Operation Manual
Met multimedia werken | 165
Het menu Tools (Extra)
Het menu Tools (Extra) in het scherm Camera Settings (Camera-
instellingen) bevat de volgende geavanceerde opties voor het
configureren en aanpassen van de functies voor de cameramodus:
Camera Settings, Tools (Camera-instellingen, Extra)
Adjust (Aanpassen). Tik op Tools (Extra) > Adjust (Aanpassen) om
de weergave-eigenschappen van de camera aan te passen, zoals
Contrast, Brightness (Helderheid), Saturation (Verzadiging), Hue (Tint)
en Sharpness (Scherpte). Kies een van deze eigenschappen in de
lijst en verschuif de regelaar (of tik op de regelaar) om de waarde te
wijzigen. In het voorbeeldvenster in het venster Adjust (Aanpassen)
ziet u het effect van uw wijzigingen in dat scherm. Tik op OK om de
instellingen op te slaan.
Opmerking U kunt altijd op Reset (Opnieuw inst.) tikken om alle
oorspronkelijke eigenschappen te herstellen.
In het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) kunt u de
volgende instellingen configureren:
Instelling Functie
Vastlegmodus Een vastlegmodus selecteren
Capture format
(Bestandsindeling)
Een bestandsindeling selecteren
Capture size (Resolutie) Een resolutie selecteren
Capture frequency
(Vastlegfrequentie)
Een vastlegfrequentie selecteren
Record limitation
(Opnamelimiet)
De maximumduurof -bestandsgrootte voor
opnamen opgeven
Template (Sjabloon) Een sjabloon selecteren
Browse (Bladeren) Naar een map met sjablonen navigeren
Direction (Richting) De opnamerichting selecteren
Stitch count (Aantal
aansluitende opnamen)
H
et aantal opnamen selecteren dat aan-
sluitend wordt opgenomen (modus Panorama)
Burst count (Aantal opnamen
voor Burst-modus)
Het aantal opnamen selecteren voor
automatische opnamen
Ambience (Omgeving) Een omgeving selecteren
Als u de instellingen hebt geconfigureerd, tikt u op OK of Start
Camera (Camera starten) in het scherm Camera Settings (Camera-
instellingen) om terug te gaan naar het scherm Camera.