Pocke Handleiding
Lees voordat u verdergaat deze aanwijzingen Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile, ActiveSync, Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint en Word zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. DE TELEFOON IS NIET OPGELADEN WANNEER U DEZE UIT DE VERPAKKING HAALT. VERWIJDER DE BATTERIJ NIET WANNEER DE TELEFOON WORDT OPGELADEN.
Belangrijke informatie over veiligheid Bij het gebruik van dit product moet u de onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht nemen om aanklachten en schade te voorkomen. VEILIGHEID BIJ HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE PRODUCTEN Dit product is bedoeld om te worden gebruikt in combinatie met de meegeleverde batterij. Gebruik in combinatie met een andere stroomvoorziening kan gevaarlijk zijn. Hiervoor is geen goedkeuring verleend.
VEILIGHEID OP DE WEG Voertuigbestuurders mogen onder het rijden hun telefoon niet met de hand bedienen. In sommige landen mogen bestuurders handsfree bellen. STORING VAN MEDISCHE APPARATUUR Dit product kan de werking van medische apparatuur storen. In de meeste ziekenhuizen en gezondheidscentra is het gebruik van dit apparaat verboden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 K ennismaking met het toestel en de accessoires.................................................. 10 1.2 De SIM-kaart installeren................................................. 16 1.3 Informatie over de batterij............................................. 17 1.4 Het toestel in gebruik nemen........................................ 18 1.5 Het scherm Today (Vandaag)........................................ 21 1.6 Het menu Start gebruiken...........................
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties 3.1 De telefoon gebruiken.................................................... 44 3.2 Een uitgaande oproep starten....................................... 46 3.3 Een oproep ontvangen................................................... 49 3.4 Smart Dialing.................................................................. 49 3.5 Opties tijdens een oproep............................................. 52 3.6 Overige informatie over het starten van oproepen.....
Hoofdstuk 6 Een verbinding maken 6.1 Een verbinding maken met internet............................... 84 6.2 Internet Explorer Mobile ................................................ 87 6.3 Bluetooth......................................................................... 91 6.4 Comm Manager............................................................... 97 6.5 Terminal Services-client.............................................. 101 Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 7.
Hoofdstuk 9 Werken met andere toepassingen 9.1 Word Mobile.................................................................. 158 9.2 Excel Mobile.................................................................. 160 iavoorstellingen weergeven 9.3 D met PowerPoint Mobile............................................... 163 9.4 ClearVue PDF................................................................ 164 9.5 MIDlet Manager............................................................. 166 9.6 ZIP...........
Hoofdstuk 1 Aan de slag 1.1 Kennismaking met het toestel en de accessoires 1.2 De SIM-kaart installeren 1.3 Informatie over de batterij 1.4 Het toestel in gebruik nemen 1.5 Het scherm Today (Vandaag) 1.
1.
Nr. Onderdeel Functie 1 Sleuf voor miniSD‑kaart Hier kunt u een opslagkaart (mini-SD) voor gegevensopslag plaatsen. 2 Knop Aan/Uit Hiermee schakelt u het toestel tijdelijk uit en zet u het in de slaapstand. Om het toestel volledig uit te zetten, houdt u de knop ongeveer 5 seconden ingedrukt. Als de slaapstand actief is, kunt u nog wel oproepen ontvangen.Wanneer het toestel volledig is uitgeschakeld, kunt u de telefoonfunctie niet gebruiken.
Voor-, boven- en rechterzijde 1 10 2 3 4 11 12 13 5 6 7 8 9 12 | Aan de slag
Nr. Onderdeel Functie 1 Aansluiting autoantenne U kunt de telefoon op een autoantenne aansluiten voor een betere ontvangst van het netwerksignaal. 2 Flits Hiermee kunt u zelfs in het donker foto’s maken. 3 Spiegel voor zelfportret Houd het toestel zo dat de spiegel het beeld reflecteert dat u wilt vastleggen. 4 Cameralens Als de modus Camera actief is, worden via deze lens live videobeelden vastgelegd. 5 Vergrendeling Druk hierop om het afdekplaatje van het batterijvak te verwijderen.
Het Qwerty-toetsenbord Het toestel is voorzien van een Qwerty-toetsenbord dat vergelijkbaar is met het standaardtoetsenbord van een computer. Als u het Qwertytoetsenbord wilt gebruiken, schuift u het schermpaneel naar rechts. Het Qwerty-toetsenbord U gebruikt het Qwerty-toetsenbord als volgt: 14 • Als u kleine letters wilt invoeren, drukt u met uw vingers op de gewenste toetsen. • Als u alleen hoofdletters wilt invoeren, drukt u eerst op vervolgens op .
Accessoires De volgende accessoires worden bij het toestel geleverd: 1 2 3 Nr. Onderdeel 1 Wisselstroomadapter Hiermee kunt u de batterij opladen. Functie 2 USB-kabel Hiermee kunt u het toestel met een pc verbinden en de gegevens synchroniseren. 3 Stereohoofdtelefoon Voorzien van een volumeknop en de knop Verzenden/Beëindigen. Met de knop Verzenden/Beëindigen kunt u oproepen aannemen en beëindigen. Sluit een hoofdtelefoon aan als u geluidsbestanden wilt beluisteren.
1.2 De SIM-kaart installeren Voer de onderstaande stappen uit om een GSM-SIM-kaart (Subscriber Identity Module) te installeren. Deze is verkrijgbaar bij uw leverancier van netwerkdiensten. De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, uw servicegegevens en een geheugen met uw telefoonboek en berichten. Het toestel ondersteunt SIM-kaarten van 1,8 en 3 Volt. Sommige afwijkende SIM-kaarten worden niet door het toestel ondersteund. In dat geval kunt u uw serviceprovider om een andere SIM-kaart vragen.
1.3 Informatie over de batterij Uw toestel bevat een oplaadbare Li-ion polymeerbatterij. Het toestel is ontworpen om uitsluitend in combinatie met de door de fabrikant aanbevolen batterijen en accessoires te worden gebruikt.
De batterij opladen Nieuwe batterijen zijn bij aankoop gedeeltelijk opgeladen. Voordat u het toestel kunt gebruiken, moet u de batterij installeren en opladen. Sommige batterijen werken het beste als ze verschillende keren zijn opgeladen en ontladen. U kunt de batterij als volgt opladen: • Sluit het toestel rechtstreeks aan op een externe voedingsbron. • Verbind de synchronisatiekabel met de USB-poort van uw pc.
Het toestel kalibreren Bij het kalibreren van het toestel tikt u met de stylus op het midden van een kruis dat over het scherm beweegt. Deze procedure zorgt ervoor dat het onderdeel waarop u tikt ook daadwerkelijk wordt geactiveerd. Als het toestel niet correct op het tikken met de stylus reageert, voert u de volgende stappen uit om het opnieuw te kalibreren: 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Screen (Scherm). 2.
Scherminstellingen beheren Het touchscreen ondersteunt drie leesrichtingen: Portrait (Staand), Landscape (right-handed) (Liggend, naar rechts) en Landscape (left-handed) (Liggend, naar links). In de modus Portrait (Staand) kunt u gemakkelijker met bepaalde programma’s werken, terwijl de modus Landscape (Liggend) zeer geschikt is voor de weergave van grote tekstbestanden.
1.5 Het scherm Today (Vandaag) Het scherm Today (Vandaag) bevat belangrijke informatie, bijvoorbeeld informatie over op handen zijnde afspraken en statusindicatoren. Tik op een gedeelte van het scherm om het bijbehorende programma te starten. • • Om het scherm Today (Vandaag) te openen, tikt u op Start > Today (Vandaag).
Aanduidingen Hieronder ziet u enkele statusaanduidingen die op het scherm kunnen worden weergegeven. Pictogram Beschrijving Batterij volledig opgeladen. Batterijcapaciteit heel laag. Batterij wordt opgeladen. Geluid ingeschakeld. Geluid uitgeschakeld. Trilfunctie actief. Verbinding actief. Verbinding niet actief. Synchronisatie wordt uitgevoerd. Synchronisatiefout. Maximale signaalsterkte. Geen signaal. Telefoon uitgeschakeld. Geen telefonieservice. Bezig met zoeken naar telefonieservice.
Pictogram Beschrijving Nieuwe e-mail- of tekstberichten. Nieuwe voicemail Meerdere meldingen. Tik op het pictogram om alle meldingen weer te geven. Wi-Fi ingeschakeld. : Wi-Fi uitgeschakeld. Toestel vergrendeld. : Toestel ontgrendeld. 1.6 Het menu Start gebruiken Het menu Start, in de linkerbovenhoek van het scherm Today (Vandaag), bevat een lijst met programma’s. Via het menu kunt u een scherm kiezen en naar een ander programma overschakelen.
