Pocke Handleiding
Lees voordat u verdergaat deze aanwijzingen Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, ActiveSync, Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint en Word zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. HET TOESTEL IS NIET OPGELADEN WANNEER U DEZE UIT DE VERPAKKING HAALT. VERWIJDER DE BATTERIJ NIET WANNEER HET TOESTEL WORDT OPGELADEN.
BEPERKINGEN VANWEGE PRIVACY In sommige landen moeten opnamen van telefoongesprekken openbaar worden gemaakt. Ook moet u degene met wie u belt in dat geval laten weten dat het gesprek wordt opgenomen. Neem altijd de plaatselijke wetten en regelgeving in acht wanneer u de opnamefunctie van uw Pocket PC Phone gebruikt. Belangrijke informatie over veiligheid Bij het gebruik van dit product moet u de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht nemen om aanklachten en schade te voorkomen.
VEILIGHEID OP DE WEG Voertuigbestuurders mogen onder het rijden hun telefoon niet met de hand bedienen. In sommige landen mogen bestuurders handsfree bellen. STORING VAN MEDISCHE APPARATUUR Dit product kan de werking van medische apparatuur storen. In de meeste ziekenhuizen en gezondheidscentra is het gebruik van dit apparaat verboden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met het toestel en de accessoires.... 10 1.2 De USIM- of SIM-kaart installeren............................... 15 1.3 Batterij-informatie........................................................ 16 1.4 Het toestel in gebruik nemen...................................... 18 1.5 Het scherm Today (Vandaag)...................................... 20 1.7 Het menu Start gebruiken............................................
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties 3.1 De telefoon gebruiken.................................................. 46 3.2 Een spraakoproep starten........................................... 48 3.3 Een spraakoproep ontvangen..................................... 51 3.4 Een video-oproep starten............................................ 51 3.5 Een video-oproep ontvangen...................................... 55 3.6 Smart Dialing................................................................ 56 3.
5.4 Back-ups maken van bestanden................................. 86 5.5 Het toestel beveiligen.................................................. 87 5.6 De Pocket PC Phone opnieuw instellen..................... 90 Hoofdstuk 6 Een verbinding maken 6.1 Een verbinding maken met internet........................... 94 6.2 Internet Explorer Mobile ............................................. 97 6.3 Bluetooth..................................................................... 100 6.4 Wireless Modem.
Hoofdstuk 8 Met multimedia werken 8.1 De camera en de camcorder..................................... 154 8.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s).......... 169 8.3 Windows Media Player............................................... 175 Hoofdstuk 9 Werken met andere toepassingen 9.1 Word Mobile................................................................ 186 9.2 Excel Mobile................................................................ 188 9.
Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met het toestel en de accessoires 1.2 De USIM- of SIM-kaart installeren 1.3 Batterij-informatie 1.4 Het toestel in gebruik nemen 1.5 Het scherm Today (Vandaag) 1.6 Indicatoren 1.
1.
1 Luidspreker Hiermee kunt u geluidsbestanden of een telefoongesprek beluisteren. 2 Knop Camera Druk op deze knop om de camerafunctie te starten. Druk nogmaals op de knop om een foto te nemen. 3 Spraakopname/ Spraakherkenning Druk op deze knop om een spraaknotitie op te nemen of het spraakherkenningsprogramma te laden. 4 Infraroodpoort Hiermee kunt u draadloos bestanden of gegevens met andere apparatuur uitwisselen. 5 Verlichting Druk op deze knop om de verlichting in te schakelen.
Achter- en onderzijde 15 17 18 19 16 20 21 22 Achterzijde 23 24 25 Onderzijde 12 | Aan de slag
15 Verzenden/Luidspreker Druk op deze knop om een binnenkomende oproep te beantwoorden of een nummer te kiezen. Houd de knop één seconde ingedrukt om de luidspreker te activeren. 16 Beëindigen 17 Stylus en stylussleuf 18 WCDMA-aansluiting Druk op deze knop om een gesprek te beëindigen. autoantenne 19 GSM-aansluiting autoantenne 20 Aansluiting voor synchronisatie U kunt uw WCDMA-telefoon op een autoantenne aansluiten voor een betere ontvangst van het netwerksignaal.
Accessoires De volgende accessoires worden bij het toestel geleverd: 26 27 28 26 Wisselstroomadapter Hiermee kunt u de batterij opladen. 27 USB-kabel Hiermee kunt u het toestel met een pc verbinden en de gegevens synchroniseren. 28 Stereohoofdtelefoon met Hiermee kunt u oproepen aannemen en volumeknop en knop beëindigen.
1.2 De USIM- of SIM-kaart installeren Voer de onderstaande stappen uit om een 3G-USIM-kaart (Universal IC Card) of een GSM-SIM-kaart (Subscriber Identity Module) te installeren. Deze is verkrijgbaar bij uw leverancier van netwerkdiensten en bevat uw telefoonnummer, uw servicegegevens en een geheugen met uw telefoonboek en berichten. vergrendeld ontgrendeld Opmerking Zorg ervoor dat het toestel in de slaapstand is voordat u de USIMof SIM-kaart installeert. 1.
1.3 Batterij-informatie Uw toestel bevat een oplaadbare Li-ion polymeerbatterij. Het toestel is ontworpen om uitsluitend in combinatie met de door de fabrikant aanbevolen batterijen en accessoires te worden gebruikt.
Het batterijvermogen controleren • Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Power (Energie). Informatie over batterijvermogen De batterij opladen Nieuwe batterijen zijn bij aankoop gedeeltelijk opgeladen. Voordat u het toestel kunt gebruiken, moet u de batterij installeren en opladen. Sommige batterijen werken het beste als ze verschillende keren zijn opgeladen en ontladen. U kunt de batterij als volgt opladen: • Sluit het toestel rechtstreeks aan op een externe voedingsbron.
Laag batterijniveau Wanneer de waarschuwing voor laag batterijvermogen wordt weergegeven, gaat u als volgt te werk: 1. Sla uw huidige gegevens onmiddellijk op. 2. Synchroniseer de telefoon met uw pc om de batterij op te laden. 3. Schakel het toestel uit. 1.4 Het toestel in gebruik nemen Het toestel aan- en uitzetten Druk op de knop Aan/Uit om het toestel in te schakelen. Wanneer u het toestel voor het eerst inschakelt, wordt u gevraagd het te kalibreren.
Scherminstellingen beheren Het touchscreen ondersteunt drie leesrichtingen: Portrait (Staand), Landscape (right-handed) (Liggend, naar rechts) en Landscape (lefthanded) (Liggend, naar links). In de modus Portrait (Staand) kunt u gemakkelijker met bepaalde programma’s werken, terwijl de modus Landscape (Liggend) zeer geschikt is voor de weergave van grote tekstbestanden.
1.5 Het scherm Today (Vandaag) Het scherm Today (Vandaag) bevat belangrijke informatie, bijvoorbeeld informatie over op handen zijnde afspraken en statusindicatoren. Tik op een gedeelte van het scherm om het bijbehorende programma te starten. • Om het scherm Today (Vandaag) te openen, tikt u op Start > Today (Vandaag).
1.6 Indicatoren Hieronder ziet u enkele statusaanduidingen die op het scherm kunnen worden weergegeven. Ringer aan en geluidsvolume regelen Trilfunctie actief Ringer uit Batterijniveau Capaciteit hoofdbatterij heel laag Batterij leeg Batterij wordt opgeladen Verbinding actief Verbinding niet actief Synchronisatie wordt uitgevoerd Synchronisatiefout Maximale signaalsterkte Signaalsterkte laag Bezig met zoeken naar telefonieservice Radio is uitgeschakeld Roaming Meer indicatoren.
Spraakoproep Spraakoproep wordt uitgevoerd Gegevensoproep wordt uitgevoerd Oproepen worden doorgeschakeld Oproep die in de wacht is gezet Gemiste oproep Geen telefonieservice Geen SIM-/USIM-kaart geïnstalleerd Bluetooth Wi-Fi aan Wi-Fi uit Wi-Fi-verbinding wordt uitgevoerd Nieuw e‑mail- of tekstbericht (SMS) Nieuwe voicemail GPRS beschikbaar GPRS actief GPRS-bewaking momenteel actief 22 | Aan de slag
Hieronder ziet u enkele pictogrammen van programma’s die vooraf op het toestel zijn geïnstalleerd. ActiveSync Informatie synchroniseren tussen het toestel en een pc. Rekenmachine Gewone rekenkundige taken uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Agenda Afspraken bijhouden en vergaderverzoeken maken. Camera Foto’s of videobeelden (inclusief geluid) vastleggen. Contactpersonen Gegevens van vrienden en collega’s vastleggen.
MIDlet Manager Notities Telefoon Afbeeldingen en video’s Pocket MSN PowerPoint Mobile Zoeken SIM Manager Taken Taken bijhouden. Windows Media Player Wireless Manager De multimediamogelijkheden van het toestel benutten. Wireless Modem Wireless LAN Word Mobile ZIP 24 | Aan de slag Java-toepassingen downloaden en installeren, bijvoorbeeld spellen en hulpprogramma’s. Handgeschreven of getypte notities, tekeningen en opnamen maken.
1.7 Het menu Start gebruiken Het menu Start, in de linkerbovenhoek van het scherm Today (Vandaag), bevat een lijst met programma’s. Via het menu kunt u een scherm kiezen en naar een ander programma overschakelen. Als u een programma wilt starten, bladert u door de programmalijst en drukt u op Enter. U kunt ook met de stylus op de naam van een programma tikken. 1 Tik hierop om naar een programma te schakelen. 2 Tik hierop om naar een programma te schakelen dat u onlangs hebt gebruikt.
| Aan de slag
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken 2.1 Inleiding 2.2 Het toetsenbord van het toestel gebruiken 2.3 Het schermtoetsenbord gebruiken 2.4 De modus voor letterherkenning gebruiken 2.5 De modus voor blokherkenning gebruiken 2.6 Het programma Transcriber gebruiken 2.7 Het telefoonvenster gebruiken 2.8 Tekenen en schrijven op het scherm 2.9 Gesproken notities 2.
2.1 Inleiding Wanneer u een veld selecteert waarin tekst of cijfers moeten worden ingevoerd, wordt automatisch het invoervenster geopend. Het invoervenster biedt toegang tot de verschillende invoermethoden die beschikbaar zijn op het toestel. Standaard wordt het invoervenster als op de menubalk weergegeven. Het pictogram geeft aan welke invoermethode momenteel is geselecteerd. Met de pijl voor invoerselectie wordt een lijst met beschikbare invoermethoden geopend.
2.2 Het toetsenbord van het toestel gebruiken Klik het toestel open zodat het toetsenbord van het toestel zichtbaar wordt. Het lijkt op het standaardtoetsenbord van de pc. U gebruikt het toetsenbord van het toestel als volgt: • ls u kleine letters wilt invoeren, drukt u met uw vingers op de A gewenste toetsen. . • Als u één hoofdletter of symbool wilt invoeren, drukt u op .
In de volgende illustratie worden de knoppen aan de zijkant van het toestel weergegeven. • • • • – Schuif deze regelaar naar links of naar rechts om het volume aan te passen. – Druk op deze knop om de camerafunctie te starten. – Druk op deze knop om de verlichting in te schakelen. –D ruk op deze knop om Voice Speed Dial (Snelkiezen via spraak) te starten. Houd de knop ingedrukt om te beginnen met opnemen en laat de knop los om te stoppen met opnemen. 2.
