactpersoon verzenden U kunt een contactpersoonkaart via MMS naar een andere telefoon verzenden. 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken Een taak verwijderen 1. Klik in het beginscherm op Start > Tasks (Taken). 2. Selecteer de taak en klik vervolgens op Menu > Delete Task (Taak verwijderen). Een taak zoeken 1. Klik in het beginscherm op Start > Tasks (Taken). 2. Voer in de takenlijst een van de volgende handelingen uit: • Als u de lijst wilt sorteren, klikt u op Menu > Sort by (Sorteren op), waarna u een sorteeroptie kiest.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 125 6.7 Spraaknotities Met spraaknotities kunt u korte gesproken berichten opnemen. Spraaknotities worden opgenomen in de lijst met alle notities en krijgen opeenvolgende namen (Recording1 (Opname1), Recording2 (Opname2), enzovoort). Een spraaknotitie maken 1. Klik in het beginscherm op Start > Voice Notes (Spraaknotities). 2. Houd de telefoonmicrofoon bij uw mond. 3. Klik op Record (Opnemen) en spreek de spraaknotitie in. 4.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Hoofdstuk 7 Met multimedia werken 7.1 Camera en videorecorder 7.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) 7.3 Windows Media Player 7.
Met multimedia werken 7.1 Camera en videorecorder Met de ingebouwde camera kunt u heel eenvoudig foto’s maken en videoclips met geluid opnemen. De camera of videorecorder openen Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik in het beginscherm op Start > Camera. • Klik in het beginscherm op Start > Video Recorder (Videorecorder). • Druk op de knop Camera van uw telefoon. De camera of videorecorder afsluiten • Druk op Beëindigen ( ).
Met multimedia werken 129 Vastlegmodi Met het programma Camera kunt u foto’s en videoclips vastleggen in verschillende ingebouwde modi. Standaard wordt Camera geopend in de vastlegmodus die u het laatst hebt gebruikt. In de titelbalk wordt de actieve modus weergegeven. De vastlegmodus wijzigen • Klik in het scherm Camera op Menu > Capture Mode (Vastlegmodus) en selecteer een vastlegmodus in de lijst.
Met multimedia werken Pictogrammen en indicatoren voor cameramodi Het scherm Camera [Photo] 1 3 4 5 6 7 2 8 1 Capture mode (Vastlegmodus). Hiermee wordt de huidige vastlegmodus aangegeven. 2 Zoom-ratio (Zoomverhouding). Hiermee wordt de huidige zoomverhouding aangegeven. Druk boven of onder op de navigatietoets om in of uit te zoomen. 3 Resolution (Resolutie). Hiermee wordt het foto- of videoformaat voor de huidige vastlegmodus aangegeven.
Met multimedia werken 131 7 White Balance (Witbalans). Hiermee wordt de huidige instelling voor de witbalans aangegeven. : Auto (Automatisch); : Daylight (Overdag); : Night (‘s Nachts); : Incandescent (Gloeiend); : Fluorescent (Fluorescerend). 8 Self-Timer (Timer voor zelfportret). Hiermee wordt de huidige instelling van de timer voor zelfportretten aangegeven als u foto’s of videoclips vastlegt.
Met multimedia werken Het beoordelingsscherm Wanneer u een foto hebt gemaakt of een videoclip hebt opgenomen, wordt het beoordelingsscherm weergegeven. In dit scherm kunt u bepalen wat u gaat doen met het afbeeldings- of videobestand. Pictogrammen voor de Pictogrammen voor de Pictogrammen voor de modi Photo, Video, MMS modus Contacts Picture. modus Sports. Video en Picture Theme. Pictogram Functie Back (Terug). Klik hierop om terug te gaan naar het scherm Camera. Delete (Verwijderen).
Met multimedia werken 133 Gebruik van de vastlegmodi voor stilstaand beeld Wanneer u vastlegmodi voor stilstaande beelden zoals Photo, Contacts Picture, Picture Theme en Sports gebruikt, kunt u een stilstaand beeld vastleggen door te klikken op Capture (Vastleggen). U kunt ook op de knop Camera of de knop Enter in de navigatietoets drukken om het beeld vast te leggen. Stilstaande beelden worden vastgelegd en opgeslagen in de JPEG-indeling.