Programma-aanduidingen Hieronder ziet u enkele pictogrammen van programma’s die vooraf op het toestel zijn geïnstalleerd. Pictogram Beschrijving ActiveSync De informatie op het toestel synchroniseren met een pc. Rekenmachine Gewone rekenkundige taken uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Agenda Afspraken bijhouden en aanvragen voor vergaderingen aanmaken. Camera Foto’s of videobeelden (inclusief geluid) vastleggen. ClearVue PDF PDF-bestanden weergeven op de Pocket PC.
Pictogram Beschrijving Berichten E-mail- en tekstberichten verzenden en ontvangen. Modemkoppeling Het toestel als modem gebruiken. Notities Handgeschreven of getypte notities, tekeningen en opnamen maken. Telefoon Oproepen aannemen, nummers kiezen en wisselgesprekken en conference calls voeren. Afbeeldingen en video’s Afbeeldings- en videobestanden verzamelen, ordenen en rangschikken in de map My Pictures (Mijn afbeeldingen) of op een opslagkaart.
| Aan de slag
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken 2.1 Inleiding 2.2 Het toetsenbord gebruiken 2.3 De modus voor letterherkenning gebruiken 2.4 De modus voor blokherkenning gebruiken 2.5 Het programma Transcriber gebruiken 2.6 Het telefoonvenster gebruiken 2.7 Tekenen en schrijven op het scherm 2.8 Gesproken notities 2.
2.1 Inleiding Wanneer u een programma start of een veld selecteert waarin tekst of cijfers moeten worden ingevoerd, wordt automatisch het invoervenster geopend. Het invoervenster biedt toegang tot de verschillende invoer methoden van het toestel (Block Recognizer (Blokherkenning), Keyboard (Toetsenbord), Letter Recognizer (Letterherkenning), Phone Pad (Telefoonvenster) en het programma Transcriber). Het pictogram van het invoervenster in de menubalk geeft aan welke invoermethode actief is.
2.2 Het toetsenbord gebruiken Tekst, symbolen en getallen kunt u invoeren via het Qwertytoetsenbord of het schermtoetsenbord. Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie over het gebruik van het Qwerty-toetsenbord. Het schermtoetsenbord Het schermtoetsenbord is beschikbaar als u tekst kunt invoeren. Tik op de toetsen van het schermtoetsenbord om de gewenste tekst in te voeren. Tekst invoeren via het schermtoetsenbord 1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Keyboard (Toetsenbord). 2.
2.3 De modus voor letterherkenning gebruiken In de modus Letter Recognizer (Letterherkenning) worden de letters, cijfers en leestekens die u op het scherm schrijft omgezet in getypte tekst. Werken in de modus voor letterherkenning 1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Letter Recognizer (Letterherkenning). 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
2.4 De modus voor blokherkenning gebruiken In de modus Block Recognizer (Blokherkenning) kunt u met één beweging letters, cijfers, symbolen en leestekens op het scherm schrijven, die worden omgezet in getypte tekst. Werken in de modus voor blokherkenning 1. Open een programma, tik op de pijl voor invoerselectie en tik op Block Recognizer (Blokherkenning). 2. Schrijf letters, cijfers en symbolen in het daarvoor bestemde gedeelte van het scherm.
2.5 Het programma Transcriber gebruiken Transcriber is een programma voor handschriftherkenning dat aan elkaar geschreven tekst, blokletters en combinaties daarvan kan verwerken. Transcriber werkt onzichtbaar op de achtergrond van andere programma’s. Voor het herkennen van woorden wordt een geïntegreerd woordenboek gebruikt. Als Transcriber actief is, kunt u met de stylus op een willekeurige plaats op het scherm schrijven.
Tekst bewerken 1. Open een programma en trek een streep door de tekst die u wilt bewerken. 2. Wanneer u de stylus van het scherm af haalt, verdwijnt de streep en wordt de geselecteerde tekst gemarkeerd. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Voer nieuwe tekst in. • Gebruik tekens om bijvoorbeeld hoofdletters en spaties in te voegen. Zie het gedeelte “Tekens in Transcriber” van dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van tekens.
Teken Functie De laatste handeling ongedaan maken. Trek met de stylus een rechte lijn omhoog en vervolgens weer omlaag. De geselecteerde tekst kopiëren. Trek met de stylus een lijn van links naar rechts en vervolgens van rechts naar links. De geselecteerde tekst knippen. Trek met de stylus een lijn van rechts naar links en vervolgens van links naar rechts. De gekopieerde of geknipte tekst plakken.
De Transcriber-werkbalk De Transcriber-werkbalk wordt onder in het scherm weergegeven als Transcriber actief is. De werkbalk biedt snel toegang tot diverse hulpmiddelen en de knoppen Enter, Space (Spatie), Backspace, Pijllinks en Pijl-rechts. Knop Functie Het dialoogvenster Options (Opties) openen. Hierin kunt u onder andere instellingen opgeven voor de schrijfrichting, tekstinvoermodus en afkortingen. Het onderdeel Letter Shapes (Lettervormen) openen.
2.6 Het telefoonvenster gebruiken Met het programma Phone Pad (Telefoonvenster) kunt u op een flexibele manier informatie invoeren. In het telefoonvenster kunt u eenvoudig schakelen tussen drie invoermethoden (T9, Multitik en Numeriek). Ook is een handige symbolenlijst beschikbaar. Het telefoonvenster weergeven 1. Start een programma waarin u gegevens kunt invoeren, bijvoorbeeld Word Mobile. 2. Tik op de pijl voor invoerselectie en vervolgens op Phone Pad (Telefoonvenster).
• Een cijfer kunt u op de volgende manieren invoegen: • Houd de stylus op het gewenste cijfer van het toetsenblok. • Schakel over naar de numerieke modus en tik op het gewenste cijfer. • Tik op om een spatie of tab in te voegen. • Tik op of • • om een hoofdletter in te voeren. Tik op Symbolen kunt u op de volgende manieren toevoegen: om door de woordenlijst te bladeren. • om de meest gebruikte symbolen weer te geven in Tik op de woordenlijst.
In het scherm Options (Opties) kunt u de volgende instellingen opgeven: • Turn on one-touch symbol entry (Met één beweging symbolen invoeren). Schakel dit selectievakje in als u steeds één symbool wilt selecteren. • Auto-hide matching word list (Woordenlijst automatisch verbergen). Schakel dit selectievakje in als u de woordenlijst wilt verbergen nadat u een woord hebt geselecteerd. • Turn on screen tap sound (Geluid bij tikken op het scherm).
2.7 Tekenen en schrijven op het scherm U kunt rechtstreeks op het scherm van het toestel tekenen. Ook kunt u op het scherm schrijven om notities in uw eigen handschrift op te slaan. Hiervoor moet u in het onderdeel Notes (Notities) de invoermodus Writing (Schrijven) inschakelen. Als u vaak handgeschreven notities maakt of tekeningen toevoegt, kunt u de modus Writing (Schrijven) als standaardinvoermodus instellen. Als u liever met getypte tekst werkt, gebruikt u de standaardinvoermodus Typing (Typen).
Opmerkingen Als u handgeschreven tekst wilt selecteren, tikt u naast de tekst en houdt u vast. Wanneer er stipjes verschijnen, maar voordat de stipjes een volledige cirkel vormen, trekt u snel een streep door de handgeschreven tekst. Letters die groter zijn dan drie regels worden als tekeningen beschouwd. Een tekening toevoegen aan een notitie 1. 2. 3. 4. 5. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Notes (Notities). Tik in de notitielijst op New (Nieuw). Teken met de stylus op het scherm.
3. Als de opnamewerkbalk niet wordt weergegeven, tikt u op Menu > View Recording Toolbar (Opnamewerkbalk weergeven). 4. Tik op het pictogram Opnemen ( ) om de opname te starten. 5. Houd de microfoon van het toestel bij uw mond of een eventuele andere geluidsbron. 6. Tik op het pictogram Stoppen ( voltooid. ) wanneer de opname is 7. Als u een opname hebt toegevoegd aan een notitie, tikt u wanneer u klaar bent op OK om terug te gaan naar de notitielijst. 8.
2.9 Informatie zoeken U kunt zoeken naar bestanden en andere informatie die is opgeslagen in de map My Documents (Mijn documenten) of op een opslagkaart. U kunt naar bestandsnamen zoeken of in uw gegevens zoeken naar een bepaald woord. U kunt onder andere zoeken in e-mailberichten, notities, afspraken, contactgegevens, taken en de on line Helpinformatie. Een bestand of onderdeel zoeken 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Search (Zoeken). 2.
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties 3.1 De telefoon gebruiken 3.2 Een uitgaande oproep starten 3.3 Een oproep ontvangen 3.4 Smart Dialing 3.5 Opties tijdens een oproep 3.
3.1 De telefoon gebruiken U kunt de Pocket PC Phone net als een standaard mobiele telefoon gebruiken om oproepen te starten, te ontvangen en bij te houden en om SMS- en MMS-berichten te versturen. Bovendien kunt u tijdens een oproep notities maken, oproepen starten vanuit de lijst met contactpersonen en eenvoudig contactgegevens van een SIM-kaart naar de lijst met contactpersonen in het toestel kopiëren.