2.4 De modus voor letterherkenning gebruiken In de modus Letter Recognizer (Letterherkenning) worden de letters, cijfers en leestekens die u op het scherm schrijft omgezet in getypte tekst. Werken in de modus voor letterherkenning 1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Letter Recognizer (Letterherkenning). 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
2.5 De modus voor blokherkenning gebruiken In de modus Block Recognizer (Blokherkenning) kunt u met één beweging letters, cijfers, symbolen en leestekens op het scherm schrijven, die worden omgezet in getypte tekst. Werken in de modus voor blokherkenning 1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Block Recognizer (Blokherkenning). 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
Transcriber starten 1. Start een programma waarin u gegevens kunt invoeren, bijvoorbeeld Word Mobile. 2. Tik op de pijl voor invoerselectie en tik vervolgens op Transcriber. Het beginscherm van Transcriber wordt weergegeven. Tekst invoeren via Transcriber 1. Open een programma en plaats de cursor op de positie waarop u tekst wilt invoegen. 2. Schrijf met de stylus op een willekeurige plaats op het scherm. Wanneer u de stylus van het scherm beweegt, worden de tekens die u hebt ingevoegd omgezet in tekst.
Tekens in Transcriber Met snelle bewegingen van de stylus kunt u tekst bewerken en regelovergangen, spaties en tabs invoegen. Teken Tip 34 Functie Regelovergang invoegen op de plaats van de cursor. Het horizontale gedeelte van het teken moet minstens twee keer zo lang zijn als het verticale gedeelte. Spatie invoegen op de plaats van de cursor. Het horizontale gedeelte van het teken moet minstens twee keer zo lang zijn als het verticale gedeelte. De cursor één positie naar links verplaatsen.
De Transcriber-werkbalk De Transcriber-werkbalk wordt onder in het scherm weergegeven als Transcriber actief is. De werkbalk biedt snel toegang tot diverse hulpmiddelen en de knoppen Enter, Space (Spatie), Backspace, Pijllinks en Pijl-rechts. Knop Functie Het dialoogvenster Options (Opties) openen. Hierin kunt u onder andere instellingen opgeven voor de schrijfrichting, tekstinvoermodus en afkortingen. Het onderdeel Letter Shapes (Lettervormen) openen.
2.7 Het telefoonvenster gebruiken Met het programma Phone Pad (Telefoonvenster) kunt u op een flexibele manier informatie invoeren. In het telefoonvenster kunt u eenvoudig schakelen tussen drie invoermethoden (T9, Multitik en Numeriek). Ook is een handige symbolenlijst beschikbaar. Het telefoonvenster starten U kunt het telefoonvenster op elk gewenst moment weergeven, behalve als de modus Camera actief is of als het scherm Today (Vandaag) wordt weergegeven.
3. Tik op Options (Opties) en pas de instellingen aan. 4. Tik op OK. T9-modus Symbolenlijst T9-modus In het telefoonvenster is standaard de T9-modus actief. In deze alfanumerieke modus kunt u het gemakkelijkst lopende tekst invoeren. Terwijl u op de alfanumerieke toetsen van het toetsenblok tikt, bepaalt het programma welk woord u waarschijnlijk zult willen invoeren. In de T9-modus werkt u als volgt: • Tik op de toetsen van het toetsenbord om een woord in te voeren.
• Een cijfer kunt u op de volgende manieren invoegen: • Houd de stylus op het gewenste cijfer van het toetsenblok. • Schakel over naar de numerieke modus en tik op het gewenste cijfer. • • • • Tik op om een spatie of tab in te voegen. Tik op of om door de woordenlijst te bladeren. Tik op om een hoofdletter in te voeren. Symbolen kunt u op de volgende manieren toevoegen: • Tik op om de meest gebruikte symbolen weer te geven in de woordenlijst.
Het scherm Options (Opties) heeft de volgende selectievakjes: Opties telefoonvenster • Turn on one-touch symbol entry (Met één beweging symbolen invoeren). Schakel dit selectievakje in als u steeds één symbool wilt selecteren. • Auto-hide matching word list (Woordenlijst automatisch verbergen). Schakel dit selectievakje in als u de woordenlijst wilt verbergen nadat u een woord hebt geselecteerd. • Turn on screen tap sound (Geluid bij tikken op het scherm).
2.8 Tekenen en schrijven op het scherm Tekenen op het scherm U kunt rechtstreeks op het scherm van de Pocket PC Phone tekenen. Ook kunt u op het scherm schrijven om notities in uw eigen handschrift op te slaan. Hiervoor moet u in het onderdeel Notes (Notities) de invoermodus Writing (Schrijven) inschakelen. Als u vaak handgeschreven notities maakt of tekeningen toevoegt, kunt u de modus Writing (Schrijven) als standaardinvoermodus instellen.
Een notitie maken 1. 2. 3. 4. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Notes (Notities). Tik in de notitielijst op New (Nieuw). Schrijf de gewenste tekst op het scherm. Tik wanneer u klaar bent op OK om terug te gaan naar de notitielijst. Opmerkingen Als u handgeschreven tekst wilt selecteren, tikt u naast de tekst en houdt u vast. Wanneer er stipjes verschijnen, maar voordat de stipjes een volledige cirkel vormen, trekt u snel een streep door de handgeschreven tekst.
2.9 Gesproken notities U kunt een aparte notitie opnemen (een spraaknotitie) of een opname aan een notitie toevoegen. Zie het gedeelte “Notities” van hoofdstuk 7 voor meer informatie over het maken, wijzigen en opslaan van notities. Een spraaknotitie maken 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Notes (Notities). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een spraaknotitie wilt maken, kunt u rechtstreeks opnemen vanuit de notitielijst.
De opname-indeling wijzigen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Input (Invoer). 2. Tik op het tabblad Options (Opties) en tik vervolgens op de gewenste indeling in de lijst Voice recording format (Spraakopname-indeling). 3. Tik op OK. Opmerking U kunt de opname-indeling ook vanuit het notitieprogramma wijzigen. Open de notitielijst en tik op Menu > Options (Opties) > Global Input Options (Algemene invoeropties, onder aan de pagina). 2.
6. Er wordt gezocht in de map My Documents (Mijn documenten) en de bijbehorende submappen. 7. Tik in de lijst Results (Resultaten) op het onderdeel dat u wilt openen. Opmerking Het opslagkaartsymbool opslagkaart bevindt.
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties 3.1 De telefoon gebruiken 3.2 Een spraakoproep starten 3.3 Een spraakoproep ontvangen 3.4 Een video-oproep starten 3.5 Een video-oproep ontvangen 3.6 Smart Dialing 3.7 Opties tijdens een oproep 3.
3.1 De telefoon gebruiken U kunt de Pocket PC Phone net als een standaard mobiele telefoon gebruiken om oproepen te starten, te ontvangen en bij te houden en om SMS- en MMS-berichten te versturen. Bovendien kunt u tijdens een oproep notities maken, oproepen starten vanuit de lijst met contactpersonen en eenvoudig contactgegevens van een SIM-kaart naar de lijst met contactpersonen in het toestel kopiëren.
De vliegtuigmodus in- en uitschakelen In de meeste landen bent u verplicht om uw telefoon aan boord van een vliegtuig uit te schakelen. U schakelt de telefoonfunctie niet uit door het toestel uit te schakelen. U moet de vliegtuigmodus activeren om de telefoonfunctie uit te schakelen. Wanneer de vliegtuigmodus actief is, kunt u de overige functies van het toestel blijven gebruiken.
Opmerkingen Het gespreksvolume kunt u alleen tijdens een oproep wijzigen. Als u het volume op een ander moment aanpast, wordt het volume van het oproep- of waarschuwingssignaal of van de MP3-weergave gewijzigd. Wanneer u de trilfunctie activeert, wordt het geluid automatisch gedempt en trilt het toestel bij een binnenkomende oproep. Een ) geeft aan dat de trilfunctie actief is. pictogram in de titelbalk ( 3.
Een oproep starten vanuit de lijst met contactpersonen • Tik op Start > Contacts (Contactpersonen). • Tik op de gewenste contactpersoon en druk twee keer op de knop Spreken (eerst om het nummer in het telefoonvenster weer te geven en vervolgens om het nummer te kiezen). • U kunt ook eerst op de gewenste contactpersoon tikken en vervolgens op het gewenste telefoonnummer.
Een snelkiesnummer instellen 1. Tik op het scherm Phone (Telefoon) op . 2. Tik op Menu > New (Nieuw). 3. Tik op een contactpersoon. Tik op het telefoonnummer waaraan u een snelkiesnummer wilt koppelen. 4. Selecteer in het vak Location (Locatie) een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkiesnummer. Opmerking Locatie 1 is meestal gereserveerd voor de voicemailbox. Bij het instellen van een nieuw snelkiesnummer wordt standaard de eerstvolgende beschikbare locatie gekozen.
3.3 Een spraakoproep ontvangen Een binnenkomende oproep beantwoorden of afwijzen Wanneer u een oproep ontvangt, wordt er een bericht weergegeven. U kunt kiezen of u de binnenkomende oproep wilt beantwoorden of negeren. • Tik op Answer (Beantwoorden) of druk op de knop Spreken ) op het toestel om de oproep te beantwoorden. ( • Tik op Ignore (Negeren) of druk op de knop Beëindigen ( het toestel om de oproep af te wijzen.
Instellingen video-oproep wijzigen U kunt desgewenst enkele instellingen wijzigen om de prestaties van Video Call (Video-oproep) te optimaliseren, waaronder het aanpassen van de helderheid van de camera, de actieve camera tussen twee camera’s schakelen, het beeldformaat veranderen en de video/het geluid dempen. In de volgende afbeelding worden het scherm Video Call (Videooproep) en de regelknoppen tijdens een actieve video-oproep weergegeven. 1 Statusgebied.
Schakelen tussen beeldformaten Video Call (Video-oproep) ondersteunt vier modi om uw beeld en dat van de beller weer te geven. Om naar een ander beeldformaat te schakelen, tikt u herhaaldelijk op de knop View Mode (Weergave modus) om de gewenste weergavemodus te selecteren. S tandard video mode (Standaardvideomodus) – de beelden van de beller en van u hebben hetzelfde formaat. R eceived video only (Alleen ontvangen video) – alleen het beeld van de beller wordt weergegeven.
• View mode setting (Instelling weergavemodus). Bij deze optie kunt u verschillende weergavemodi selecteren zoals Standard video mode (Standaardvideomodus), Received video only (Alleen ontvangen video), Received video large (Ontvangen video groot) en My video large (Mijn video groot). • Schakel het selectievakje Show call timer (Gespreksperiode tonen) in om de gespreksperiode in het statusgebied weer te geven.
3.5 Een video-oproep ontvangen Een binnenkomende video-oproep beantwoorden of weigeren Als u een video-oproep ontvangt, knippert de LED op het toestel afwisselend groen en oranje en hoort u een beltoon. Vervolgens verschijnt de toegewezen afbeelding van de beller op het scherm, evenals de naam, het telefoonnummer en (indien beschikbaar) het bedrijf van de beller. • Tik op Answer (Beantwoorden) of druk op de knop Video Call (Video-oproep) om de oproep te beantwoorden.
3.6 Smart Dialing Smart Dialing is een programma dat het invoeren van telefoon nummers vereenvoudigt. Wanneer u begint met het invoeren van een telefoonnummer, wordt automatisch gezocht naar overeenkomstige telefoonnummers op de SIM-kaart, in de lijst met contactpersonen en in de oproepgeschiedenis (dus in alle binnengekomen, uitgaande en gemiste oproepen). Vervolgens kunt u het gewenste nummer of de gewenste contactpersoon selecteren in de gefilterde lijst.
Smart Dialing gebruiken Open het scherm Phone (Telefoon) en tik op het eerste cijfer van het nummer dat u wilt bellen. Het venster Smart Dialing wordt weer gegeven. U kunt het venster vergroten of verkleinen door op te tikken. Vergroot venster Er wordt gezocht naar telefoonnummers die overeenkomen met de cijfers die u hebt ingevoerd. De lijst met gevonden nummers wordt automatisch vernieuwd wanneer u een extra cijfer invoert of een cijfer verwijdert.
