Operation Manual

88 | De Pocket PC Phone beheren
Uw telefoon beveiligen met een PIN-code
1. Tik op het toetsenbord van de telefoon op Menu > Options
(Opties) > tabblad Phone (Telefoon).
2. Tik op Require PIN when phone is used (PIN vereist als
telefoon wordt gebruikt).
Als u op een gegeven moment de PIN-code wilt wijzigen, tikt u op
Change PIN (PIN wijzigen).
Tip Noodoproepen kunnen altijd worden gedaan zonder dat er een PIN-
code nodig is.
Uw toestel beveiligen met een wachtwoord
U zorgt voor een betere beveiliging van uw gegevens als elke keer dat
het toestel wordt ingeschakeld een wachtwoord wordt gevraagd.
1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal
(Persoonlijk) > Password (Wachtwoord).
2. Schakel het selectievakje Prompt if device unused for (Vragen
indien apparaat niet gebruikt wordt gedurende) in en selecteer
in het vakje rechts hoe lang uw toestel uitgeschakeld moet zijn
voordat er een wachtwoord nodig is. Selecteer bij Password
type (Wachtwoordtype) het type wachtwoord dat u wilt gebruiken.
Voer het wachtwoord in en bevestig het zo nodig.
Als uw toestel geconî‚¿gureerd is voor aansluiting op een netwerk,
moet u een sterk wachtwoord instellen om de beveiliging van het
netwerk te bevorderen.
3. Voer op het tabblad Hint (Geheugensteun) een zin in waarmee
u uw wachtwoord kunt onthouden, maar waarmee u het niet aan
anderen prijsgeeft.
Het geheugensteuntje wordt weergegeven nadat er vier keer een
fout wachtwoord is ingevoerd.
4. Tik op OK.
De volgende keer dat het toestel wordt ingeschakeld, wordt u
gevraagd uw wachtwoord in te voeren.