De vliegtuigmodus in- en uitschakelen In de meeste landen bent u verplicht om uw telefoon aan boord van een vliegtuig uit te schakelen. U schakelt de telefoonfunctie niet uit door het toestel uit te schakelen. U moet de vliegtuigmodus activeren om de telefoonfunctie uit te schakelen. Wanneer de vliegtuigmodus actief is, kunt u de overige functies van het toestel blijven gebruiken.
3.2 Een uitgaande oproep starten Uitgaande oproepen kunt u starten vanuit de onderdelen Phone (Telefoon), Contacts (Contactpersonen), Speed Dial (Snelkiezen), Call History (Oproepgeschiedenis) en SIM Manager. Een oproep starten vanuit het onderdeel Phone (Telefoon) • Tik op de toetsen in het scherm Phone (Telefoon) om het gewenste nummer in te voeren en tik vervolgens op de knop Talk (Spreken).
• U kunt ook eerst op de gewenste contactpersoon tikken en vervolgens op het gewenste telefoonnummer. Ook kunt u de stylus op de gewenste contactpersoon houden en vervolgens in het venstermenu tikken op Call Work (Werk bellen), Call Home (Thuis bellen) of Call Mobile (Mobiel bellen). Opgeven welk nummer moet worden gebeld Wanneer u een nummer kiest via de lijst met contactpersonen, wordt standaard het mobiele nummer (w) van een contactpersoon gebeld.
Een snelkiesnummer instellen 1. Tik in het scherm Phone (Telefoon) op Menu > Speed Dial (Snelkiezen). 2. Tik op Menu > New (Nieuw). 3. Tik op een contactpersoon. Tik op het telefoonnummer waaraan u een snelkiesnummer wilt koppelen. 4. Selecteer in het vak Location (Locatie) een beschikbare locatie voor het nieuwe snelkiesnummer. Opmerking Locatie 1 is meestal gereserveerd voor de voicemailbox. Bij het instellen van een nieuw snelkiesnummer wordt standaard de eerstvolgende beschikbare locatie gekozen.
3.3 Een oproep ontvangen Wanneer u een oproep ontvangt, wordt er een bericht weergegeven. U kunt kiezen of u de binnenkomende oproep wilt beantwoorden of negeren. Een binnenkomende oproep beantwoorden of afwijzen • Tik op Answer (Beantwoorden) of druk op de knop Spreken op het toestel om de oproep te beantwoorden. • Tik op Ignore (Negeren) of druk op de knop Beëindigen op het toestel om de oproep af te wijzen.
Smart Dialing starten Open het scherm Phone (Telefoon) en tik op het eerste cijfer van het nummer dat u wilt bellen. Het venster Smart Dialing wordt automatisch weergegeven. U kunt het venster vergroten of verkleinen door op de te tikken. pijl Normale grootte van venster Vergroot venster Er wordt gezocht naar telefoonnummers die overeenkomen met de cijfers die u hebt ingevoerd. De lijst met gevonden nummers wordt automatisch vernieuwd wanneer u een extra cijfer invoert of een cijfer verwijdert.
4. Voer een van de volgende handelingen uit: • Tik op Talk (Spreken) wanneer u het gewenste telefoon nummer of de gewenste contactpersoon hebt geselecteerd. • Als u een ander telefoonnummer van de geselecteerde contactpersoon wilt kiezen, houdt u de stylus op de naam van de contactpersoon en tikt u vervolgens op het gewenste telefoonnummer.
Smart Dialing instellen 1. Tik in het scherm Phone (Telefoon) op Menu > Smart Dialing Options (Smart Dialing-opties). 2. Schakel op het tabblad Options (Opties) het selectievakje Enable Smart Dialing (Smart Dialing inschakelen) in. • Schakel het selectievakje Enable drag-scroll (Bladeren door middel van slepen) in als u door de lijst met zoekresultaten wilt kunnen bladeren door met de stylus te slepen.
Schakelen tussen twee oproepen • Tik op Swap (Schakelen). Een conference call starten 1. Zet de actieve oproep in de wacht en kies een tweede nummer of accepteer een nieuwe binnenkomende oproep terwijl er al een oproep actief is. 2. Tik op Conference (Conference call). Opmerking Conference calls worden niet door alle serviceproviders ondersteund. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
3.6 O verige informatie over het starten van oproepen Een alarmnummer bellen • Tip Voer het plaatselijke alarmnummer in en tik vervolgens op Talk (Spreken). Op de SIM-kaart zijn mogelijk vooraf alarmnummers ingesteld. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Een internationale oproep starten 1. Houd de stylus op de toets in het telefoonvenster totdat het teken + wordt weergegeven.
Hoofdstuk 4 Het toestel synchroniseren 4.1 ActiveSync gebruiken 4.2 Gegevens synchroniseren 4.3 Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 4.
4.1 ActiveSync gebruiken ActiveSync synchroniseert gegevens op uw toestel met gegevens op uw pc, zoals de inhoud van Outlook. Gebruikt uw bedrijf of service provider Microsoft Exchange Server met Exchange ActiveSync, dan kan ActiveSync ook over een draadloos of mobiel netwerk synchroniseren. Als u synchroniseert, vergelijkt ActiveSync de gegevens op uw toestel met de gegevens op uw pc en/of Exchange Server en werkt alle locaties met de meest recente gegevens bij.
Misschien kunt u uw toestel ook synchroniseren met Exchange Server via uw bedrijf of serviceprovider. Vraag in dat geval de naam van de Exchange Server, uw gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam aan de systeembeheerder voordat u de wizard Sync Setup (Instelling synchronisatie) start. ActiveSync installeren en instellen: 1. Installeer ActiveSync op uw pc volgens de aanwijzingen op de installatie-cd.
4.2 Gegevens synchroniseren Als u uw toestel op de pc aansluit via een USB- of seriële kabel of verbinding maakt via infrarood of Bluetooth, gaat ActiveSync direct synchroniseren. Zolang er verbinding is tussen toestel en pc, wordt automatisch elke wijziging die u in de gegevens op de pc of het toestel maakt, gesynchroniseerd.
Synchronisatie starten en stoppen • Als u Outlook-gegevens of andere lokale gegevens op de pc (zoals mediabestanden) wilt synchroniseren, sluit u het toestel op de pc aan via Bluetooth of infrarood (IR) of sluit u het toestel via een kabel of cradle op de pc aan. • Als u direct met Exchange Server synchroniseert, kunt u via die verbinding naar de pc ‘toegang krijgen’ op het netwerk. U kunt ook synchroniseren via een mobiel of een WiFi-netwerk zonder een verbinding te maken met de pc.
Rechtstreeks met Exchange Server synchroniseren Als uw bedrijf of serviceprovider Exchange Server gebruikt, kunt u op uw toestel ook synchronisatie met Exchange Server instellen. In dat geval moet u de volgende gegevens aan uw systeembeheerder vragen en vervolgens de daaronder genoemde stappen uitvoeren: Exchange Server-naam, gebruikersnaam, wachtwoord en domeinnaam. 1. Tik in ActiveSync op het toestel op Menu > Configure Server (Server configureren).
3. Tik op toestel op Start > Programs (Programma’s) > ActiveSync. 4. Tik op Menu > Connect via IR (Verbinden via infrarood). 5. Tik op Sync (Synchroniseren). Synchroniseren met een pc via Bluetooth 1. Volg de aanwijzingen in ActiveSync Help op de pc om Bluetooth op uw pc te configureren voor gebruik met ActiveSync. 2. Tik op toestel op Start > Programs (Programma’s) > ActiveSync. 3. Tik op Menu > Connect via Bluetooth (Verbinden via Bluetooth).
4.4 Muziek, videoclips en afbeeldingen synchroniseren Wilt u uw muziek of andere digitale media mee op reis nemen, dan kunt u ActiveSync laten werken met Windows Media Player om muziek, videoclips en afbeeldingen met uw toestel te synchroniseren. In plaats van het gegevenstype voor de te synchroniseren media in ActiveSync te selecteren, moet u de synchronisatie-instellingen voor alle media in Windows Media Player instellen.
Hoofdstuk 5 De Pocket PC Phone beheren 5.1 De Pocket PC Phone aan uw persoonlijke wensen aanpassen 5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen 5.3 Geheugen beheren 5.4 Back-ups maken van bestanden 5.5 Het toestel beveiligen 5.
5.1 D e Pocket PC Phone aan uw persoonlijke wensen aanpassen De instellingen in het scherm Today (Vandaag) In het scherm Today (Vandaag) ziet u de eerstvolgende afspraken, actieve taken en gegevens over e-mailberichten. U kunt het scherm Today (Vandaag) op uw toestel aanpassen. Het scherm Today (Vandaag) aanpassen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Today (Vandaag). 2.