4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Tik op Talk (Spreken) wanneer u het gewenste telefoonnummer of de gewenste contactpersoon hebt geselecteerd. • Als u een ander telefoonnummer van de geselecteerde contactpersoon wilt kiezen, houdt u de stylus op de naam van de contactpersoon en tikt u vervolgens op het gewenste telefoonnummer.
3.7 Opties tijdens een oproep Een oproep in de wacht zetten Als er tijdens een oproep een nieuwe binnenkomende oproep wordt gedetecteerd, kunt u aangeven of u de nieuwe oproep wilt afwijzen of accepteren. Als u de nieuwe oproep accepteert, kunt u kiezen of u tussen de twee oproepen wilt schakelen of een conference call wilt voeren (zodat de drie partijen met elkaar kunnen spreken). 1. Tik op Answer (Beantwoorden) om de tweede oproep te accepteren en de eerste oproep in de wacht te zetten. 2.
De luidspreker in- en uitschakelen Met behulp van de ingebouwde luidspreker kunt u handsfree bellen of anderen laten meeluisteren naar een gesprek. • Houd tijdens een oproep Spreken ingedrukt totdat de luidspreker in de titelbalk wordt wordt ingeschakeld en het pictogram weergegeven. • Houd Spreken opnieuw ingedrukt als u de luidspreker weer wilt uitschakelen. Waarschuwing! Om gehoorbeschadigingen te voorkomen, moet u het toestel nooit aan uw oor houden terwijl de luidspreker actief is.
3.8 Aanvullende oproepinformatie Een alarmnummer kiezen • Voer het plaatselijke alarmnummer in en tik vervolgens op Talk (Spreken). Tip Het is mogelijk dat op uw SIM-kaart alarmnummers zijn opgeslagen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Een internationaal nummer kiezen 1. Houd de stylus op de toets in het telefoonvenster totdat het teken + wordt weergegeven. Het teken + vervangt de plaatselijke code voor het aanvragen van een internationale oproep (vanuit Nederland 00). 2.
| Telefoonfuncties
Hoofdstuk 4 De Pocket PC Phone synchroniseren 4.1 ActiveSync gebruiken 4.2 Gegevens synchroniseren 4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 4.
4.1 ActiveSync gebruiken ActiveSync synchroniseert gegevens op uw toestel met gegevens op uw pc, zoals de inhoud van Outlook. Gebruikt uw bedrijf of service provider Microsoft Exchange Server met Exchange ActiveSync, dan kan ActiveSync ook over een draadloos of mobiel netwerk synchroniseren. Als u synchroniseert, vergelijkt ActiveSync de gegevens op uw toestel met de gegevens op uw pc en/of Exchange Server en werkt alle locaties met de meest recente gegevens bij.
Nadat u ActiveSync op de pc hebt geïnstalleerd en een synchronisatie relatie hebt ingesteld, herkent ActiveSync op de pc uw toestel auto matisch als u verbinding maakt en neemt de op uw toestel opgegeven synchronisatie-instellingen automatisch over. Misschien kunt u uw toestel ook synchroniseren met Exchange Server via uw bedrijf of serviceprovider.
4.2 Gegevens synchroniseren Als u uw toestel op de pc aansluit via een USB- of seriële kabel of verbinding maakt via infrarood of Bluetooth, gaat ActiveSync direct synchroniseren. Zolang er verbinding is tussen toestel en pc, wordt automatisch elke wijziging die u in de gegevens op de pc of het toestel maakt, gesynchroniseerd.
Synchronisatie starten en stoppen • Als u Outlook-gegevens of andere lokale gegevens op de pc (zoals mediabestanden) wilt synchroniseren, sluit u het toestel op de pc aan via Bluetooth of infrarood (IR) of sluit u het toestel via een kabel of cradle op de pc aan. • Als u direct met Exchange Server synchroniseert, kunt u via die verbinding naar de pc ‘toegang krijgen’ op het netwerk. U kunt ook synchroniseren via een mobiel of een Wi-Fi-netwerk zonder een verbinding te maken met de pc.
Rechtstreeks synchroniseren met Exchange Server Als uw bedrijf of serviceprovider Exchange Server gebruikt, kunt u op uw toestel ook synchronisatie met Exchange Server instellen. In dat geval moet u de volgende gegevens aan uw systeembeheerder vragen en vervolgens de daaronder genoemde stappen uitvoeren: Exchange Server-naam, gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam. 1. Tik in ActiveSync op het toestel op Menu > Configure Server (Server configureren).
4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth Voor het synchroniseren van uw toestel met de pc kunt u gebruik maken van lokale draadloze technologieën zoals infrarood (IR) en Bluetooth. Deze technologieën lijken veel op elkaar, maar er zijn kleine verschillen. Synchroniseren met een pc via infrarood 1. Volg de aanwijzingen in de Help-informatie bij ActiveSync op de pc om de pc in te stellen voor het ontvangen van infraroodstralen. 2. Plaats de infraroodpoorten dicht bij elkaar zonder obstakels ertussen.
4.4 Muziek, videoclips en afbeeldingen synchroniseren Wilt u uw muziek of andere digitale media mee op reis nemen, dan kunt u ActiveSync laten werken met Windows Media Player om muziek, videoclips en afbeeldingen met uw toestel te synchroniseren. In plaats van het gegevenstype voor de te synchroniseren media in ActiveSync te selecteren, moet u de synchronisatie-instellingen voor alle media in Windows Media Player instellen.
Hoofdstuk 5 De Pocket PC Phone beheren 5.1 De Pocket PC Phone aan uw persoonlijke wensen aanpassen 5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen 5.3 Geheugen beheren 5.4 Back-ups maken van bestanden 5.5 Het toestel beveiligen 5.
5.1 De Pocket PC Phone aan uw persoonlijke wensen aanpassen De instellingen in het scherm Today (Vandaag) Het scherm Today (Vandaag) aanpassen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Today(Vandaag). 2. Selecteer op het tabblad Appearance (Weergave) het item dat u als achtergrond wenst voor het scherm Today (Vandaag). 3. Selecteer op het tabblad Items de items die u op het scherm Today (Vandaag) wilt weergeven.
Opties instellen voor de weergave van afspraken op het scherm Today (Vandaag) Als u een groot aantal afspraken hebt, kunt u het type afspraak op het scherm Today (Vandaag) weergeven. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Today(Vandaag). 2. Klik op het tabblad Items. 3. Selecteer Calendar (Agenda) en tik op Options (Opties). 4.
Het menu Start aanpassen U kunt kiezen welke items in het menu Start worden weergegeven. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Menus (Menu’s). 2. Schakel de selectievakjes in van de items die u in het menu Start wilt weergeven. U kunt maximaal zeven items selecteren. Tip U kunt ook mappen en sneltoetsen maken die in het menu Start worden weergegeven. Klik in ActiveSync op de pc op Explore (Verkennen).
5. Tik op om het type alarmsignaal op te geven. U kunt kiezen voor een knipperlicht, een enkel geluid, een geluid dat herhaald wordt of een trilsignaal. 6. Als u een geluid wilt laten afspelen, tikt u op de lijst naast het selectievakje Play sound (Geluid afspelen) en tikt u op het gewenste geluid. Tijd en datum instellen voor een andere locatie Als u vaak op bezoek gaat bij iemand in een bepaalde tijdzone of daarmee communiceert, kunt u die zone als bezoektijdzone selecteren. 1.
Persoonlijke en systeeminstellingen Programma’s of sneltoetsen aan programmaknoppen toewijzen Het is mogelijk dat aan bepaalde knoppen op uw toestel al programma’s zijn toegewezen. U kunt deze knoppen aanpassen bijvoorbeeld om er programma’s die u vaak gebruikt mee te openen of om bepaalde sneltoetsen uit te voeren. Bijvoorbeeld om van schermstand te wisselen of om het scherm Today (Vandaag) of het Input Panel (Invoervenster) te openen. 1.
Tip Als de info over de eigenaar op het scherm Today (Vandaag) wordt weergegeven, kunt u direct vanaf dit scherm de gegevens openen en bewerken. Tik op het deel van het scherm waar de informatie staat. Kiezen hoe u op de hoogte wilt worden gehouden van gebeurtenissen of acties 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Sounds & Notifications (Geluiden en meldingen). 2.
De schuifsnelheid aanpassen U kunt door de items in een lijst schuiven door de knop Up/Down (Omhoog/omlaag) ingedrukt te houden. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Buttons (Knoppen) > tabblad Up/Down Control (Omhoog/omlaag-knop). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Verplaats de schuifregelaar onder Delay before first repeat (Vertraging vóór eerste herhaling) om de tijd voordat het schuiven begint, te verkorten of te verlengen.
De apparaatnaam moet met een letter beginnen, bestaan uit letters van A tot Z, cijfers van 0 tot 9 en kan geen spaties bevatten. Gebruik het onderstrepingsteken om woorden te scheiden.
De achtergrondverlichting na een bepaalde tijd dimmen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Backlight (Verlichting). 2. Tik op het tabblad Battery power (Accustroom) of op het tabblad External power (Externe energie). 3. Schakel het selectievakje Turn off backlight if device is not used for (Verl. uit als app. niet wordt gebr. ged.) in en geef de tijd op.
De beltoon van het toetsenblok wijzigen U kunt het geluid wijzigen dat u hoort als u een telefoonnummer op het toetsenblok invoert. Als dat is ingesteld op Long tones (Lange tonen), wordt dat geluid weergegeven zo lang het telefoonnummer op het toetsenblok wordt ingedrukt. Gebruik deze instelling wanneer taken die op basis van tonen van de telefoon worden uitgevoerd moeilijkheden opleveren, zoals toegang tot berichten van een antwoordapparaat.
Netwerkinstellingen voor de telefoon wijzigen • Tik op Start > Settings (Instellingen) > Phone (Telefoon) > tabblad Network (Netwerk). Standaard wordt het huidige netwerk van uw serviceprovider weergegeven. U kunt voorkeursnetwerken instellen. Voorkeursnetwerken instellen 1. Tik op Set Networks (Netwerken instellen) op het tabblad Network (Netwerk). 2. Selecteer de netwerken op het scherm Phone: Preferred networks (Telefoon: Voorkeursnetwerken) en zet deze in de gewenste volgorde. 3. Tik op OK.
5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen Voordat u extra programma’s aanschaft, moet u de naam van het toestel, de versie van Windows Mobile die op het toestel wordt uitgevoerd en het type processor noteren. Met deze gegevens kunt u eenvoudiger een programma selecteren dat compatibel is met uw toestel. Zie voor meer informatie de paragrafen “Gedetailleerde informatie over het toestel verkrijgen” en “Het versienummer van het besturingssysteem opzoeken” in dit hoofdstuk.
Programma’s verwijderen U kunt alleen programma’s verwijderen die u zelf hebt geïnstalleerd. Programma’s die standaard op uw toestel staan, kunt u niet verwijderen. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Remove Programs (Programma’s verwijderen). 2. Tik in de lijst Programs in storage memory (Programma’s in opslaggeheugen) op het programma dat u wilt verwijderen en tik op Remove (Verwijderen). 3. Tik op Yes (Ja).
Programmageheugen vrijmaken U kunt op de volgende manieren geheugen op uw toestel vrijmaken: • Sluit de programma’s die u op dit moment niet gebruikt. • Verplaats e‑mailbijlagen naar een opslagkaart. • Verplaats bestanden naar een opslagkaart. Tik op Start > Programs (Programma’s) > File Explorer (Verkenner). Tik op het bestand, houd vast en tik op Cut (Knippen). Blader naar de opslagkaart en tik op Edit (Bewerken) > Paste (Plakken). • Verwijder onnodige bestanden.
5.4 Back-ups maken van bestanden Met ActiveSync kunt u van bestanden back-ups maken naar uw pc. U kunt ook bestanden kopiëren naar een in uw toestel geplaatste opslagkaart. Uw toestel heeft een uitbreidingssleuf met een reeks veilige digitale (SD) en multimedia-opslagkaarten (MMC). Met ActiveSync kunt u gegevens kopiëren of verplaatsen van de pc naar het toestel en omgekeerd. Wijzigingen die u aanbrengt in de gegevens op de ene computer hebben geen invloed op de gegevens op de andere computer.