Met multimedia werken De opnameduur ligt bij MMS Video vast. De opname eindigt automatisch wanneer de vooraf ingestelde opnameduur is bereikt. Wel kunt u de video-opname te allen tijde handmatig stopzetten. De tijdindicator in de rechterbovenhoek van het scherm geeft de limiet aan. U kunt de bestandsindeling in het scherm Modes (Modi) opgeven als H.263 of MPEG-4 door op Menu > Advanced (Geavanceerd) > Capture Format (Bestandsindeling) te klikken; de ideale bestandsindeling voor MMS is echter H.
Met multimedia werken 135 Vastlegmodus Video en MMS Video Resolutie Klein (128 x 96) Medium (176 x 144), standaard Klein (160 x 120) Photo Medium (320 x 24) Groot (640 x 480) 1M (1280 x 1024), standaard Contacts Picture Klein (128 x 128) Afhankelijk van de huidige Picture Theme sjabloon Sports Klein (160 x 120) Medium (320 x 24) Groot (640 x 480)), standaard Zoombereik 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 8.0x 1.0x tot 4.0x 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 4.
Met multimedia werken Optie Capture Settings (Instellingen voor vastleggen) CaptureMode (Vastlegmodus) Effect Advanced (Geavanceerd) Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) Functie Kies de resolutie die u wilt gebruiken en stel de opslaglocatie (telefoon of opslagkaart) voor vastgelegde bestanden in. Wanneer u afbeeldingen vastlegt, kunt u ook de kwaliteit instellen en een tijdstempel inschakelen. (Time Stamp (Tijdstempel) wordt alleen weergegeven in de modi Photo en Sports.
Met multimedia werken 137 • • • • • • • • Full Screen (Volledig scherm, alleen stilstaande beelden). De weergave van het scherm Camera wijzigen door On (Aan) of Off (Uit) te selecteren. Record with Audio (Opnemen met geluid, alleen Video en MMS Video). Selecteer On (Aan) om geluid op te nemen bij de videoclip. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld. Als u Off (Uit) selecteert en vervolgens een videoclip opneemt, wordt er geen geluid opgenomen. Controls (Besturingselementen).
Met multimedia werken 7.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) Met het programma Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) kunt u op uw telefoon afbeeldingen weergeven en geanimeerde GIF-bestanden en videoclips afspelen. U kunt de afbeeldingen ook als diavoorstelling bekijken, u kunt ze beamen, als bericht verzenden, bewerken of als achtergrond gebruiken voor het beginscherm.
Met multimedia werken 139 Geanimeerde GIF-bestanden afspelen 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer het geanimeerde GIF-bestand en klik op View (Weergeven). Video’s afspelen 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). Videobestanden worden als miniaturen . weergegeven met het pictogram 2. Selecteer een video en klik vervolgens op Play (Afspelen) om de video af te spelen met de ingebouwde Windows Media Player.
Met multimedia werken Een afbeelding bewerken U kunt afbeeldingen roteren en bijsnijden en de helderheid en het kleurcontrast van afbeeldingen aanpassen. 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer de afbeelding die u wilt bewerken en klik vervolgens op View (Weergeven). 3. Klik op Menu > Edit (Bewerken) en voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een afbeelding 90 graden wilt draaien, klikt u op Menu > Rotate (Roteren).
Met multimedia werken 141 5. Selecteer het schermgebied en klik op Next (Volgende). 6. Pas de transparantie aan. Selecteer een hoger percentage om de afbeelding transparanter te maken of een lager percentage om de afbeelding minder transparant te maken. 7. Klik op Finish (Voltooien). Afbeeldingen en videoclips via e-mail verzenden U kunt afbeeldingen en videoclips via e-mail naar andere telefoons verzenden. 1. Stel Messaging (Berichten) in om berichten te verzenden en ontvangen. 2.
Met multimedia werken Afbeeldingen toewijzen aan contactpersonen U kunt een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen zodat u de contactpersoon eenvoudig kunt terugvinden. 1. Klik in het beginscherm op Start > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer de afbeelding die u aan een contactpersoon wilt toewijzen. 3. Klik op Menu > Save (Opslaan) > Save to Contact (Opslaan in Contactpers.). 4. Selecteer de contactpersoon en klik op Select (Selecteren). Afbeeldingsopties aanpassen 1.