Opties instellen voor de weergave van afspraken op het scherm Today (Vandaag) Als u een groot aantal afspraken hebt, kunt u het type afspraak op het scherm Today (Vandaag) weergeven. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Today (Vandaag). 2. Klik op het tabblad Items. 3. Selecteer Calendar (Agenda) en tik op Options (Opties). 4.
Het menu Start aanpassen U kunt kiezen welke items in het menu Start worden weergegeven. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Menus (Menu’s). 2. Schakel de selectievakjes in van de items die u in het menu Start wilt weergeven. U kunt maximaal zeven items selecteren. Tip U kunt ook mappen en sneltoetsen maken die in het menu Start worden weergegeven. Klik in ActiveSync op de pc op Explore (Verkennen).
4. Tik op de tijd om een klok te openen en stel de tijd voor het alarmsignaal in. 5. Tik op het alarmsignaalpictogram ( ) om het type alarmsignaal op te geven. U kunt kiezen voor een knipperlicht, een enkel geluid, een geluid dat herhaald wordt of een trilsignaal. 6. Als u een geluid wilt laten afspelen, tikt u op de lijst naast het selectievakje Play sound (Geluid afspelen) en tikt u op het gewenste geluid.
Programma’s of sneltoetsen aan programmaknoppen toewijzen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > het tabblad Personal (Persoonlijk) > Buttons (Knoppen). 2. Op het tabblad Program Buttons (Programmaknoppen) staat een lijst met knoppen met de huidige toewijzingen. 3. Tik op de knop waaraan u een functie wilt toewijzen. Ter onderscheiding van de knoppen ziet u getallen en pictogrammen die de oorspronkelijke functie van de knop aangeven. 4.
Kiezen hoe u op de hoogte wilt worden gehouden van gebeurtenissen of acties 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > het tabblad Personal (Persoonlijk) > Sounds & Notifications (Geluiden en meldingen). 2. Kies hoe u op de hoogte wilt worden gehouden door de relevante selectievakjes in te schakelen op het tabblad Sounds (Geluiden). 3. Tik in Event (Gebeurtenis) op het tabblad Notifications (Meldingen) op een gebeurtenis en kies hoe u op de hoogte wilt worden gehouden.
Het versienummer van het besturingssysteem opzoeken De versie van het besturingssysteem op uw toestel wordt boven in het scherm weergegeven. • Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > About (Info). Gedetailleerde informatie over het toestel verkrijgen • Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > About (Info).
De gebruiksduur van de batterij verlengen • Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Power (Energie). Op het tabblad Advanced (Geavanceerd) kunt u opgeven wanneer uw toestel uitgeschakeld moet worden om batterijvermogen te sparen. Geef voor een optimale besparing 3 minuten of minder op. • Gebruik de adapter om het toestel waar mogelijk op een externe voedingsbron aan te sluiten.
De beltoon wijzigen 1. Tik op het toetsenblok van de telefoon op Menu > Options (Opties) > tabblad Phone (Telefoon). 2. Tik in de lijst Ring tone (Beltoon) op het geluid dat u wilt gebruiken. Tip Als u aangepaste *.wav-, *.mid-, *.mp3- of *.wma-bestanden als beltoon wilt gebruiken, kopieert u het bestand met ActiveSync op uw pc naar de map \Windows\Rings op uw toestel. Selecteer vervolgens het geluid in de lijst met beltonen.
Telefoonservices Met behulp van telefoondiensten zoals de wisselgesprekfunctie kunt u kiezen hoe u inkomende oproepen op uw toestel wilt afhandelen. De services kiezen 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > Phone (Telefoon) > tabblad Services. 2. Tik op de service die u wilt gebruiken en tik op Get Settings (Instellingen ophalen).
5.2 Programma’s toevoegen en verwijderen Voordat u extra programma’s aanschaft, moet u de naam van het toestel, de versie van Windows Mobile die op het toestel wordt uitgevoerd en het type processor noteren. Met deze gegevens kunt u eenvoudiger een programma selecteren dat compatibel is met uw toestel. Zie voor meer informatie de paragrafen ‘Gedetailleerde informatie over het toestel verkrijgen’ en ‘Het versienummer van het besturingssysteem opzoeken’ in dit hoofdstuk.
• Als een installatiewizard niet start, krijgt u een foutmelding dat het programma bedoeld is voor een ander soort computer. U moet het programma dan zelf naar uw toestel kopiëren. Als u geen installatie-instructies voor het programma kunt vinden, kopieert u het programmabestand met ActiveSync naar de map Program Files (Programmabestanden) op uw toestel. Programma’s verwijderen U kunt alleen programma’s verwijderen die u zelf hebt geïnstalleerd.
Kijken hoeveel geheugen er op een opslagkaart beschikbaar is U kunt opzoeken hoeveel geheugen er beschikbaar is op een opslagkaart die in uw toestel is geplaatst. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Memory (Geheugen). 2. Tik op het tabblad Storage Card (Opslagkaart). Tip Zijn er meerdere opslagkaarten in uw toestel geplaatst, dan tikt u op de lijst en vervolgens op de opslagkaart waarvan u de gegevens wilt zien.
Een programma sluiten Meestal worden programma’s automatisch gesloten als er geheugen vrijgemaakt moet worden, maar als u wilt kunt u programma’s ook handmatig sluiten. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Memory (Geheugen) > tabblad Running Programs (Actieve programma’s). 2. Tik in de lijst Running Programs (Actieve programma’s) op het programma dat u wilt sluiten en tik op Stop (Stoppen).
3. Tik op het bestand dat u wilt kopiëren, houd vast en tik op Copy (Kopiëren). 4. Tik op de mappenlijst, die standaard My Documents (Mijn documenten) heet, en tik op Storage Card (Opslagkaart). 5. Tik op Menu > Edit (Bewerken) > Paste (Plakken). Een bestand kopiëren met ActiveSync Door een bestand te kopiëren verkrijgt u afzonderlijke versies van dat bestand op uw toestel en pc.
1. Tik in de lijst met programma’s op Menu > Options (Opties). 2. Zorg dat er een opslagkaart in het toestel is geplaatst en tik bij Save to (Opslaan in) op de opslagkaart waarop nieuwe items automatisch moeten worden opgeslagen. 3. Tik op OK. Opmerking In de bestands- of notitielijst wordt naast de namen van de bestanden die op een opslagkaart zijn opgeslagen, een pictogram voor de opslagkaart weergegeven. 5.5 Het toestel beveiligen U kunt uw toestel op twee manieren beveiligen.
Uw toestel beveiligen met een wachtwoord U zorgt voor een betere beveiliging van uw gegevens als elke keer dat het toestel wordt ingeschakeld een wachtwoord wordt gevraagd. 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Password (Wachtwoord). 2. Schakel het selectievakje Prompt if device unused for (Vragen indien apparaat niet gebruikt wordt gedurende) in en selecteer in het vakje rechts hoe lang uw toestel uitgeschakeld moet zijn voordat er een wachtwoord nodig is.
3. Voer op het tabblad Hint (Geheugensteun) een zinnetje in waardoor u zich uw nieuwe wachtwoord herinnert, maar zonder dat anderen het kunnen raden. Het geheugensteuntje wordt weergegeven nadat er vier keer een fout wachtwoord is ingevoerd. 4. Tik op OK. Informatie over de eigenaar op het scherm Today (Vandaag) weergeven Door bij het inschakelen uw persoonsgegevens op het scherm Today (Vandaag) weer te geven, kan bij verlies van het toestel eenvoudig worden achterhaald wie de eigenaar is. 1.
programma. Vindt het gedeeltelijk opnieuw instellen plaats terwijl er programma’s actief zijn, dan gaat niet-opgeslagen werk verloren. U kunt uw toestel ook op een andere manier opnieuw instellen. Het toestel wordt dan volledig opnieuw ingesteld: alle beginwaarden worden teruggezet (dit wordt ook wel ‘full reset’ genoemd). Wanneer gedeeltelijk opnieuw instellen niet tot oplossing van het probleem leidt, moet het toestel volledig opnieuw worden ingesteld.
De beginwaarden van het toestel herstellen 1. Schakel de telefoon uit. 2. D ruk tegelijkertijd op de knoppen Comm Manager (Verbindingsbeheer) en Voice Command (Spraakopdracht) en houd deze ingedrukt. Druk vervolgens op de knop Power (Energie). 3. Als op het scherm het bericht ‘Press Send to restore…’ (Druk op Verzenden om te herstellen...) wordt weergegeven, drukt u op de knop Send (Verzenden).
| De Pocket PC Phone beheren
Hoofdstuk 6 Een verbinding maken 6.1 Een verbinding maken met internet 6.2 Internet Explorer Mobile 6.3 Bluetooth 6.4 Comm Manager 6.