4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u het bestand naar uw toestel wilt kopiëren, klikt u met de rechtermuisknop op het bestand en klikt u vervolgens op Copy (Kopiëren). Klik met de rechtermuisknop op de gewenste map onder Mobile Device (Mobiel toestel) en klik op Paste (Plakken). • Als u het bestand naar uw pc wilt kopiëren, klikt u met de rechtermuisknop op het bestand en klikt u vervolgens op Copy (Kopiëren).
Uw telefoon beveiligen met een PIN-code 1. Tik op het toetsenbord van de telefoon op Menu > Options (Opties) > tabblad Phone (Telefoon). 2. Tik op Require PIN when phone is used (PIN vereist als telefoon wordt gebruikt). Als u op een gegeven moment de PIN-code wilt wijzigen, tikt u op Change PIN (PIN wijzigen). Tip Noodoproepen kunnen altijd worden gedaan zonder dat er een PINcode nodig is.
Opmerkingen Elke keer dat er een fout wachtwoord wordt ingevoerd, duurt het langer voordat het toestel reageert. Net zolang totdat het toestel helemaal niet meer reageert. Als u uw wachtwoord vergeten bent, moet u eerst de aanwijzingen in de handleiding volgen om het geheugen te wissen, voordat u weer toegang kunt krijgen tot uw toestel. Het wachtwoord wijzigen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Password (Wachtwoord).
5.6 De Pocket PC Phone opnieuw instellen Het kan voorkomen dat u uw Pocket PC Phone opnieuw moet instellen Normaal gesproken wordt bij het opnieuw instellen van uw toestel al het actieve programmageheugen gewist en worden alle actieve programma’s afgesloten (soft reset of gedeeltelijk opnieuw instellen). Dit kan nuttig zijn als het toestel langzamer dan normaal functioneert of als een programma niet juist wordt uitgevoerd.
Waarschuwing! Schakel het toestel altijd eerst uit voordat u het opnieuw gaat instellen of de batterij en SIM-kaart gaat installeren of opnieuw plaatsen. Knop Reset De beginwaarden van het toestel herstellen • Houd de beide softkeys ingedrukt die in de volgende afbeelding omcirkeld zijn. Houd tegelijkertijd met de stylus de knop Reset aan de linkerzijde van het toestel licht ingedrukt.
| De Pocket PC Phone beheren
Hoofdstuk 6 Een verbinding maken 6.1 Een verbinding maken met internet 6.2 Internet Explorer Mobile 6.3 Bluetooth 6.4 Wireless Modem 6.5 Wireless LAN Manager 6.6 GPRS Monitor 6.
6.1 Een verbinding maken met internet Uw toestel is uitgerust met krachtige netwerkfuncties om verbinding te maken met internet via een GPRS- (General Packet Radio Service) of UMTS-netwerk (Universal Mobile Telecommunications System). U kunt verbinding maken met internet of met een bedrijfsnetwerk om op internet te surfen of om e‑mail- of expresberichten uit te wisselen. Uw toestel heeft twee groepen verbindingsinstellingen: My ISP (Mijn internetserviceprovider) en My Work Network (Mijn bedrijfsnetwerk).
Klik voor toegang tot internet op Start Programs (Programma’s) > Internet Explorer. Een verbinding maken met een particulier netwerk Verbindingsinstelling 1. U hebt de volgende gegevens van uw netwerkbeheerder nodig: • Telefoonnummer van de server • Gebruikersnaam • Wachtwoord • Domein (als dat door een serviceprovider of netwerkbeheerder wordt verleend) 2. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Connections (Verbindingen) > Connections (Verbindingen). 3.
De netwerkkaartinstellingen op uw toestel wijzigen of opnieuw instellen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Connections (Verbindingen) > Network Cards (Netwerkkaarten). 2. Selecteer het gewenste item in de lijst My network card connects to (Mijn netwerkkaart maakt verbinding met): • Als u verbinding wilt maken met internet via uw internetserviceprovider, selecteert u The Internet (Internet). • Als u verbinding wilt maken met een particulier netwerk, selecteert u Work (Bedrijfsnetwerk).
6.2 Internet Explorer Mobile Internet Explorer Mobile is een volwaardige webbrowser die speciaal bedoeld is voor gebruik op uw mobiele toestel. Internet Explorer Mobile starten • Tik op Start > Internet Explorer. Een startpagina kiezen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad General (Algemeen). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u de weergegeven pagina als startpagina wilt gebruiken, tikt u op Use Current (Huidige gebr.).
Een favoriet toevoegen 1. Ga in Internet Explorer Mobile naar de pagina die u wilt toevoegen. 2. Tik op de pagina, houd vast en tik op Add to Favorites (Toev. aan Favorieten). 3. Bevestig of wijzig de naam en selecteer de map waarin u de favoriet wilt opslaan. Een favoriet of een map verwijderen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Favorites (Favorieten) > tabblad Add/Delete (Toevoegen/verwijderen). 2. Selecteer het item dat u wilt verwijderen en tik op Delete (Verwijderen).
Afbeeldingen op webpagina’s weergeven of verbergen • Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > View (Beeld) > Show Pictures (Afbeeldingen weergeven). Een vinkje naast Show Pictures (Afbeeldingen weergeven) geeft aan dat afbeeldingen op de webpagina’s worden weergegeven. De lijst Geschiedenis wissen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad Memory (Geheugen). 2. Tik op Clear History (Geschiedenis wissen). Een afbeelding van een webpagina opslaan 1.
Tijdelijke internetbestanden verwijderen Soms wordt webinhoud tijdens het bekijken opgeslagen om de weergave te versnellen van pagina’s die u regelmatig bezoekt of al eerder hebt bekeken. Het kan zijn dat u die bestanden wilt verwijderen om geheugenruimte vrij te maken. 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad Memory (Geheugen). 2. Tik op Delete Files (Bestanden verwijderen).
Opmerking Als u een extra beveiligingsniveau wilt toevoegen voor het verzenden van informatie naar andere apparaten of Bluetoothsynchronisatie wilt instellen, tikt u op Start > Settings (Instellingen) > Systeem tabblad > Bluetooth Setting (Bluetooth-instellingen). Bluetooth-modi Op uw toestel werkt Bluetooth in drie verschillende modi: • On (Aan). Bluetooth is ingeschakeld en u kunt Bluetooth-functies gebruiken. • Off (Uit). Bluetooth is uitgeschakeld.
Bluetooth-partnerverbanden Een Bluetooth-partnerverband is een relatie die u maakt tussen uw toestel en een ander apparaat waarop Bluetooth wordt ondersteund, zodat gegevens veilig tussen beide apparaten kunnen worden uitgewisseld. Als u een partnerverband tussen twee apparaten wilt maken, moet u op beide apparaten dezelfde PIN-code of hetzelfde wachtwoord invoeren. U hoeft maar één keer een partnerverband tussen twee apparaten te maken.
Een Bluetooth-partnerverband accepteren 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en dat de identificeerbare modus is ingesteld. 2. Tik op OK als u wordt gevraagd of u een partnerverband met het andere apparaat wilt instellen. 3. Voer ten behoeve van een veilige verbinding hetzelfde wachtwoord in als dat van het apparaat dat het partnerverband aanvraagt. Het wachtwoord moet 1 tot 16 zestien tekens bevatten. 4. Tik op Next (Volgende). 5. Tik op Finish (Voltooien).
Gegevens verzenden met Bluetooth Gegevens verzenden vanaf uw toestel 1. Tik op het toestel op het item dat u wilt verzenden en houd vast. Het item kan een afspraak in uw agenda, een taak, een contactpersoonkaart of een bestand zijn. 2. Tik op Beam [type of item] ([Type item] verzenden). 3. Tik op het toestel waarnaar u het item wilt verzenden. Het item wordt naar het geselecteerde apparaat verzonden.
6. Als het toestel in de lijst My Connections (Mijn verbindingen) staat, gaat u door naar stap 11. 7. Als het toestel niet in de lijst My Connections (Mijn verbindingen) voorkomt, tikt u op New (Nieuw) en volgt u alle resterende stappen. 8. Selecteer het toestel in de lijst en tik op Next (Volgende). 9. Voer een wachtwoord in en tik op Next (Volgende). 10.Voer op het toestel hetzelfde wachtwoord in en tik op Finish (Voltooien). 11.
6.4 Wireless Modem Met dit programma activeert u het toestel als een draadloze modem en verbindt u de pc met een draadloos netwerk. Voordat u een nieuwe modem maakt en configureert voor een verbinding, moet u de stuur programma’s op de pc installeren. Wireless Modem Een verbinding maken met Wireless Modem (programma voor draadloze modems) 1. Tik op het toestel op Start > Programs (Programma’s) > Wireless Modem. 2. Selecteer IrDA in de lijst Connection Type (Verbindingstype).
De pc instellen Voordat u met Wireless Modem gaat werken, moet u de nieuwe modem configureren op de pc en de juiste naam voor het toe gangspunt (APN, Access Point Name) opvragen bij de internet serviceprovider (ISP). Een modem configureren op de pc 1. Selecteer op de pc Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op Phone and Modem Options (Telefoon- en modemopties). 3. Klik op het tabblad Modems op Add (Toevoegen). 4.
14.Klik op Change Default Preferences (Standaardvoorkeuren wijzigen). 15.Selecteer None (Geen) bij Float Control (Float-besturing) op het tabblad General (Algemeen). 16.Klik op OK totdat de wizard voor de modeminstallatie is voltooid. Een nieuwe inbelverbinding maken Nadat u de nieuwe standaardmodem hebt geconfigureerd op de pc, moet u een nieuwe inbelverbinding maken. 1. Selecteer op de pc Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm). 2.
13. Selecteer No (Nee) als wordt gevraagd of u een account voor e‑mail via internet wilt maken en klik op Next (Volgende). 14.Klik op Finish (Voltooien) om de wizard af te sluiten. Verbinding maken via een USB-poort Als u verbinding wilt maken via een USB-poort, moet u eerst een USBmodem configureren op de pc. Voordat u de USB-modem configureert, controleert u of de volgende bestanden beschikbaar zijn: • USBMDM • USBModem_Dialer Deze beide bestanden vindt u op de installatie-cd.
11. Klik op Finish (Voltooien). 12.Klik op de pc op Start > Settings (Instellingen) > Control Panel (Configuratiescherm). 13.Dubbelklik op Phone and Modem Options (Telefoon- en modemopties). 14.Selecteer de nieuwe USB-modem in de lijst Modems. 15.Dubbelklik op het bestand USB Modem Dialer op de installatiecd. 16.Voer de GPRS-instellingen in (voer de APN in die door de internetserviceprovider is toegewezen) 17.Klik op Dial to start the connection (Inbellen om verbinding te maken).
Opmerkingen Voordat u het toestel als Bluetooth-modem gaat gebruiken, moet u Bluetooth inschakelen op de pc. Ook moet u controleren of: • E en voor GPRS geschikte SIM-kaart in het toestel is geplaatst. • De ActiveSync BT-poortverbinding met de pc is uitgeschakeld. • De infraroodfunctie is uitgeschakeld. De interface van het Bluetooth-programma op de pc kan enigszins afwijken van de hier beschreven interface. Volg in dat geval de installatie-instructies in de handleiding van de pc. 6.