Met multimedia werken 143 7.3 Windows Media Player Met Microsoft® Windows Media™ Player Mobile voor Smartphone kunt u digitale audio- en videobestanden afspelen die op het toestel of op een netwerk (bijvoorbeeld op een website) zijn opgeslagen.
Met multimedia werken De besturingselementen Standaard zijn de volgende toetsenbordtoetsen toegewezen aan functies van Windows Media Player Mobile.
Met multimedia werken 145 De opdrachten in het menu in het scherm Playback (Afspelen) In het scherm Playback (Afspelen) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
Met multimedia werken De opdrachten in het menu in het scherm Now Playing (de afspeellijst) In het scherm Now Playing (Afspeellijst) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
Met multimedia werken 147 De opdrachten in het menu in het scherm Library (Bibliotheek) In het scherm Library (Bibliotheek) zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
Met multimedia werken Als u een beveiligd bestand van uw pc naar uw telefoon wilt kopiëren, kunt u met de pc-speler de bestanden naar uw telefoon synchroniseren (in plaats van het slepen van een bestand van een map op de pc naar uw telefoon). Op deze manier wordt de licentie ook gekopieerd. Raadpleeg de Help bij de pc-speler voor meer informatie over de synchronisatie van bestanden naar uw toestel en andere mobiele apparaten.
Met multimedia werken 149 Handmatig inhoud naar de telefoon synchroniseren en kopiëren 1. Als u nog geen synchronisatie tussen de telefoon en de pc hebt ingesteld, volgt u stappen 1 tot en met 5 in “Automatisch inhoud naar de telefoon synchroniseren”, maar daarbij klikt u op Manual (Handmatig). 2. Ga als volgt te werk om bestanden te selecteren die worden gesynchroniseerd en gekopieerd naar het toestel: • Klik op het tabblad Library (Mediabibliotheek).
Met multimedia werken • • • • Het kopiëren van geluidsbestanden gaat sneller als de Player voor bureau-pc’s zo is geconfigureerd dat het kwaliteitsniveau voor geluidsbestanden die naar de telefoon worden gekopieerd, automatisch wordt ingesteld. Zie de Help in de pc-speler voor meer informatie. De pc-versie van Windows Media Player 10 is alleen beschikbaar voor computers met Windows XP.
Met multimedia werken 151 4. Selecteer een categorie (bijvoorbeeld My Music (Mijn muziek) of My Playlists (Mijn afspeellijsten) en vervolgens het item dat u wilt afspelen (zoals een nummer, een album of een artiest). Klik vervolgens op Play (Afspelen). Opmerking Als u een bestand wilt afspelen dat wel op de telefoon staat, maar niet in een bibliotheek is opgenomen, klikt u in het scherm Library (Bibliotheek) op Menu > Open File (Bestand openen).
Met multimedia werken Het uiterlijk van de speler veranderen U kunt het uiterlijk van het scherm Playback (Afspelen) aanpassen door een nieuwe weergave te kiezen. 1. Als u niet in het scherm Playback (Afspelen) bent, drukt u op Terug om dat scherm weer te geven. 2. Klik op Menu > Options (Opties) > Skins (Weergaven). 3. Om een weergave te selecteren drukt u links en rechts op de navigatietoets totdat u de gewenste weergave hebt gevonden. 4. Klik op Done (Gereed).
Met multimedia werken 153 7.4 MIDlet Manager MIDlets zijn Java-toepassingen die kunnen worden uitgevoerd op draagbare apparatuur. Uw toestel ondersteunt Java 2 Micro Edition (J2ME). Met de MIDlet Manager kunt u Javatoepassingen downloaden, zoals spellen en hulpprogramma’s die speciaal voor draagbare apparatuur zijn ontworpen. De Java MIDlet Manager biedt u de flexibiliteit om aanvullende J2ME-toepassingen van internet te installeren en te beheren. MIDlet Manager MIDlets van internet installeren 1.