6.1 Een verbinding maken met internet Uw toestel is uitgerust met krachtige netwerkfuncties om verbinding te maken met internet via een GPRS-netwerk (General Packet Radio Service), een Bluetooth-modem of een WLAN-netwerk. GPRS is een nieuwe manier om gegevens over een mobiel telefoonnetwerk te verzenden. U kunt verbinding maken met internet of met een bedrijfsnetwerk om op internet te surfen of om e-mail- of expresberichten uit te wisselen.
6. Tik op Next (Volgende). 7. Vul in de verbindingswizard alle benodigde gegevens in en tik op Finish (Voltooien). Opmerkingen Tik voor meer informatie over een scherm op Help. Als u de instellingen voor de verbinding wilt wijzigen, tikt u op Manage existing connections (Bestaande verbindingen beheren) op het scherm Connections (Verbindingen) en voert de verbindingswizard uit. Een verbinding maken met een particulier netwerk 1.
De netwerkkaartinstellingen op uw toestel wijzigen of opnieuw instellen 1. Tik op Start > tabblad Settings (Instellingen) > Network Cards (Netwerkkaarten). 2. Selecteer het tabblad Network Adapters (Netwerkadapters). 3. Selecteer het gewenste item in de lijst My network card connects to (Mijn netwerkkaart maakt verbinding met): • Als u een verbinding met internet wilt maken via uw internetserviceprovider of WLAN om webpagina’s te bekijken met Internet Explorer, selecteert u The Internet (Internet).
6.2 Internet Explorer Mobile Internet Explorer Mobile is een volwaardige webbrowser die speciaal bedoeld is voor gebruik op uw mobiele toestel. Internet Explorer Mobile starten • Tik op Start > Internet Explorer. Een startpagina kiezen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad General (Algemeen). 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Tip • Als u de weergegeven pagina als startpagina wilt gebruiken, tikt u op Use Current (Huidige gebr.).
Een favoriet toevoegen 1. Ga in Internet Explorer Mobile naar de pagina die u wilt toevoegen. 2. Tik op de pagina, houd vast en tik op Add to Favorites (Toev. aan Favorieten). 3. Bevestig of wijzig de naam en selecteer een map om de favoriet in op te slaan. Een favoriet of een map verwijderen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > Favorites (Favorieten) > tabblad Add/Delete (Toevoegen/verwijderen). 2. Selecteer het item dat u wilt verwijderen en tik op Delete (Verwijderen).
De lay-out van webpagina’s op het scherm wijzigen 1. Tik in Internet Explorer Mobile op Menu > View (Beeld). 2. Tik op een van de volgende opties: • One Column (Eén kolom). De inhoud wordt in één kolom gerangschikt waarbij de kolom net zo breed is als het scherm. Dit betekent dat maar zelden horizontaal hoeft te worden geschoven. • Default (Standaard).
Cookies en beveiligingsinstellingen wijzigen Internet Explorer Mobile ondersteunt de protocollen die door Secure Sockets Layer (SSL) worden gebruikt. Met verbindingen die gebruikmaken van SSL verzendt u persoonlijke gegevens veiliger. Cookies zijn kleine bestanden die gegevens bevatten over uw identiteit en voorkeuren. Hiermee kan de informatie op de pagina’s op uw behoeften worden afgestemd. De pagina stuurt het bestand naar uw toestel waar het wordt opgeslagen. 1.
6.3 Bluetooth Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met een beperkt bereik. Apparaten met Bluetooth-functionaliteit kunnen gegevens uitwisselen over een afstand van ongeveer 10 meter zonder dat een fysieke verbinding nodig is. U kunt zelfs gegevens naar een apparaat in een andere kamer zenden, mits het apparaat zich binnen het bereik van het Bluetooth-signaal bevindt.
Bluetooth-modi Op uw toestel werkt Bluetooth in drie verschillende modi: • On (Aan). Bluetooth is ingeschakeld en u kunt Bluetooth-functies gebruiken. • Off (Uit). Bluetooth is uitgeschakeld. In deze modus kunt u gegevens verzenden noch ontvangen met Bluetooth. Het kan zijn dat u de radio soms wilt uitzetten om batterijvermogen te sparen of in situaties waar het gebruik van de radio verboden is, zoals in vliegtuigen of ziekenhuizen. • Discoverable (Herkenbaar).
Bluetooth-partnerverbanden Een Bluetooth-partnerverband is een relatie die u creëert tussen uw toestel en een ander apparaat waarop Bluetooth wordt ondersteund, zodat gegevens veilig tussen beide apparaten kunnen worden uitgewisseld. Als u een partnerverband tussen twee apparaten wilt maken, moet u op beide apparaten dezelfde pincode of hetzelfde wachtwoord invoeren. U hoeft maar één keer een partnerverband tussen twee apparaten te maken.
Een Bluetooth-partnerverband accepteren 1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en dat de herkenbare modus is ingesteld. 2. Tik op Yes (Ja) als u wordt gevraagd of u een partnerverband met het andere apparaat wilt instellen. 3. Voer ten behoeve van een veilige verbinding hetzelfde wachtwoord in als dat van het apparaat dat het partnerschap aanvraagt. Het wachtwoord moet 1 tot 16 zestien tekens bevatten. 4. Tik op Next (Volgende). 5. Tik op Finish (Voltooien).
Gegevens verzenden met Bluetooth 1. Tik op het toestel op het item dat u wilt verzenden en houd vast. Het item kan een afspraak in uw agenda, een taak, een contactpersoonkaart of een bestand zijn. 2. Tik op Beam [type of item] ([Type item] verzenden). 3. Tik op het toestel waarnaar u wilt beamen. Het item wordt naar het geselecteerde toestel verzonden.
6. Als het toestel in de lijst My Connections (Mijn verbindingen) staat, gaat u door naar stap 11. 7. Als het toestel niet in de lijst My Connections (Mijn verbindingen) voorkomt, tikt u op New (Nieuw) en volgt alle resterende stappen. 8. Selecteer het toestel in de lijst en tik op Next (Volgende). 9. Voer een wachtwoord in en tik op Next (Volgende). 10.Voer op het toestel hetzelfde wachtwoord in en tik op Finish (Voltooien). 11.
6.4 Comm Manager Met Comm Manager kunt u Wi-Fi- en Bluetooth-verbindingen op uw toestel beheren. Daarnaast kunt u hiermee de telefoonfunctie voor wel of geen beltoon bedienen en ActiveSync starten om te synchroniseren (zie hoofdstuk 4 voor gedetailleerde informatie).
3. Tik in het scherm Wireless Manager op Settings (Instellingen) > Wi-Fi Settings (Wi-Fi-instellingen) om de benodigde instellingen te configureren. Zodra de configuratie is voltooid, kunt u met u toestel verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk. Tip U kunt ook tikken op Start > Settings (Instellingen) > het tabblad Connections (Verbindingen) > Wireless LAN om het instellingenscherm van Wireless LAN te openen.
De status van Wireless LAN controleren U kunt de status van de huidige draadloze verbinding op uw toestel controleren via de volgende schermen: • Het scherm Today (Vandaag). Als u Wi-Fi op uw toestel inschakelt, geeft het Comm Manager-pictogram aan dat deze functie is ingeschakeld ( ). Wi-Fi is ingeschakeld • Het hoofdscherm van Wireless LAN. Voor elk draadloos kanaal wordt de status van de huidige verbinding en de signaalsterkte weergegeven op het scherm Wireless Manager bij de huidige configuratie.
• Het scherm Configure Wireless Networks (Draadloze netwerken configureren). Tik op Start > Settings > tabblad Connections (Verbindingen) > Network Cards (Netwerkkaarten). Op dit scherm ziet u de draadloze netwerken die op dit moment beschikbaar zijn. U kunt eventueel nieuwe beschikbare netwerken toevoegen. Opmerking Wi-Fi-netwerken worden automatisch opgezocht. Dat wil zeggen dat u niets hoeft te doen om verbinding te maken tussen de telefoon en een Wi-Fi-netwerk.
6.5 Terminal Services-client Met de Terminal Services-client kunt u aanmelden bij een pc waarop Terminal Services of Remote Desktop wordt uitgevoerd en vervolgens alle beschikbare bronnen op die pc gebruiken. Zo kunt u in plaats van Word Mobile op uw toestel uit te voeren, via de pc-versie van Word toegang hebben tot de .doc-bestanden op de pc. Verbinding maken met een Terminal Server 1. Tik op uw toestel op Start > Programs (Programma’s) > Terminal Services Client (Terminal Services-client). 2.
De verbinding verbreken zonder een sessie te beëindigen 1. Tik op uw toestel in het scherm van Terminal Services-client op Start > Shutdown (Uitschakelen). 2. Tik op Disconnect (Verbinding verbreken). Opmerkingen Gebruik niet het menu Start op uw toestel.
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 7.1 E-mail en SMS-berichten 7.2 MMS-berichten 7.3 Pocket MSN Messenger 7.4 Agenda 7.5 Contactpersonen 7.6 Taken 7.