WLAN-signalen detecteren Voordat u een Wi-Fi-verbinding maakt, moet u controleren of het toestel contact heeft met een WLAN-kanaalsignaal. U kunt de status van de huidige draadloze verbinding op uw toestel controleren via de volgende schermen. • Het scherm Today (Vandaag). Als het toestel een WLANverbinding detecteert, verschijnt het pictogram voor WLANverbindingen boven aan het scherm Today (Vandaag) en verschijnt een pictogram met de hoofdletter W in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Een verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk Wireless Manager Wireless LAN 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Connections (Verbindingen) > Wireless LAN. Hiermee opent u het hoofdscherm van Wireless LAN. 2. Tik op om Wireless Manager te openen. 3. Tik op On (Aan) naast het WLAN-pictogram ( ). Het WLAN-pictogram wordt nu gemarkeerd om aan te geven dat Wi-Fi is ingeschakeld. 4. Tik op Settings (Instellingen) om het Wi-Fi-netwerk te configureren en verbinding daarmee te maken.
Batterijvermogen sparen tijdens verbinding met een Wi-Fi-netwerk 1. Schuif op het tabblad Settings (Instellingen) van het hoofdscherm van Wireless LAN de regelaar Power Save Mode (Energiebesparingsmodus) naar een positie waarop de beste prestaties worden verkregen tegen een zo laag mogelijk energieverbruik. 2.
6.6 GPRS Monitor GPRS Monitor rapporteert de hoeveelheid overgebrachte gegevens voor een opgegeven periode, genereert een logboek voor dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse gegevensoverdracht, vergelijkt de verzamelde gegevens met vooraf gedefinieerde tarieven voor gegevensverkeer en voert andere bewerkingen uit waarmee u de account voor uw mobiele toestel eenvoudiger beheert. GPRS Monitor houdt het gegevensverkeer en het verbruik ook bij als u het toestel gebruikt in een netwerkgebied met 3G-bereik.
4. Tik in de lijst Connection (Verbinding) op de verbinding die u wilt bewaken. GPRS Monitor ondersteunt verschillende profielen. Als u veel in het buitenland bent en een roaming-profiel gebruikt, kunt u eventueel verschillende profielen configureren voor verschillende providers en tarieven. Het serviceplan opgeven dat door de GPRS-serviceprovider wordt aangeboden Opties GPRS Monitor voor hoofdprofiel, tarief Opties GPRS Monitor voor hoofdprofiel, details tarief 1.
Instellen dat kosten van gegevensverbindingen op het scherm worden weergegeven 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > GPRS Monitor. 2. Tik op Tools (Extra) > Options (Opties). 3. Schakel op het tabblad Options (Opties) het selectievakje Show Taskbar Icon (Pictogram op taakbalk weergeven) in. 4. Tik op Customize (Aanpassen). 5. Selecteer op het tabblad Icon Bar (Pictogrammenbalk) de gegevens die GPRS Monitor moet weergeven.
GPRS Monitor uitvoeren GPRS Monitor biedt rapporten over het gebruik van netwerkverbindingen. U ontvangt grafieken en rapporten over het verkeer en de kosten. U kunt deze rapporten exporteren naar CSVbestanden die u kunt openen met Excel, Access en vergelijkbare spreadsheet- en databasetoepassingen. Het pictogram op de taakbalk gebruiken 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > GPRS Monitor. 2. Tik op Tools (Extra) > Options (Opties). 3.
3. Tik op Options (Opties). De volgende configuratieopties zijn beschikbaar op het tabblad Display (Weergave): • Refresh every ... seconds (Elke … seconden vernieuwen). Hiermee bepaalt u hoe vaak de indicatoren van de invoegtoepassing worden bijgewerkt. • Traffic status for (Verkeersstatus voor). Hiermee selecteert u weergaveopties voor hoeveelheden verkeer en de kosten daarvan voor vandaag, deze week, deze maand of de huidige sessie. • Traffic cost (Verkeerskosten).
Een melding in een venstermenu ontvangen voor informatie over gegevensverbindingen Er verschijnt een venstermenu als u in het scherm van GPRS Monitor op het pictogram op de taakbalk tikt. Vanuit dit menu hebt u direct toegang tot de conceptstatistieken voor de netwerkverbinding. Standaard verschijnen de statistieken voor de huidige dag. U kunt echter opgeven dat gegevens van de huidige sessie of de sessie van afgelopen week verschijnen. U doet dit als volgt: 1.
Profielen wijzigen Hoewel u in het buitenland een andere verbinding kunt gebruiken, kunt u het toestel ook configureren om onder verschillende omstandigheden met dezelfde verbinding te werken. Internationale GPRS-tarieven zijn bij elke draadloze serviceprovider verschillend. Daarom kunt u in GPRS Monitor profielen activeren waarin de verbinding in dergelijke gevallen verschillend wordt gemeten. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > GPRS Monitor. 2. Tik op Tools (Extra) > Options (Opties). 3.
6.7 Terminal Services-client Met de Terminal Services-client kunt u aanmelden bij een pc waarop Terminal Services of Remote Desktop wordt uitgevoerd en vervolgens alle beschikbare bronnen op die pc gebruiken. Zo kunt u in plaats van Word Mobile op uw toestel uit te voeren, via de pc-versie van Word toegang hebben tot de .doc-bestanden op de pc. Verbinding maken met een Terminal Server 1. Tik op uw toestel op Start > Programs (Programma’s) > Terminal Services Client (Terminal Services-client). 2.
De verbinding verbreken zonder een sessie te beëindigen 1. Tik op uw toestel in het scherm van Terminal Services-client op Start > Shutdown (Uitschakelen). 2. Tik op Disconnect (Verbinding verbreken). Opmerkingen Gebruik niet het menu Start op uw toestel.
| Een verbinding maken
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 7.1 E‑mail en SMS-berichten 7.2 MMS-berichten 7.3 Pocket MSN Messenger 7.4 Agenda 7.5 Contactpersonen 7.6 Taken 7.
7.1 E‑mail en SMS-berichten Onder Messaging (Berichten) vindt u al uw e‑mailaccounts en uw SMS-account. U kunt e‑mail via Outlook, webmail via een internet provider en SMS-berichten rechtstreeks verzenden en ontvangen. U kunt ook via een VPN-verbinding e‑mail van uw werk gebruiken. Zie de Help-informatie op het toestel voor meer informatie over e‑mail en SMS-berichten.
Voorbeeld: • Het tijdinterval voor het downloaden van nieuwe berichten wijzigen. • Het aantal berichten dat wordt gedownload beperken en de verificatiemethode voor uitgaande e‑mailberichten instellen. • Bijlagen of gedeelten van berichten downloaden.
Instelling Beschrijving Require SSL Schakel deze optie in als u er zeker van wilt zijn dat connection (SSLu vanaf deze account altijd e‑mailberichten verzendt verbinding vereist) via een SSL-verbinding. Hierdoor kunt u persoonlijke informatie veiliger verzenden. Als u deze optie inschakelt terwijl u internetprovider geen SSL-verbindingen ondersteunt, kunt u geen e‑mail verzenden.
Berichten opstellen en verzenden 1. Tik in de lijst met berichten op Menu > Switch Accounts (Accounts wisselen) en selecteer een account. 2. Tik op New (Nieuw). 3. Voer het e‑mailadres of het SMS-adres in van een of meer ontvangers en scheid de adressen met puntkomma’s. Tik op To (Aan) om toegang te krijgen tot adressen en telefoonnummers uit de lijst Contacts (Contactpersonen). 4. Voer het bericht in.
3. Als u de spelling wilt controleren, tikt u op Menu > Spell Check (Spelling controleren). 4. Tik op Send (Verzenden). Tips Als u meer informatie uit de koptekst wilt zien, bladert u omhoog. Als u altijd het oorspronkelijke bericht wilt opnemen, tikt u in de lijstweergave op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad Message (Bericht) en schakelt u het selectievakje When replying to e‑mail, include body (Tekst van bericht opnemen bij antwoord) in.
Als u een IMAP4-e‑mailaccount hebt bij een internetprovider of een account waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding (meestal een werkaccount), gaat u als volgt te werk: 1. Tik op Start > Messaging (Berichten). 2. Tik op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties). 3. Tik op de naam van de IMAP4-account. 4. Tik op Next (Volgende) totdat u bij Server information (Serverinformatie) komt en tik op Options (Opties). 5.
Berichten downloaden van de server Als u e‑mailberichten wilt verzenden en ontvangen voor een e‑mail account die u hebt bij een internetprovider of waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding (meestal een werkaccount), moet u eerst verbinding maken met internet of met het bedrijfsnetwerk, afhankelijk van de account. 1. Tik op Menu > Switch Accounts (Accounts wisselen) en tik op de account die u wilt gebruiken. 2. Tik op Menu > Send/Receive (Verzenden/ontvangen).
Als u een Outlook-e‑mailaccount gebruikt, worden e‑mailberichten in de map Inbox (Postvak IN) van Outlook automatisch met uw toestel gesynchroniseerd. U kunt ervoor kiezen extra mappen te synchroniseren door ze aan te wijzen voor synchronisatie. De mappen die u maakt en de berichten die u verplaatst, worden vervolgens gespiegeld op de e‑mailserver.
7.2 MMS-berichten U kunt met uw toestel heel eenvoudig MMS-berichten maken en delen met uw vrienden en familie. U kunt zelfs de camera op het toestel gebruiken om foto’s en videoclips te maken terwijl u een nieuw MMSbericht maakt en ze samen met het bericht verzenden. MMS instellen MMS starten • Tik op Start > Messaging (Berichten) voor directe toegang tot MMS. Opmerking U kunt een MMS-bericht ook rechtstreeks vanuit de programma’s Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) en Camera verzenden.
Een MMS-account instellen • Als u uw standaard-MMS Messaging-account wilt instellen, tikt u op Start > Messaging (Berichten) > Menu > Switch Accounts (Accounts wisselen) > MMS. Berichtaccounts MMS-berichten beheren Beginnen met opstellen van een MMS-bericht U stelt MMS-berichten op als een combinatie van meerdere dia’s, waarbij elke dia een foto, een audio- of videoclip en/of tekst kan bevatten. 1. Tik op Start > Messaging (Berichten) > New (Nieuw). 2.
3. Voer in To (Aan) het telefoonnummer of e‑mailadres van de ontvanger rechtstreeks in of tik op To (Aan), Cc of Bcc om een telefoonnummer of een e‑mailadres te kiezen uit de lijst met contactpersonen. 4. Voer een onderwerp voor het bericht in. om een foto of videoclip te selecteren en verzenden. 5. Tik op 6. Voer tekst in en voeg geluidsfragmenten in door op de desbetreffende gebieden te tikken. 7. Tik op Send (Verzenden) om het bericht te verzenden.
Een MMS-bericht maken uit een sjabloon • Tik op Edit (Bewerken) > New from Template (Nieuw uit sjabloon) om een bericht te maken met een vooraf gedefinieerde sjabloon. Opmerking Als u een bericht wilt opslaan als sjabloon, opent u het bericht en tikt u op Edit (Bewerken) > Save as Template (Opslaan als sjabloon). Geavanceerde opties instellen voor een MMS-bericht • Tik op Options (Opties) > Background (Achtergrond) om een achtergrondkleur te kiezen uit de lijst.
U kunt deze afbeelding of videoclip verwijderen door op te tikken. Als u een nieuwe foto of videoclip wilt opnemen en deze onmiddellijk met het bericht wilt verzenden, tikt u op of . De nieuwe afbeelding of videoclip wordt automatisch ingevoegd in uw bericht. Opmerking Als u op een miniatuur tikt en de stylus vasthoudt, verschijnt een snelmenu met de opties File Info (Bestandsinfo) en Delete (Verwijderen). Kies File Info (Bestandsinfo) om de bestands informatie van de foto of videoclip weer te geven.
Opmerking Als u een woordgroep (tekstreeks) in de lijst Canned Text (Opgeslagen tekst) wilt bewerken of verwijderen, houdt u de stylus op de reeks en tikt u vervolgens op Edit (Bewerken) of Delete (Verwijderen) in het snelmenu. Als u een nieuwe woordgroep wilt maken en wilt toevoegen aan de lijst, tikt u op New (Nieuw). Een geluidsfragment toevoegen aan een MMS-bericht U kunt geluidsfragmenten toevoegen aan uw MMS-bericht. U kunt echter maar één geluidsfragment per dia toevoegen.