Met multimedia werken MIDlet-bestanden van een pc ook kopiëren naar een van de volgende tijdelijke mappen op de telefoon. MIDlet Manager voert vervolgens vanuit die map de installatie uit. • Telefoongeheugen: ../Smartphone/My Documents/My MIDlets • Opslagkaart: ../Smartphone/Storage Card Opmerking Als de map My MIDlets (Mijn MIDlets) niet bestaat in My Documents (Mijn Documenten), kunt u zelf een map met deze naam maken.
Met multimedia werken 155 De uitvoering van een MIDlet stoppen 1. Klik in het beginscherm op Start > MIDlet Manager. Het scherm Java Apps (Java-toepassingen) wordt geopend. 2. Klik op Menu > Running (Actief). 3. Selecteer een MIDlet in het scherm met actieve MIDlets en klik op Menu > Stop (Stoppen). Opmerking Als u alle MIDlets wilt stoppen die nu op uw telefoon worden uitgevoerd, klikt u op Menu > Stop All (Alle stoppen).
Met multimedia werken Opmerking De naam van een MIDlet-pakket kan niet worden gewijzigd. Een MIDlet verwijderen Controleer eerst of de MIDlet of het MIDlet-pakket niet wordt uitgevoerd voordat u begint het te verwijderen. 1. In het scherm Java Apps (Java-toepassingen) selecteert u de MIDlet of het MIDlet-pakket met behulp van de navigatietoets. 2. Klik op Menu > Manage (Beheren) > Uninstall (Verwijderen). 3. Klik op OK om de bewerking te bevestigen.
Met multimedia werken 157 1. In het scherm Java Apps (Java-toepassingen) selecteert u een MIDlet met behulp van de navigatietoets. 2. Klik op Menu > Manage (Beheren) > Security (Beveiliging). 3. Configureer de beveiligingsopties, zoals Local Connectivity (Lokale verbinding), App Auto Run (Toep. automatisch uitvoeren), Messaging (Berichten), enzovoort. Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor de desbetreffende MIDlets of MIDlet-pakketten.
Met multimedia werken The jar size does not match that specified in the jad De installatiegegevens die afkomstig zijn van de MIDlet-fabrikant zijn niet correct. The jar manifest does not match the jad. De installatiegegevens die afkomstig zijn van de MIDlet-fabrikant zijn niet correct. Invalid Java application descriptor (jad). Er heeft zich een probleem voorgedaan met het installatiebestand dat afkomstig is van de MIDletfabrikant. Invalid Java archive (jar).
Hoofdstuk 8 Andere toepassingen 8.1 ClearVue-pakket 8.
Telefoonfuncties 8.1 ClearVue-pakket Het ClearVue-pakket bestaat uit vier toepassingen waarmee u verschillende soorten documenten kunt weergeven, zoals Worddocumenten, Powerpoint-presentaties, Excel-werkbladen en Acrobatpdf-bestanden.
Telefoonfuncties 161 De zoomverhouding van de weergavemodus wijzigen • Klik op View (Weergeven) > Scale (Schaal). Opmerking Dit is alleen van toepassing op de weergavemodi Normal (Normaal) en Notes (Notities). Een presentatie instellen 1. Klik op View (Weergeven) > Set Up Show (Voorstelling instellen). 2. Selecteer bij Advance Slides (Dia-overgang) hoe u naar de volgende dia wilt gaan. • Manually (Handmatig). Druk rechts op de navigatietoets om door dia’s te bladeren. • Use timings (Timing gebruiken).
Telefoonfuncties Een aangepaste presentatie instellen • Klik op View (Weergeven) > View Show (Voorstelling weergeven). Tip Druk tijdens de presentatie op de toets om een menu te openen waarin u het volgende kunt doen: naar de volgende of vorige dia gaan, naar een bepaalde dia gaan of de presentatie beëindigen. ClearVue Worksheet Met ClearVue Worksheet kunt u werkbladen weergeven die zijn gemaakt in Excel. Daarnaast kunt u ingesloten grafieken en grafiekbladen weergeven.