7.1 E-mail en SMS-berichten In Messaging (Berichten) bevinden zich al uw e-mailaccounts en uw SMS-account. U kunt Outlook-e-mail, internet-e-mail via een internetprovider en SMS-berichten verzenden en ontvangen. U kunt ook via een VPN-verbinding e-mail van uw werk gebruiken. Zie de Help-informatie op het toestel voor meer informatie over e-mail en SMS-berichten.
Voorbeeld: • Het tijdinterval voor het downloaden van nieuwe berichten wijzigen. • Het aantal berichten dat wordt gedownload beperken en verificatiemethode voor uitgaande e-mailberichten. • Bijlagen of gedeelten van berichten downloaden.
Instelling Beschrijving Require SSL connection (SSLverbinding vereist) Schakel deze optie in als u er zeker van wilt zijn dat u vanaf deze account altijd e-mailberichten verzendt via een SSL-verbinding. Hierdoor kunt u persoonlijke informatie veiliger verzenden. Als u deze optie inschakelt terwijl u internetprovider geen SSL-verbindingen ondersteunt, kunt u geen e-mail verzenden.
Berichten opstellen en verzenden 1. Tik in de lijst met berichten op Menu > Switch Accounts (Accounts wisselen) en selecteer een account. 2. Tik op New (Nieuw). 3. Voer het e-mailadres of het SMS-adres in van een of meer ontvangers en scheid de adressen met puntkomma’s. Tik op To (Aan) om toegang te krijgen tot adressen en telefoonnummers uit de lijst Contacts (Contactpersonen). 4. Voer het bericht in.
3. Als u de spelling wilt controleren, tikt u op Menu > Spell Check (Spelling controleren). 4. Tik op Send (Verzenden). Tips Als u meer informatie uit de koptekst wilt zien, bladert u omhoog. Als u altijd het oorspronkelijke bericht wilt opnemen, tikt u in de lijstweergave op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties) > tabblad Message (Bericht) en schakelt u het selectievakje When replying to e-mail, include body (Tekst van bericht opnemen bij antwoord) in.
Als u een IMAP4-e-mailaccount hebt bij een internetprovider of een account waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding (meestal een werkaccount), gaat u als volgt te werk: 1. Tik op Start > Messaging (Berichten). 2. Tik op Menu > Tools (Extra) > Options (Opties). 3. Tik op de naam van de IMAP4-account. 4. Tik op Next (Volgende) totdat u bij Server information (Serverinformatie) komt en tik op Options (Opties). 5.
Berichten downloaden van de server Als u e-mailberichten wilt verzenden en ontvangen voor een emailaccount die u hebt bij een internetprovider of waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding (meestal een werkaccount), moet u eerst verbinding maken met internet of met het bedrijfsnetwerk, afhankelijk van de account. 1. Tik op Menu > Switch Accounts (Accounts wisselen) en tik op de account die u wilt gebruiken. 2. Tik op Menu > Send/Receive (Verzenden/ontvangen).
Als u een Outlook-e-mailaccount gebruikt, worden e-mailberichten in de map Inbox (Postvak IN) van Outlook automatisch met uw toestel gesynchroniseerd. U kunt ervoor kiezen extra mappen te synchroniseren door ze aan te wijzen voor synchronisatie. De mappen die u maakt en de berichten die u verplaatst, worden vervolgens gespiegeld op de e-mailserver.
7.2 MMS-berichten U kunt met uw toestel heel eenvoudig MMS-berichten maken en delen met uw vrienden en familie. U kunt zelfs de camera op het toestel gebruiken om foto’s en videoclips te maken terwijl u een nieuw MMSbericht maakt en ze samen met het bericht verzenden. MMS instellen Voordat u MMS kunt gebruiken, moet u de vereiste instellingen op uw toestel configureren. MMS gebruiken • Tik op Start > Messaging (Berichten).
MMS-berichten beheren Als u de vereiste instellingen hebt geconfigureerd, kunt u beginnen met het opstellen en beheren van MMS-berichten. Beginnen met opstellen van een MMS-bericht U kunt MMS-berichten maken in een combinatie van verschillende dia’s, waarbij elke dia kan bestaan uit een foto, een geluids- of videofragment en/of tekst. 1. Tik op Start > Messaging (Berichten). 2. Tik op New (Nieuw) en selecteer New Flix Message (Nieuw videobericht) of New Pix Message (Nieuw fotobericht).
7. Voer tekst in en voeg geluidsfragmenten in door op de desbetreffende gebieden te tikken. 8. Tik op Send (Verzenden) om het bericht te verzenden.
Een geluidsfragment toevoegen aan een MMS-bericht U kunt geluidsfragmenten toevoegen aan uw MMS-bericht. U kunt echter maar één geluidsfragment per dia toevoegen. 1. Tik op Tap here to insert an audio clip (Tik hier voor nieuw geluidsfragment). Standaard wordt de map My Sounds (Mijn geluiden) geopend. Als u naar een andere map met afbeeldingen of video’s wilt gaan, tikt u op de pijl-omlaag ( ) van de map My Sounds (Mijn geluiden). 1. Selecteer een geluidsbestand.
Een MMS-bericht weergeven U kunt op verschillende manieren MMS-berichten weergeven. • De afspeelbesturing , en gebruiken. • Op Objects (Objecten) tikken om een lijst met bestanden te zien die zijn opgenomen in het bericht. Als u een bestand wilt opslaan, selecteert u het en tikt u op Tools (Extra) > Save (Opslaan). • De dia’s handmatig bekijken door door het bericht te bladeren met de navigatietoets.
MMS-instellingen configureren 1. Tik op Start > Messaging (Berichten). 2. Tik op Menu > MMS Configuration (MMS-configuratie). 3. Selecteer een of meer van de volgende opties: • Retrieve messages immediately (Berichten meteen ophalen). Schakel dit selectievakje in als u nieuwe berichten automatisch wilt downloaden zonder daarover een melding te krijgen. (Als u verbinding hebt met een netwerk, krijgt u meestal een melding als u een nieuw bericht ontvangt.
• Servers. Op dit tabblad kunt u een nieuwe server maken voor het opslaan en beheren van uw berichten. U kunt ook een bestaande server uit de lijst kiezen. U kunt ook een server als standaard instellen door op Set As Default (Als standaard instellen) te tikken. 7.3 Pocket MSN Messenger MSN Messenger geeft uw mobiele toestel de functies van MSN Messenger. Met Pocket MSN Messenger kunt u het volgende doen: • Expresberichten verzenden en ontvangen. • Zien welke contactpersonen on line of off line zijn.
Opmerking U hebt een Microsoft .NET Passport of een Hotmail-account nodig om MSN Messenger te kunnen gebruiken. Als u een Hotmail.com- of MSN.com-e-mailadres hebt, hebt u al een Passport. Als u een Passport-account wilt maken, gaat u naar http://www.passport.com. Als u een Hotmail-account wilt maken, gaat u naar http://www.hotmail.com. MSN Messenger starten 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pocket MSN. 2. Tik op MSN Messenger.
Een expresbericht verzenden 1. Tik op de contactpersoon naar wie u een bericht wilt verzenden. 2. Voer uw bericht in het tekstinvoergebied onder aan het scherm in en tik op Send (Verzenden). Tip Als u snel veelvoorkomende woordgroepen wilt toevoegen, tikt u op Menu > My Text (Mijn tekst) en selecteert u een woordgroep in de lijst.
7.4 Agenda Gebruik Calendar (Agenda) om afspraken te plannen, zoals vergaderingen en andere gebeurtenissen. Uw afspraken voor vandaag kunnen worden weergegeven op het scherm Today (Vandaag). Als u Outlook gebruikt op uw pc, kunt u afspraken synchroniseren tussen uw toestel en uw pc. U kunt de agenda ook zo instellen dat u aan afspraken wordt herinnerd met bijvoorbeeld een geluid of een knipperend lampje. U kunt uw afspraken in verschillende weergaven bekijken (dag, week, maand, jaar en agenda).
Een vergaderverzoek verzenden Gebruik de agenda om via e-mail vergaderingen te plannen met contactpersonen die Outlook of Outlook Mobile gebruiken. 1. Tik op Start > Calendar (Agenda). 2. Plan een nieuwe afspraak of open een bestaande afspraak en tik op Edit (Bewerken). 3. Tik op Attendees (Genodigden). 4. Tik op de naam van de contactpersoon die u wilt uitnodigen. 5. Tik voor elke volgende genodigde op Add (Toevoegen) en tik op de naam. 6. Tik op OK. 7.
7.5 Contactpersonen Contacts (Contactpersonen) is uw adresboek en informatieopslag ruimte voor de mensen en bedrijven waarmee u communiceert. Naast telefoonnummers, e-mailadressen en privé-adressen kunt u alle andere informatie opslaan die betrekking heeft op een contactpersoon, zoals een verjaardag of trouwdag. U kunt ook een afbeelding toevoegen of een beltoon toewijzen aan een contactpersoon. Vanuit de lijst met contactpersonen kunt u snel communiceren met mensen.