Een MMS-bericht weergeven U kunt op verschillende manieren MMS-berichten weergeven. • De afspeelbesturingselementen , en gebruiken. • Op Objects (Objecten) tikken om een lijst met bestanden te zien die zijn opgenomen in het bericht. Als u een bestand wilt opslaan, selecteert u het bestand en tikt u op Tools (Extra) > Save (Opslaan). • De dia’s handmatig bekijken door door het bericht te bladeren met de navigatietoets.
• Allow delivery report (Ontvangstrapport) en Allow read report (Leesrapport). Schakel deze selectievakjes in als u ontvangst- en leesrapporten wilt verzenden en ontvangen. • Attempts before giving up (Aantal pogingen voor stoppen). Selecteer een waarde in deze lijst om het aantal keren te beperken dat wordt geprobeerd uw bericht te verzenden. • Photo resolution (Fotoresolutie). Selecteer een waarde in deze lijst om de resolutie te kiezen voor afbeeldingen die u verzendt.
7.3 Pocket MSN Messenger Met Pocket MSN Messenger beschikt u op uw mobiele toestel over de functies van MSN Messenger. Met Pocket MSN Messenger kunt u het volgende doen: • • • Expresberichten verzenden en ontvangen. Zien welke contactpersonen on line en off line zijn. U aanmelden voor statusupdates voor bepaalde contactpersonen zodat u ziet wanneer ze on line gaan. • Contactpersonen blokkeren zodat deze uw status niet kunnen zien en geen berichten naar u kunnen verzenden.
Contactpersonen toevoegen of verwijderen • Als u een contactpersoon wilt toevoegen, tikt u op Menu > Add Contact (Contactpersoon toevoegen), waarna u de aanwijzingen op het scherm opvolgt. • Als u een contactpersoon wilt verwijderen, tikt op de naam van de contactpersoon, houdt u vast en tikt u vervolgens op Delete Contact (Contactpersoon verwijderen). Een expresbericht verzenden 1. Tik op de contactpersoon naar wie u een bericht wilt verzenden. 2.
7.4 Agenda Gebruik Calendar (Agenda) om afspraken te plannen, zoals vergaderingen en andere gebeurtenissen. Uw afspraken voor vandaag kunnen worden weergegeven op het scherm Today (Vandaag). Als u Outlook gebruikt op uw pc, kunt u afspraken synchroniseren tussen uw toestel en uw pc. U kunt de agenda ook zo instellen dat u aan afspraken wordt herinnerd met bijvoorbeeld een geluid of een knipperend lampje. U kunt uw afspraken in verschillende weergaven bekijken (dag, week, maand, jaar en agenda).
Een vergaderverzoek verzenden Gebruik de agenda om via e‑mail vergaderingen te plannen met contactpersonen die Outlook of Outlook Mobile gebruiken. 1. Tik op Start > Calendar (Agenda). 2. Plan een nieuwe afspraak of open een bestaande afspraak en tik op Edit (Bewerken). 3. Tik op Attendees (Genodigden). 4. Tik op de naam van de contactpersoon die u wilt uitnodigen. 5. Tik voor elke volgende genodigde op Add (Toevoegen) en tik op de naam. 6. Tik op OK. 7.
7.5 Contactpersonen Contacts (Contactpersonen) is uw adresboek en informatie opslagruimte voor de mensen en bedrijven waarmee u communiceert. Naast telefoonnummers, e‑mailadressen en privé-adressen kunt u alle andere informatie opslaan die betrekking heeft op een contactpersoon, zoals een verjaardag of trouwdag. U kunt ook een afbeelding toevoegen of een beltoon toewijzen aan een contactpersoon. Vanuit de lijst met contactpersonen kunt u snel communiceren met mensen.
Werken met de lijst met contactpersonen U kunt de lijst met contactpersonen op verschillende manieren gebruiken en aanpassen. Hieronder volgen enkele tips: 1. Tik op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Voer in de lijst met contactpersonen een van de volgende handelingen uit: • • • In de naamweergave kunt u een contactpersoon zoeken door een naam of nummer in te voeren of door de alfabetische index te gebruiken. U gaat naar de naamweergave door te tikken op Menu > View By (Weergeven op) > Name (Naam).
Een contactpersoon zoeken In een lange lijst met contactpersonen kunt u op verschillende manieren een contactpersoon zoeken. 1. Tik op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Als de naamweergave niet actief is, tikt u op Menu > View By (Weergeven op) > Name (Naam). 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Begin een naam of telefoonnummer in te voeren in het tekstvak dat wordt weergegeven, totdat de gewenste contactpersoon wordt weergegeven.
Tip U kunt gemakkelijk een korte taak maken. Tik op het vak Tap here to add a new task (Tik hier voor nieuwe taak), voer een onderwerp in en tik op Enter. Als het invoervak voor taken niet beschikbaar is, tikt u op Menu > Options (Opties) en schakelt u het selectievakje Show Tasks entry bar (Invoerbalk Taken weergeven) in. De prioriteit van een taak wijzigen Voordat u taken op prioriteit kunt sorteren, moet u voor elke taak een prioriteitsniveau opgeven. 1.
Een taak zoeken Als uw takenlijst lang is, kunt u een subset van de taken weergeven of de lijst sorteren om snel een bepaalde taak te vinden. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Tasks (Taken). 2. Voer in de takenlijst een van de volgende handelingen uit: • Sorteer de lijst. Tik op Menu > Sort by (Sorteren op) en tik op een sorteeroptie. • Tip Filter de lijst op categorie. Tik op Menu > Filter en tik op de categorie die u wilt weergeven.
3. Tik in het vak Default mode (Standaardmodus) op een van de volgende opties: • Writing (Schrijven) als u in een notitie wilt tekenen of handgeschreven tekst wilt invoeren. • Typing (Typen) als u een getypte notitie wilt maken. 4. Tik op OK. Een notitie maken 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Notes (Notities). 2. Tik in de notitielijst op New (Nieuw). 3.
7. Tik wanneer u klaar bent op OK om terug te gaan naar de notitielijst. Als u een opname hebt toegevoegd aan een geopende notitie, wordt een pictogram aan de notitie toegevoegd. Als u een aparte notitie hebt gemaakt, wordt een pictogram aan de notitielijst toegevoegd. Opmerking Als u een opname wilt afspelen, tikt u op het pictogram Recording (Opname) in de geopende notitie of tikt u op de opname in de notitielijst. Tip Druk op de knop Opnemen om snel een opname te maken.
Hoofdstuk 8 Met multimedia werken 8.1 De camera en de camcorder 8.2 Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) 8.
8.1 De camera en de camcorder Met de ingebouwde camera en camcorder kunt u heel eenvoudig foto’s maken en videoclips met geluid opnemen. Het toestel beschikt over twee ingebouwde camera’s, de hoofdcamera ( ) en de tweede camera ( ). De hoofdcamera werkt met de resolutie voor volledig scherm. De resolutie voor de tweede camera is beperkt tot 352 x 288. Als u naar een van de cameramodi van het toestel wilt gaan, voert u een van de volgende handelingen uit: • Tik op Start > Programs (Programma’s) > Camera.
Voor de hoofdcamera zijn de volgende vastlegmodi beschikbaar: Vastlegmodus Functie Photo Hiermee maakt u gewone foto-opnamen Video Hiermee legt u videoclips vast, met of zonder geluid MMS Video Hiermee legt u videoclips vast die via MMS kunnen worden verzonden Contacts Picture Hiermee maakt u een foto-opname die u direct aan een contactpersoon kunt toewijzen als een Picture Theme Hiermee maakt u foto’s en plaatst deze in lijsten Panorama Hiermee neemt u in één richting een reeks stilstaande beeld
De tweede camera gebruiken Ook met de tweede camera op het toestel kunt u met behulp van verschillende ingebouwde modi afbeeldingen en videoclips vastleggen, maar met een lagere resolutie. De cameramodus voor de tweede camera is standaard ingesteld op de vastlegmodus Photo. De actieve vastlegmodus wordt rechts onder in het scherm weergegeven. Als u naar een andere vastlegmodus wilt schakelen, voert u een van de volgende handelingen uit: of op het scherm Camera.
Pictogrammen van de verschillende cameramodi • Indicator van de huidige tijd. 8:13 De huidige tijd. • Indicator van resterende hoeveelheid opnamen. Geeft aan hoeveel opnamen nog gemaakt kunnen worden op basis van de huidige instellingen. / / / / Geeft de huidige resolutie • Resolutie-indicator. aan. • / Omgevingsindicator. omgevingsinstelling aan. • Zoomindicator. 2.0x / 1.0x geeft de huidige zoomverhouding aan. • of tikt in het scherm Camera, Zoomschakelaar.
• Reset Status (Status opnieuw instellen). Tik op om de voortgang van de huidige panoramaopname te stoppen en terug te keren naar de normale voorbeeldweergave. De knop is actief als het selectievakje Auto-stitch the snapped images while in Panorama mode (Opnamen automatisch laten aansluiten in de modus Panorama) niet is ingeschakeld op het scherm Camera Settings (Camera-instellingen). • Sluiten. Tik op • Camera Settings (Camera-instellingen).
Pictogrammen in het beoordelingsscherm • Terug naar voorbeeld. Tik op om terug te gaan naar de cameramodus om een opname te maken. • Send (Verzenden). Tik op om het opgenomen beeld via e‑mail of MMS te verzenden. • Delete (Verwijderen). Tik op verwijderen. • In afbeeldingen en video’s weergeven. Tik op om naar het programma Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) te schakelen. Het opgenomen beeld wordt in de gedetailleerde weergave getoond. • In Windows Media weergeven.
De vastlegmodi voor stilstaande beelden Wanneer u werkt in vastlegmodi voor stilstaand beeld zoals Photo, Contacts Picture, Picture Theme, Panorama, Sport en Burst, kunt u één stilstaand beeld opnemen door op de knop Camera of op de knop Enter van de navigatietoets te drukken. De modi voor stilstaand beeld ondersteunen de BMP- en JPEG-indeling. U stelt de bestandsindeling in in het scherm Camera Settings (Camera-instellingen).
Om de grootte van het videofragment dat u via MMS wilt verzenden te beperken, kunt u de vooringestelde bestandsgrootte gebruiken voor videofragmenten die in de modus MMS Video worden vastgelegd. De opname wordt automatisch gestopt zodra de limiet is bereikt. U kunt de opname echter al eerder stoppen. De digitale tijdindicator linksonder in het scherm geeft de tijdslimiet in seconden weer. In het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) kunt u de bestandsindeling H.263 of MPEG-4 instellen.
Vastlegmodus Resolutie Zoombereik Video en MMS Video Groot (320 x 240) 1.0x tot 2.0x Medium (176 x 144) 1.0x tot 2.0x Klein (128 x 96) 1.0x tot 2.0x 2M (1600 x 1280) Geen zoomniveau beschikbaar Photo en Contacts Picture 1M (1280 x 1024) 1.0x tot 2.0x Groot (640 x 480) 1.0x tot 2.0x Medium (320 x 240) 1.0x tot 4.0x Klein (160 x 120) 1.0x tot 8.
Vastlegmodus Resolutie Zoombereik Video en MMS Video Groot (352 x 288) 1.0x tot 2.0x Medium (176 x 144) 1.0x tot 2.0x Klein (128 x 96) 1.0x tot 2.0x Photo en Contacts Medium (352 x 288) Picture Klein (176 x 144) 1.0x tot 2.0x Picture Theme 1.0x tot 2.0x 1.0x tot 2.0x Afhankelijk van de huidige sjabloon Opmerking De resolutie voor bepaalde bestandsindelingen varieert ook per vastlegmodus. Het zoombereik is vastgesteld op basis van de volgende ratio: • 1.