Telefoonfuncties 163 ClearVue Document Met ClearVue Document kunt u Word-documenten weergeven, inclusief tabellen, afbeeldingen, kolommen, genummerde lijsten, enzovoort. Opmerking ClearVue Document ondersteunt alleen Word-bestanden die zijn gemaakt met Office 97 of hoger. Een documentbestand openen 1. Klik op File (Bestand) > Open (Openen) en zoek een bestand met de extensie .doc of .rtf. 2. Klik op Open (Openen).
Telefoonfuncties 8.2 Snelkeuze U kunt snelkeuzenummers maken voor nummers die u veel gebruikt of voor items die u vaak opent. U kunt dan met één toets een nummer kiezen of een item openen. Een snelkeuzenummer maken voor een contactpersoon 1. Klik in het beginscherm op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Selecteer een contactpersoon. 3. Druk op Enter om de gegevens van de contactpersoon weer te geven. 4.
Telefoonfuncties 165 Bellen of programma’s starten met behulp van Speed Dial (Snelkeuze) • Als u in Speed Dial (Snelkeuze) een snelkeuzenummer (bijvoorbeeld de tweede locatie) hebt toegewezen aan een contactpersoon of aan een programma, hoeft u alleen de toets 2 op het toetsenblok van de telefoon ingedrukt te houden om het nummer van de contactpersoon te kiezen of het programma te starten. Een snelkeuzenummer verwijderen 1. Klik in het beginscherm op Start > Speed Dial (Snelkeuze). 2.
Telefoonfuncties Een spraakcode maken voor een programma Als u een spraakcode voor een programma (bijvoorbeeld Agenda) wilt maken, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het beginscherm op Start en selecteer het gewenste item in Calendar (Agenda). 2. Klik op Menu > Add Voice Tag (Spraakcode toevoegen). 3. Spreek na de pieptoon het Engelse woord ‘Calendar’ uit. 4. Wanneer de spraakcode goed is opgenomen, wordt deze door de telefoon afgespeeld. Klik op OK. 5.
Appendix A.1 Voorschriften A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x A.
Appendix A.1 Voorschriften Bureau-identificatienummers Voor wettelijke identificatie is aan uw product het modelnummer STAR101 toegewezen. Om een betrouwbare en veilige werking van uw toestel te waarborgen, dient u alleen de hierna genoemde accessoires bij uw STAR101 te gebruiken. De batterij heeft het modelnummer STAR160. Dit product is bedoeld voor gebruik met een gecertificeerde, tot klasse 2 beperkte stroombron, met 5 volt gelijkstroom en maximaal 1Avoedingseenheid.
Appendix 169 • ETSI EN 301 489-7 – Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) for radio equipment and services; Part 7: Specific conditions for mobile and portable radio and ancillary equipment of digital cellular radio telecommunications systems (GSM and DCS).
Appendix Exposure to radio frequency (RF) signals Your wireless phone is a radio transmitter and receiver. It is designed and manufactured not to exceed the emission limits for exposure to radio frequency (RF) energy. These limits are part of comprehensive guidelines and establish permitted levels of RF energy for the general population. The guidelines are based on the safety standards previously set by international standards bodies: • American National Standards Institute (ANSI) IEEE. C95.
Appendix 171 Informatie over veiligheid van TIA (Telecommunications & Internet Association) Pacemakers De Health Industry Manufacturers Association adviseert dat minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Appendix AEEA-bepaling De Richtlijn betreffende Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten (AEEA), die als Europese wet van kracht werd op 13 februari 2003, heeft grote gevolgen gehad voor het afdanken van elektrische apparatuur. De doelstellingen van deze Richtlijn zijn het voorkómen van AEEA en het bevorderen van het hergebruik, de recycling en andere verwerkingsvormen zodat de hoeveelheid afval verminderd wordt.
Appendix 173 A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x Om een verbinding tussen uw toestel en de pc tot stand te kunnen brengen, moet de toepassing ActiveSync® van Microsoft® op de computer zijn geïnstalleerd. ActiveSync 4.
Appendix A.3 Specificaties Systeemgegevens Processor TI OMAP 850, 195 MHz Geheugen • ROM: 64 MB (standaard) • RAM: 64 MB (standaard) Besturingssysteem Microsoft Windows MobileTM, versie 5.0 voor Smartphone Scherm Hoofdscherm 2,2” TFT-LCD, 320 x 240 met 65.000 kleuren Extern scherm 1,2” TFT-LCD, 128 x 128 met 65.