Werken met de lijst met contactpersonen U kunt de lijst met contactpersonen op verschillende manieren gebruiken en aanpassen. Hieronder volgen enkele tips: 1. Tik op Start > Contacts (Contactpersonen). 2. Voer in de lijst met contactpersonen een van de volgende handelingen uit: • • • • In de naamweergave kunt u een contactpersoon zoeken door een naam of nummer in te voeren of door de alfabetische index te gebruiken.
3. Voer een van de volgende handelingen uit: • • • Begin een naam of telefoonnummer in te voeren in het tekstvak dat wordt weergegeven, totdat de gewenste contactpersoon wordt weergegeven. Als u weer alle contactpersonen wilt weergeven, tikt u op het tekstvak en wist u de tekst, of tikt u op de pijl rechts naast het tekstvak. Gebruik de alfabetische index die wordt weergegeven boven aan de lijst met contactpersonen. Filter de lijst op categorieën. Tik in de lijst met contact personen op Menu > Filter.
De prioriteit van een taak wijzigen Voordat u taken op prioriteit kunt sorteren, moet u voor elke taak een prioriteitsniveau opgeven. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Tasks (Taken). 2. Tik op de taak waarvan u de prioriteit wilt wijzigen. 3. Tik op Edit (Bewerken) en tik in het vak Priority (Prioriteit) op een prioriteitsniveau. 4. Tik op OK om terug te gaan naar de takenlijst. Opmerking Alle nieuwe taken krijgen standaard de prioriteit Normal (Normaal).
Een taak zoeken Als uw takenlijst lang is, kunt u een subset van de taken weergeven of de lijst sorteren om snel een bepaalde taak te kunnen vinden. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Tasks (Taken). 2. Voer in de takenlijst een van de volgende handelingen uit: Tip • Sorteer de lijst. Tik op Menu > Sort by (Sorteren op) en tik op een sorteeroptie. • Filter de lijst op categorie. Tik op Menu > Filter en tik op de categorie die u wilt weergeven.
De standaardinvoermethode voor Notes (Notities) instellen Als u vaak tekeningen toevoegt aan uw notities, kan het handig zijn Writing (Schrijven) in te stellen als standaardinvoermodus. Als u een voorkeur hebt voor getypte tekst, selecteert u Typing (Typen). 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Notes (Notities). 2. Tik in de lijst met notities op Menu > Options (Opties). 3.
Hoofdstuk 8 Met multimedia werken 8.1 De camera 8.2 Afbeeldingen en video’s 8.
8.1 De camera Met de ingebouwde camera kunt u heel eenvoudig foto’s maken en videoclips met geluid opnemen. Naar een cameramodus schakelen • Tik op Start > Programs (Programma’s) > Camera of • Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) > Camera-pictogram of • Druk op de knop Camera op het toestel. De knop Camera De cameramodus sluiten • Tik op het pictogram met het kruisje ( ).
De telefoon heeft de volgende vastlegmodi: • Photo: hiermee maakt u gewone foto-opnamen. • Video: hiermee legt u videoclips vast, met of zonder geluid. • MMS Video: hiermee legt u videoclips vast die via MMS kunnen worden verzonden. • Contacts Picture: hiermee maakt u een foto-opname die u direct aan een contactpersoon kunt toewijzen als een foto-id. • Picture Theme: hiermee maakt u een foto-opname die in een kader wordt geplaatst.
Sneltoetsen gebruiken in de cameramodus In de cameramodus kunt u de volgende knoppen en pictogrammen op het toestel gebruiken als sneltoetsen bij het uitvoeren van handelingen. De knop Enter Druk op Enter om een foto te maken als u een gewone foto-opname hebt ingesteld. Druk op Enter om de opname van een binnenkomende video-stream te starten. Druk nogmaals op Enter om de opname te stoppen. De navigatietoets • Druk boven of onder op de navigatietoets om in of uit te zoomen.
• Indicator van resterende hoeveelheid opnamen. Het filmpictogram ( ) geeft weer hoeveel foto-opnamen er nog gemaakt kunnen worden op basis van de huidige instellingen. • Resolutie-indicator. Het resolutiepictogram ( geeft de huidige resolutie weer. • Omgevingsindicator. Het omgevingspictogram ( geeft de huidige lichtomstandigheden weer. • Zoomindicator. Als u op de knop Omhoog of Omlaag ( het scherm tikt, kunt u in- of uitzoomen. • De modusschakelaar.
De vastlegmodi van Still Image Als u de vastlegmodi van Still Image gebruikt, zoals Photo, Contacts Picture, Picture Theme, Sport en Burst, kunt u foto-opnamen maken door op de knop Camera op het toestel of op Enter op de navigatietoets te drukken. De modi van Still Image ondersteunen de BMP- en JPEG-indeling. U kunt de bestandsindeling instellen in het scherm Camera Settings (Camera-instellingen).
Om de grootte van het videofragment dat u via MMS wilt verzenden te beperken, kunt u de vooringestelde bestandsgrootte gebruiken voor videofragmenten die in de modus MMS Video worden vastgelegd. De opname wordt automatisch gestopt zodra de limiet is bereikt. U kunt de opname echter al eerder stoppen. De digitale tijdindicator linksonder in het scherm geeft de tijdslimiet in seconden weer. In het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) kunt u de bestandsindeling H.263 of MPEG-4 instellen.
• In afbeeldingen en video’s weergeven. Tik op om naar het programma Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) te schakelen. Het opgenomen beeld wordt in de gedetailleerde weergave getoond. • In Windows Media weergeven. Tik in de vastlegmodus Video op om te schakelen naar Windows Media Player en de video die u zojuist hebt opgenomen af te spelen. • Aan contactpersonen toewijzen. Tik op om het nieuwe bestand direct naar een contactpersoon in de contactpersonen lijst te verzenden.
Vastlegmodus Photo Resolutie Zoombereik Geschaald (1600 x 1280) Geen zoomniveau beschikbaar 1,3 M (1280 x 1024) 1.0x tot 2.0x Groot (640 x 480) 1.0x tot 2.0x Gemiddeld (320 x 240) 1.0x tot 4.0x Klein (160 x 120) Video en MMS Video Contacts Picture Picture Theme Sport Burst 1.0x tot 8.0x Gemiddeld (176 x 144) 1.0x tot 2.0x Klein (128 x 96) 1.0x tot 2.0x Groot (640 x 480) 1.0x tot 2.0x Gemiddeld (320 x 240) 1.0x tot 4.0x Klein (160 x 120) 1.0x tot 8.
Werken in het scherm Camera Settings (Camera‑instellingen) Om tijdens het vastleggen van een foto-opname of videoclip via een van de vastlegmodi het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) te openen, tikt u op het gereedschapspictogram ( ). In dit scherm kunt u de opname-instellingen configureren.
Instelling Functie Browse (Bladeren) Naar een map met sjablonen navigeren Burst count (Timer voor Burst-modus) Een timer selecteren voor automatische opnamen Ambience (Omgeving) Een omgeving selecteren Als u de instellingen hebt geconfigureerd, tikt u op OK of Start Camera (Camera starten) in het scherm Camera Settings (Camera-instellingen) om terug te gaan naar het scherm Camera (Camera).
De optie Option (Optie) Tik op Tools (Extra) > Options (Opties) om het scherm Options (Opties) te openen. Hierin worden de volgende tabbladen weergegeven: • 140 Het tabblad General (Algemeen). Dit bevat de volgende opties: • Disable shutter sound (Sluitergeluid uitschakelen). Schakel dit selectievakje in om alle standaardgeluiden uit te schakelen die worden weergegeven bij het maken van een foto of het vastleggen van een videoclip. • Keep backlight on while in viewfinder (Verlichting aan in zoeker).
• • Het tabblad Image (Afbeelding). Dit tabblad bevat instellingen voor afbeeldingen die u hebt opgenomen. • Prefix type (Type voorvoegsel) en Prefix string (Tekenreeks voorvoegsel). Standaard is de naam van elk nieuw afbeeldingsbestand “IMAGE”, gevolgd door een opeenvolgend nummer, bijvoorbeeld: IMAGE_00001.jpg. Om dit voorvoegsel te wijzigen, selecteert u String (Tekenreeks) in de lijst Prefix type (Type voorvoegsel) en typt u de gewenste tekens in het vak Prefix string (Tekenreeks voorvoegsel).
• Counter Index (Teller voor nummering). Standaard krijgen nieuwe videobestanden een voorvoegsel en een reeks opeenvolgende nummers, zoals 00000, 00001, 00002, enzovoort. Om de teller voor uw videobestanden te herstellen naar “00001”, tikt u op Reset counter (Teller opnieuw instellen). • Recording with Audio (Opname met geluid). Schakel dit selectievakje in om geluid op te nemen bij de videoclip. Dit selectievakje is standaard ingeschakeld.