In het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) kunt u de volgende instellingen configureren: Instelling Functie Vastlegmodus Een vastlegmodus selecteren Capture format (Bestandsindeling) Een bestandsindeling selecteren Capture size (Resolutie) Een resolutie selecteren Capture frequency (Vastlegfrequentie) Een vastlegfrequentie selecteren Record limitation (Opnamelimiet) De maximumduurof -bestandsgrootte voor opnamen opgeven Template (Sjabloon) Een sjabloon selecteren Browse (Bladeren) Na
Het menu Tools (Extra) Het menu Tools (Extra) in het scherm Camera Settings (Camerainstellingen) bevat de volgende geavanceerde opties voor het configureren en aanpassen van de functies voor de cameramodus: Camera Settings, Tools (Camera-instellingen, Extra) Adjust (Aanpassen). Tik op Tools (Extra) > Adjust (Aanpassen) om de weergave-eigenschappen van de camera aan te passen, zoals Contrast, Brightness (Helderheid), Saturation (Verzadiging), Hue (Tint) en Sharpness (Scherpte).
Camera Settings, General (Camera-instellingen, Algemeen) Options (Opties). Tik op Tools (Extra) > Options (Opties) om het scherm Options (Opties) te openen. Hierin worden de volgende tabbladen weergegeven: • 166 Het tabblad General (Algemeen). Dit bevat de volgende opties: • Disable shutter sound (Sluitergeluid uitschakelen). Schakel dit selectievakje in om alle standaardgeluiden uit te schakelen die worden weergegeven bij het maken van een foto of het vastleggen van een videoclip.
• Apply “Date and time stamp” while capturing images (Datum en tijd weergeven bij het maken van opnamen). Schakel dit selectievakje in om de huidige datum en tijd automatisch in de opnamen weer te geven. • Flicker Adjustment (Aanpassing flikkeringen). Selecteer Auto om automatisch om te schakelen op het elektrische voltage van het land waar u het toestel gebruikt. • Save to (Opslaan als). Hier geeft u op waar u de opgenomen bestanden wilt opslaan.
• Counter Index (Teller voor nummering). Standaard ontvangt een nieuw afbeeldingsbestand een voorvoegsel en een nummer uit een opeenvolgende reeks, zoals 00000, 00001, 00002 enzovoort. Als u de teller voor uw afbeeldings bestanden opnieuw wilt instellen op “00001”, tikt u op Reset counter (Teller opnieuw instellen). • JPEG Quality (JPEG-kwaliteit). Selecteer het gewenste JPEG-kwaliteitsniveau voor alle foto’s die u hebt gemaakt.
• Het tabblad Video. Met de opties in dit tabblad kunt u geavanceerde instellingen voor opgenomen videobestanden configureren. • Prefix type (Type voorvoegsel) en Prefix string (Tekenreeks voorvoegsel). Standaard ontvangt een nieuw videobestand de naam “VIDEO”, gevolgd door een opeenvolgend nummer. Bijvoorbeeld: VIDEO_00001.avi.
Een afbeelding of videoclip naar het toestel kopiëren U kunt afbeeldingen van uw pc kopiëren en op het toestel bekijken. • Kopieer de afbeeldingen van uw pc of opslagkaart naar de map My Pictures (Mijn afbeeldingen) op het toestel. Raadpleeg ActiveSync Help op uw pc voor meer informatie over het kopiëren van bestanden van de pc naar uw toestel. Opmerking U kunt ook met behulp van een geheugenkaart afbeeldingen van uw pc naar het toestel kopiëren.
Een video met geluid afspelen 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). De videobestanden in de map My Pictures (Mijn afbeeldingen) worden standaard als miniaturen weergegeven. Geluidsbestanden worden aangeduid met het pictogram . 2. Selecteer een video en tik op de miniatuur om de video af te spelen met de ingebouwde Windows Media Player. Diavoorstellingen bekijken U kunt uw afbeeldingen in een diavoorstelling op het toestel bekijken.
Afbeeldingen en videoclips sorteren Naarmate u meer afbeeldingen en videoclips op het toestel opslaat, kan het handig zijn om de bestanden te sorteren, zodat u ze snel terug kunt vinden. U kunt bestanden sorteren op naam, datum en grootte. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Tik op de sorteerlijst en stel in waarop u de bestanden wilt sorteren. De lijst is standaard ingesteld op datum.
• Als u de helderheid en het contrastniveau van een afbeelding aan wilt passen, tikt u op Menu > AutoCorrect (Autocorrectie). Opmerking Als u een bewerking ongedaan wilt maken, tikt u op Menu > Undo (Ongedaan maken). Als u alle niet-opgeslagen wijzigingen die u op de afbeelding hebt aangebracht wilt annuleren, tikt u op Revert to Saved (Terug naar Opgeslagen).
4. Voer de naam van de ontvanger en een onderwerp in en tik vervolgens op Send (Verzenden). Als u uw toestel de volgende keer synchroniseert, wordt het bericht verzonden. Opmerking Afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen voordat ze worden verzonden. Een afbeelding verzenden Via infrarood kunt u een afbeelding naar vrienden of familie verzenden. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer de afbeelding die u wilt verzenden. 3.
3. Tik op Menu > Options (Opties). Het scherm Options (Opties) verschijnt. In het scherm Options (Opties) kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: • • • het formaat van afbeeldingen aanpassen zodat u deze sneller via e‑mail kunt verzenden; de weergave-instellingen van diavoorstellingen configureren en opties voor de schermbeveiliging activeren; de instellingen voor de camera en camcorder van het toestel configureren. 8.
De besturingselementen Hieronder vindt u een overzicht van de besturingselementen in de Pocket PC Player.
Het scherm Now Playing (de afspeellijst). In dit scherm wordt de huidige afspeellijst weergegeven. Deze speciale afspeellijst geeft aan welk bestand nu wordt afgespeeld en welke bestanden in de wachtrij staan om vervolgens te worden afgespeeld. Het scherm Library (Bibliotheek). In dit scherm kunt u snel zoeken naar uw geluids- en videobestanden en afspeellijsten. Dit scherm bevat categorieën als Mijn muziek, Mijn videobestanden, Mijn televisie programma’s en Mijn afspeellijsten.
De opdrachten in het menu in het scherm Now Playing (de afspeellijst) In het scherm met de afspeellijst zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
De opdrachten in het menu in het scherm Library (Bibliotheek) In het menu van het scherm Library (Bibliotheek) zijn de volgende opdrachten beschikbaar.
Als u een beveiligd bestand van uw pc naar uw toestel wilt kopiëren, kunt u met de Player voor bureau-pc’s de bestanden naar uw toestel synchroniseren (in plaats van het bestand van een map op de pc naar uw toestel te slepen). Op deze manier wordt de licentie ook gekopieerd. Raadpleeg de Help bij uw Player voor meer informatie over de synchronisatie van bestanden naar uw toestel en andere mobiele apparaten.
Een bestand op een netwerk afspelen Met de opdracht Open URL (URL openen) kunt u een nummer of videobestand afspelen dat op internet of een netwerkserver is opgeslagen. 1. Als het afspeelscherm niet wordt weergegeven, tikt u op OK om het huidige scherm te sluiten en het afspeelscherm te openen. 2. Tik op Menu > Open URL (URL openen). 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Voer in het vak URL een netwerkadres in. • Tik in het vak Geschiedenis op een URL die u eerder hebt gebruikt.
Raadpleeg de Help bij de Player voor bureau-pc’s op de computer voor meer informatie over de synchronisatie van mobiele apparaten. Opmerking Het kopiëren van geluidsbestanden gaat sneller als de Player voor bureau-pc’s zo is geconfigureerd dat het kwaliteitsniveau voor geluidsbestanden die naar het toestel worden gekopieerd, automatisch wordt ingesteld. Raadpleeg de Help-informatie bij de Player voor bureau-pc’s op de computer voor meer informatie.
Problemen oplossen Als u problemen ondervindt bij het gebruik van Pocket PC Player, kunt u op verschillende manieren proberen het probleem op te lossen. Raadpleeg voor meer informatie de website van Microsoft voor het oplossen van problemen met Windows Media Player op http://www.microsoft.com/windows/windowsmedia/player/ windowsmobile/troubleshooting.aspx (Engelstalig).
| Met multimedia werken
Hoofdstuk 9 Werken met andere toepassingen 9.1 Word Mobile 9.2 Excel Mobile 9.3 Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint Mobile 9.4 MIDlet Manager 9.
9.1 Word Mobile Word Mobile is een beperkte versie van Microsoft Word. Hiermee kunt u Word-documenten die u op uw pc hebt gemaakt, openen en bewerken op het toestel. U kunt ook zelf documenten en sjablonen maken en bewerken in Word Mobile, en deze opslaan als *.doc-, *.rtf-, *.txt- of *.dot-bestand. Er kan slechts één bestand tegelijk worden geopend. Wanneer u een tweede document opent, wordt het eerste automatisch opgeslagen en gesloten.
De volgende functies worden niet ondersteund in Word Mobile. • Achtergronden • Vormen en tekstvakken • Opgemaakte paginaranden • Infolabels • Metabestanden • Tekst met bidirectionele uitlijning. Word Mobile is in staat om documenten te openen met bidirectionele uitlijning, maar mogelijk wordt ingesprongen en uitgelijnde tekst niet correct weergegeven en opgeslagen. • Met een wachtwoord beveiligde bestanden. Word Mobile kan geen documenten openen die zijn beveiligd met een wachtwoord.
De volgende functies worden niet ondersteund door het toestel, maar blijven wel behouden in het bestand. Zodra u het desbetreffende bestand opent op de pc, wordt alles correct weergegeven. • Voetnoten, eindnoten, koptekst en voettekst • Pagina-einden • Lijsten • Lettertypen en tekengrootten. Lettertypen die niet door het toestel worden ondersteund, worden vervangen door het lettertype dat er het meest op lijkt. Op het toestel wordt echter het oorspronkelijke lettertype in de lijst weergegeven.
Voor Excel Mobile gelden de volgende opmaakrichtlijnen: • Uitlijning. Horizontale uitlijning, verticale uitlijning en tekstdoorloop blijven behouden, maar verticale tekst wordt horizontaal weergegeven. • Randen. Worden weergegeven als enkele lijn. • Celpatronen. Patronen die op cellen zijn toegepast, worden verwijderd. • Lettertypen en tekengrootten. Lettertypen die niet door uw toestel worden ondersteund, worden vervangen door het lettertype dat er het meest op lijkt.
• Beveiligingsinstellingen. De meeste beveiligingsvoorzieningen voor werkbladen en werkmappen worden uitgeschakeld, maar blijven behouden in het document. Alleen beveiliging via een wachtwoord wordt helemaal niet ondersteund. Werkmappen die zijn beveiligd met een wachtwoord of die een of meer werkbladen bevatten die zijn beveiligd met een wachtwoord, kunnen niet worden geopend.
• Diagramopmaak. Alle diagrammen worden opgeslagen zoals ze worden weergegeven in Excel Mobile. Diagramtypen die niet worden ondersteund, worden gewijzigd in een van de volgende ondersteunde typen: Kolomdiagram, Staafdiagram, Lijndiagram, Cirkeldiagram, Spreidingsdiagram en Vlakdiagram. Achtergrondkleuren, rasterlijnen, gegevenslabels, trendlijnen, schaduwen, 3D-effecten, secundaire assen en logaritmische schalen worden uitgeschakeld. • Werkbladfuncties.
De volgende PowerPoint-functies worden niet op het toestel ondersteund: • Opmerkingen Notities bij dia’s worden niet weergegeven. • • Dia’s in een andere volgorde zetten of dia’s bewerken. PowerPoint Mobile is een weergaveprogramma. Bestandsindelingen. Bestanden in de *.ppt-indeling van vóór PowerPoint ‘97 en HTML-bestanden in de *.htm- en *.mhtindeling worden niet ondersteund. Een diavoorstelling starten 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > PowerPoint Mobile. 2.