Appendix 175 Audio Microfoon/luidspreker Ingebouwde microfoon en 3-in-1-luidspreker Koptelefoon AAC/-AMR-/WMA-/WAV-/MP3-codec Afmetingen en gewicht Afmetingen 98,5 mm (L) x 51,4 mm (B) x 15,8 mm (H) Gewicht 99 g inclusief batterij Besturing en lampjes Navigatie 5-richtings navigatietoets/knop Enter Knoppen • Drie muziekknoppen: Afspelen/Pauzeren, Snel vooruit en Snel achteruit • Twee programmaknoppen: Spraaknotities/ Spraakcode (linkerzijde) en Camera rechterzijde) • Knop Volume hoger (linksboven
Appendix Uitbreidingssleuf SD-sleuf Micro-SD-geheugenkaart Voeding Batterij 750 mAh (gangbaar) lithium-ion verwisselbare, oplaadbare batterij Wisselstroomadapter • Wisselstroomingang/frequentie: 100 ~ 240 VAC, 50/60 Hz • Nominale uitgang: 5V gelijkstroom, 1A (gangbaar)
Index
Index A Actieve programma’s sluiten 65 ActiveSync 22 - installeren en instellen 42 - overzicht 42 - synchroniseren 45 Afbeeldingen - instellen als achtergrond voor beginscherm 140 - toewijzen aan contactpersoon 123, 142 - verbergen of weergeven op webpagina 79 Afbeeldingen en video’s 23 Afbeeldingen en videoclips verwijderen 139 Afbeeldingen op webpagina’s verbergen 79 Afbeeldingsopties aanpassen 142 Afbeelding bewerken 140 Agenda 22, 116 Alarminstellingen 58 Alarmnummer kiezen 38 Alarmsignaal 60 Algem
Index 179 C E Camera 22 - cameraknop 128 - hoofdmenu 135 - in- of uitzoomen 134 - pictogrammen en indicatoren 130 Camera starten vanuit Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) 139 ClearVue-pakket 160 - ClearVue Document 163 - ClearVue PDF 163 - ClearVue Presentation 160 - ClearVue Worksheet 162 Comm Manager 22, 85 Conference call 37 Contactpersonen 22, 117 Contacts picture (vastlegmodus) 129, 133 Cookies (Internet Explorer) 80 E-mail - beveiliging 52, 103 - bijlagen 101 - Outlook 96 - overzicht 96 -
Index I Identificeerbaar (Bluetooth) 87 IMAP4 97 In- of uitzoomen 134 Inbelverbinding 75 Inkom.
Index 181 On line contactpersonen zoeken 120 Opnieuw opstarten, telefoon 72 Oproepgeschiedenis 22 Oproep beantwoorden/beëindigen 36 Oproep in de wacht zetten 37 Oproep starten - vanuit Call History (Oproepgeschiedenis) 35 - vanuit Contacts (Contactpersonen) 34 - vanuit het beginscherm 33 - vanuit Snelkeuze 36 Opslag wissen 22 Opstellen - e-mail/SMS-bericht 99 - MMS-bericht 109 - MMS-bericht van sjabloon 110 Outlook-e-mail 96 P Pauze in kiesreeks 39 Persoonlijke informatie 60 Photo (vastlegmodus) 133 Pictur
Index R Regionale instellingen 57 Rekenmachine 22 Reservekopieën 66 S Schakelen tussen gesprekken 37 Secure/Multipurpose Internet Mail Extension (S/MIME) 52 Settings (Instellingen) 23 SIM-kaart plaatsen 18 SIM-toolkit 40 SIM Manager 23, 118 SMS-berichten (SMS) 96, 99 Snelkeuze 23, 36 Snelmenu 24 Spelletjes 22 Sport (vastlegmodus) 129, 133 Spraakcode - spraakcode bewerken, verwijderen en afspelen 166 - spraakcode maken voor programma 166 - spraakcode maken voor telefoonnummer, emailadres of URL in Cont
Index 183 Time-out voor weergave 61 Toegankelijkheidsinstellingen - inkom.