Operation Manual
Werken met andere toepassingen | 203
• Select All (Alles selecteren). Alle bestanden in het archief
selecteren.
• Select None (Niets selecteren). De selectie van de bestanden
in het archief ongedaan maken.
• Select Invert (Selectie omkeren). De selectie in het
archiefbestand omkeren.
• Menu View (Beeld)
• Show Folders (Mappen tonen). De map in plaats van het
volledige pad weergeven.
• Up One Level (Eén niveau omhoog). Een niveau hoger dan
de huidige map weergeven.
• Large Icons (Grote pictogrammen). Alle bestanden als grote
pictogrammen weergeven.
• Small Icons (Kleine pictogrammen). Alle bestanden als kleine
pictogrammen weergeven.
• List (Lijst). Alle bestanden in een lijst weergeven.
• Details. Alle bestanden in detail weergeven.
• Extended (Uitgebreid). Alle bestanden in detail weergeven.
• Sort by (Sorteren op). Alle bestanden sorteren in de door u
gekozen volgorde.
• Properties (Eigenschappen). Informatie over het actieve
bestand weergeven.
• Status Pane (Statusvenster). De status van het actieve
bestand weergeven.
• Toolbar (Werkbalk). De werkbalk tonen of verbergen.
• Menu Tools (Extra)
• Options (Opties). Diverse weergave- en compressieopties
voor een archief instellen.
• About Zip (Info). Versie- en copyrightinformatie weergeven.