Opmerkingen Als u hebt ingezoomd op een dia om meer details te kunnen zien, kunt u pas weer navigeren als u hebt uitgezoomd. Wanneer u op Next (Volgende) of Previous (Vorige) tikt, wordt mogelijk een animatie op de dia weergegeven. U gaat dan niet naar de volgende dia. Tip Tik op de huidige dia om naar de volgende dia te gaan. 9.4 MIDlet Manager MIDlets zijn Java-toepassingen die kunnen worden uitgevoerd op draagbare apparatuur. Uw toestel ondersteunt Java 2 Micro Edition, J2ME.
MIDlets van een pc installeren U kunt MIDlets en MIDlet-pakketten op uw toestel installeren vanaf uw pc. Daarvoor kunt u de USB-synchronisatiekabel, de optionele slede, een infraroodverbinding of een Bluetooth-verbinding gebruiken. MIDlets die u via infrarood, Bluetooth of per e‑mailbijlage naar uw toestel kopieert, worden automatisch opgeslagen in de map My Documents. U kunt MIDlet-bestanden van een pc ook kopiëren naar een van de volgende tijdelijke mappen op het toestel.
MIDlet Manager MIDlets op uw toestel uitvoeren 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > MIDlet Manager. 2. Tik op de MIDlet die u wilt uitvoeren. Actieve MIDlets weergeven • Tik in het MIDlet Manager-scherm op Show (Tonen) > Running (Actief). Opmerking Als u wilt zien welke MIDlets onlangs zijn gebruikt, tikt u op Show (Tonen) > Recent (Recent). De uitvoering van een MIDlet stoppen 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > MIDlet Manager. 2. Tik op Show (Tonen) > Running (Actief). 3.
MIDlets/MIDlet-pakketten beheren U kunt de MIDlets in groepen onderbrengen en aangepaste groepen definiëren. U kunt bovendien de standaardinstellingen voor een MIDlet wijzigen. De weergave-instellingen aanpassen 1. Tik op Sort By (Sorteren op) boven aan het scherm MIDlet Manager. 2. Selecteer of u wilt sorteren op Name (Naam) of op Size (Grootte). De schermnaam van een MIDlet wijzigen 1. Houd de stylus op de MIDlet en tik op Rename (Naam wijzigen). 2. Voer een nieuwe naam voor de MIDlet in. 3. Tik op OK.
Een netwerktype selecteren • Tik op Menu > Choose Network Type (Netwerktype kiezen) in het scherm MIDlet Manager en selecteer het gewenste netwerktype in de lijst. MIDlet-beveiliging configureren Voor elke MIDlet en elk MIDlet-pakket kunt u de beveiligingsinstellingen wijzigen. 1. Houd de stylus op de MIDlet. 2. Tik op Security (Beveiliging) in het snelmenu. Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor de desbetreffende MIDlets of MIDlet-pakketten.
Foutmeldingen Hieronder staat een overzicht van de foutmeldingen die kunnen worden weergegeven wanneer u MIDlets en MIDlet-pakketten gebruikt en beheert op uw toestel. 198 Foutmelding Beschrijving Either RAM shortage, or insufficient space on the file system Het toestel heeft niet voldoende geheugen. Network out Er is geen netwerkverbinding. The jar size does not match that specified in the jad De installatiegegevens die afkomstig zijn van de MIDlet-fabrikant zijn niet correct.
9.5 ZIP Met deze functie kunt u geheugenruimte besparen en de opslag capaciteit van uw toestel vergroten door bestanden te comprimeren in de conventionele ZIP-indeling. U kunt gecomprimeerde archieven van diverse bronnen weergeven en uitpakken. U kunt desgewenst ook zelf nieuwe *.zip-bestanden op het toestel maken. ZIP starten en .zip-bestanden openen Met ZIP kunt u bestanden comprimeren tot een archief en archieven openen die zich op uw toestel bevinden.
Zip, List View (Lijstweergave) • 200 Menu File (Bestand) • New Archive (Nieuw archief). Een nieuw archief maken met de extensie .zip. • Open Archive (Archief openen). Een ZIP-bestand openen. • Rename Archive (Archief hernoemen). Een ZIP-bestand een andere naam geven. • Delete Archive (Archief verwijderen). Een ZIP-bestand verwijderen. • Archive Properties (Archiefeigenschappen). Informatie over het actieve archief weergeven. • Send (Verzenden).
• Menu View (Beeld) • Large Icons (Grote pictogrammen). Alle bestanden als grote pictogrammen weergeven. • Small Icons (Kleine pictogrammen). Alle bestanden als kleine pictogrammen weergeven. • List (Lijst). Alle bestanden in een lijst weergeven. • Details (Details). Alle bestanden in detail weergeven. Opmerking Het is niet mogelijk om meerdere ZIP-bestanden tegelijk te selecteren.
• • Menu File (Bestand) • New Archive (Nieuw archief). Een nieuw archief maken met de extensie .zip. • Find Archive (Archief zoeken). Een archiefbestand zoeken. • Close Archive (Archief sluiten). Een archiefbestand sluiten. • Rename Archive (Archief hernoemen). Een archiefbestand een andere naam geven. • Delete Archive (Archief verwijderen). Een archiefbestand verwijderen. • Archive Properties (Archiefeigenschappen). Informatie over het actieve archief weergeven.
• • • Select All (Alles selecteren). Alle bestanden in het archief selecteren. • Select None (Niets selecteren). De selectie van de bestanden in het archief ongedaan maken. • Select Invert (Selectie omkeren). De selectie in het archiefbestand omkeren. Menu View (Beeld) • Show Folders (Mappen tonen). De map in plaats van het volledige pad weergeven. • Up One Level (Eén niveau omhoog). Een niveau hoger dan de huidige map weergeven. • Large Icons (Grote pictogrammen).
| Werken met andere toepassingen
Appendix A.1 Voorschriften A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.0 A.3 Specificaties A.
A.1 Voorschriften Bureau-identificatienummers Voor wettelijke identificatie is aan uw product het modelnummer PU10 toegewezen. Om een betrouwbare en veilige werking van uw toestel te waarborgen, dient u alleen de hierna genoemde accessoires bij uw PU10 te gebruiken. Het gedeelte “x” van bovenstaand(e) modelnummer(s) kan elk alfanumeriek teken zijn (kan ook leeg zijn) dat externe cosmetische wijzigingen aanduidt.
• EN 60950-1 (IEC 60950-1) Safety of InformationTechnology Equipment. • ETSI EN 301 511 Global system for mobile communications (GSM); Harmonized EN for mobile stations in the GSM 900 and GSM 1800 bands, covering essential requirements of article 3.2 of the R&TTE directive (1995/5/EC ). • ETSI EN 301 489-1 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) standard for radio equipment and services; Part 1: Common technical requirements.
Belangrijke informatie over veiligheid Volg alle instructies over productveiligheid en werking op. Neem alle waarschuwingen in de handleiding van het product in acht. Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico van lichamelijk letsel, elektrische schok, brand en schade aan de apparatuur te verkleinen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Neem onderhoudsadviezen in acht Voer zelf geen onderhoud aan het product uit behalve wanneer dit in documentatie over werking en onderhoud wordt beschreven.
• Duw geen objecten in het product Duw nooit objecten in sleuven of andere openingen in het product. Sleuven en openingen dienen voor ventilatie. Deze openingen mogen niet worden geblokkeerd of bedekt. • Montageaccessoires Gebruik het product niet op een onstabiele tafel, wagen, stellage, driepoot of beugel. Het product moet volgens de instructies van de fabrikant worden gemonteerd en er moet een montageaccessoire worden gebruikt dat door de fabrikant wordt aanbevolen.
Veiligheidsmaatregelen voor voedingseenheid • • Gebruik de juiste externe stroombron Een product mag alleen werken op het type stroombron dat op het label met de elektrische nominale waarde is aangegeven. Neem contact op met uw geautoriseerde onderhoudsleverancier of lokale elektriciteitsbedrijf. Lees de bijgeleverde gebruiks aanwijzing voor een product dat op batterijen of andere bronnen werkt. Wees voorzichtig met batterijen Dit product bevat een Li-ion polymeerbatterij.
SAR Information SAR: 0.172 mW/g @ 10g (Europe); 0.293 mW/g @ 1g (Taiwan).
A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.x Om een verbinding tussen uw toestel en de pc tot stand te kunnen brengen, moet de toepassing ActiveSync® van Microsoft® op de computer zijn geïnstalleerd. ActiveSync 4.
A.3 Specificaties Systeemgegevens Processor Intel Bulverde CPU met 520 MHz Geheugen - ROM: 128 MB - RAM: 64 MB Besturingssysteem Windows MobileTM versie 5.0 Scherm Type LCD 3,6-inch transflective TFT-LCD met back-light-LED’s aanraakgevoelig scherm Resolutie 640 x 480 met 65.
Afmetingen en gewicht Afmetingen 81mm (b) x 127,7mm (h) x 25mm (l) Gewicht 285g (met batterij) Uitbreidingssleuven SDIO/MMC-kaart Ja Besturing en lampjes Navigatietoetsen 5-richtings navigatietoets - 3 programmaknoppen: Verlichting, Spraakopname/ Spraakherkenning, Camera - 2 telefoonfuncties: Oproep, Einde - Volumeschuifregelaar - Knop Aan/uit - Knop Reset Toetsenbord QWERTY, 62 toetsen LED Tweekleurige LED aan de rechterzijde: groen en oranje voor GSM-standby, SMS-bericht, GSM-netwerkstatus, me
Verbinding Infrarood IrDA FIR I/O-poort USB, SDIO/MMC Antenne Externe aansluiting voor WCDMA en GSM/GPRS Audio Aansluiting voor stereo-oortelefoon/microfoon Appendix | 215
A.
Excel Mobile 188 Exchange Server 67, 68 F Favorieten, overbrengen van pc 97 Favorieten (Internet Explorer) 98 G Geavanceerde opties instellen 137 Gegevens synchroniseren 66 Gegevens verzenden 104 Geheugen beheren 84 Gelicentieerde media 179 Geluid 214 Geluid invoegen 139 Gesproken notities 42 GPRS Monitor 115 GPRS Monitor uitvoeren 118 GSM/GPRS-module 213 H Handschrift 40 Help-informatie zoeken 43 Hoofdcamera 154 I In- of uitzoomen 161 Indicatoren 21 Infrarood (IR) 68, 69 Inleiding
MMS-berichten 134 MMS-berichten beantwoorden 139 MMS-berichten maken uit sjablonen 137 MMS-berichten opstellen 135 MMS-berichten weergeven 140 MMS-instellingen configureren 140 MMS-instellingen wijzigen 140 MMS starten 134 MMS Video, vastlegmodus 160 MSN Messenger 142 Multitik-modus 38 Muziek, videoclips en afbeeldingen synchroniseren 70 N Netwerkinstellingen 81 Notities 150 Notities zoeken 43 Now Playing (afspeellijst), scherm 176 Numerieke modus 38 O Opgeslagen tekst toevoegen 138 Opla
Synchronisatie-instellingen voor media 70 Synchroniseren met Exchange Server 67, 68 Synchroniseren van gegevens 65 Synchroniseren van muziek, video en foto’s 69 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 68, 69 Sync Setup Wizard 65 Systeemgegevens 213 T T9-modus 37 Taken 148 Taken zoeken 43 Tekenen en schrijven op het scherm 40 Tekengrootte, webpagina’s 98 Telefooninstellingen 80 Telefoonvenster starten 36 Terminal Services-client 122 Tijdelijke internetbestanden, verwijderen (Internet Explor
Z ZIP 185, 199 ZIP-bestanden beheren 201 ZIP-bestanden openen 199 ZIP gebruiken 185 ZIP starten 199 Zoeken 43 Zoombereik van de hoofdcamera 161 Zoombereik van de tweede camera 162 220 | Appendix