Opmerking U kunt ook met behulp van een geheugenkaart afbeeldingen van uw pc naar het toestel kopiëren. Plaats de geheugenkaart in de sleuf voor de geheugenkaart in het toestel en kopieer vervolgens de afbeeldingen van uw pc naar de map die u op de geheugenkaart hebt gemaakt. Afbeeldingen bekijken 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). Standaard worden van de afbeeldingen in de map My Pictures (Mijn afbeeldingen) miniaturen weergegeven. 2.
Een diavoorstelling bekijken U kunt uw afbeeldingen in een diavoorstelling op het toestel bekijken. De afbeeldingen worden elk vijf seconden schermvullend weergegeven. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Tik op Menu > Play Slide Show (Diavoorstelling afspelen). Opmerking U kunt instellen hoe de afbeeldingen worden geschaald zodat de afbeeldingen zo optimaal mogelijk in de diavoorstelling worden weergegeven.
Een afbeelding of videoclip verwijderen Om een foto of videoclip te verwijderen, voert u een van de volgende handelingen uit: • Selecteer een foto of video in het scherm Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s) en tik op Menu > Delete (Verwijderen). Tik op Yes (Ja) om het bestand te verwijderen. • Houd de stylus op de miniatuur van de foto die u wilt verwijderen tik vervolgens op Delete (Verwijderen).
Een afbeelding als achtergrond gebruiken in het scherm Today (Vandaag) U kunt een afbeelding als achtergrond gebruiken in het scherm Today (vandaag). 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Selecteer de afbeelding die u als achtergrond wilt gebruiken. 3. Tik op Menu > Set as Today Background (Inst. als Achtergrond Vandaag). 4.
Een afbeelding beamen Via infrarood kunt u een afbeelding naar vrienden of familie beamen. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > Pictures & Videos (Afbeeldingen en video’s). 2. Tik op de afbeelding die u wilt beamen. 3. Tik op Menu > Beam (Beamen). 4. Selecteer een toestel waarnaar u de afbeelding wilt beamen. 5. Tik op OK. Een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen U kunt een afbeelding aan een contactpersoon toewijzen zodat u de contactpersoon eenvoudig kunt terugvinden. 1.
8.3 Windows Media Player Met Microsoft Windows Media Player 10 Mobile voor Pocket-pc’s kunt u digitale audio- en videobestanden afspelen die op het toestel of op een netwerk (bijvoorbeeld op een website) zijn opgeslagen. Met Windows Media Player kunt u zowel geluids- als videobestanden afspelen. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de bestandsindelingen die door deze versie van Windows Media Player worden ondersteund.
De besturingselementen Hieronder vindt u een overzicht van de besturingselementen in Windows Media Player.
Schermen en menu’s Windows Media Player heeft drie hoofdschermen: • Het scherm Afspelen. Dit is het standaardscherm waarin de besturingselementen voor afspelen (zoals Afspelen, Onderbreken, Volgende, Vorige en Geluid), het visualisatievenster en het videovenster worden weergegeven. U kunt het uiterlijk van dit scherm aanpassen door een andere weergave te kiezen. • Het scherm Nu afspelen. In dit scherm wordt de Huidige afspeellijst weergegeven.
Opdracht Functie Opties Verschillende opties van Windows Media Player aanpassen, zoals het netwerk, de weergave en de knopopties voor de hardware. Eigenschappen Informatie weergeven over het bestand dat momenteel wordt afgespeeld Info Informatie weergeven over Windows Media Player, zoals het versienummer De opdrachten in het menu in het scherm Nu afspelen In het scherm Nu afspelen zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
De opdrachten in het menu in het scherm Mediabibliotheek In het scherm Mediabibliotheek zijn de volgende opdrachten in het menu beschikbaar.
Als u een beveiligd bestand van uw pc naar uw toestel wilt kopiëren, kunt u met de Player voor bureau-pc’s de bestanden naar uw toestel synchroniseren (in plaats van het slepen van een bestand van een map op de pc naar uw toestel). Op deze manier wordt de licentie ook gekopieerd. Raadpleeg de Help bij uw Player voor meer informatie over de synchronisatie van bestanden naar uw toestel en andere mobiele apparaten.
Een bestand op een netwerk afspelen Met de opdracht URL openen kunt u een nummer of videobestand afspelen dat op internet of een netwerkserver is opgeslagen. 1. Als het scherm Afspelen niet wordt weergegeven, tikt u op OK om het huidige scherm te sluiten en het scherm Afspelen te openen. 2. Tik op Menu > URL openen. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: • Voer in het vak URL een netwerkadres in. • Tik in het vak Geschiedenis op een URL die u eerder hebt gebruikt.
Opmerking Het kopiëren van geluidsbestanden gaat sneller als de Player voor bureau-pc’s zo is geconfigureerd dat het kwaliteitsniveau voor geluidsbestanden die naar het toestel worden gekopieerd, automatisch wordt ingesteld. Raadpleeg de Help-informatie bij de Player voor bureau-pc’s op de computer voor meer informatie. Toegankelijkheid voor mensen met een handicap Microsoft doet er alles aan om de producten en diensten voor iedereen toegankelijker te maken.
Problemen oplossen Als u problemen ondervindt bij het gebruik van Windows Media Player kunt u op verschillende manieren proberen het probleem op te lossen. Raadpleeg voor meer informatie de website van Microsoft voor het oplossen van problemen met Windows Media Player op http://www.microsoft.com/windows/windowsmedia/player/ windowsmobile/troubleshooting.aspx (Engelstalig).
Hoofdstuk 9 Werken met andere toepassingen 9.1 Word Mobile 9.2 Excel Mobile 9.3 Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint Mobile 9.4 ClearVue PDF 9.5 MIDlet Manager 9.6 ZIP 9.
9.1 Word Mobile Word Mobile is een beperkte versie van Microsoft Word. Hiermee kunt u Word-documenten die u op uw pc hebt gemaakt, openen en bewerken op het toestel. U kunt ook zelf documenten en sjablonen maken en bewerken in Word Mobile, en deze opslaan als *.doc-, *.rtf-, *.txt- of *.dot-bestand. Er kan slechts één bestand tegelijk worden geopend. Wanneer u een tweede document opent, wordt het eerste automatisch opgeslagen en gesloten.
De volgende functies worden niet ondersteund in Word Mobile. • Achtergronden • Vormen en tekstvakken • Opgemaakte paginaranden • Infolabels • Metabestanden • Tekst met bidirectionele uitlijning. Word Mobile is in staat om documenten te openen met bidirectionele uitlijning, maar mogelijk wordt ingesprongen en uitgelijnde tekst niet correct weergegeven en opgeslagen. • Met een wachtwoord beveiligde bestanden. Word Mobile kan geen documenten openen die zijn beveiligd met een wachtwoord.
De volgende functies worden niet ondersteund door het toestel, maar blijven wel behouden in het bestand. Zodra u het desbetreffende bestand opent op de pc, wordt alles correct weergegeven. • Voetnoten, eindnoten, koptekst en voettekst • Pagina-einden • Lijsten • Lettertypen en tekengrootten. Lettertypen die niet door het toestel worden ondersteund, worden vervangen door het lettertype dat er het meest op lijkt. Op het toestel wordt echter het oorspronkelijke lettertype in de lijst weergegeven.
Voor Excel Mobile gelden de volgende opmaakrichtlijnen: • • • • • • • Uitlijning. Horizontale uitlijning, verticale uitlijning en tekstdoorloop blijven behouden, maar verticale tekst wordt horizontaal weergegeven. Randen. Worden weergegeven als enkele lijn. Celpatronen. Patronen die op cellen zijn toegepast, worden verwijderd. Lettertypen en tekengrootten. Lettertypen die niet door uw toestel worden ondersteund, worden vervangen door het lettertype dat er het meest op lijkt.
• • • • • 162 In-/uitzoominstellingen. Deze instellingen blijven niet behouden. Excel ondersteunt in- en uitzoominstellingen per werkblad, maar de in-/uitzoominstelling in Excel Mobile is alleen van toepassing op de complete werkmap. Namen van werkbladen. Namen die verwijzen naar werkbladen in dezelfde werkmap worden correct weergegeven. Namen die verwijzen naar andere werkmappen, bereiken (zoals ={1;2;3;4}), bereikformules of intersectiebereiken worden verwijderd uit de lijst met namen.
9.3 Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint Mobile Met PowerPoint Mobile kunt u diavoorstellingen openen en weergeven die u op de pc hebt gemaakt met PowerPoint ‘97 of hoger (*.ppt en *.pps). Veel presentatie-elementen die in de diavoorstelling zijn opgenomen, zoals diaovergangen en animaties, worden correct weergegeven op het toestel. Als voor de presentatie een timer is ingesteld, worden de dia’s automatisch een voor een weergegeven. Koppelingen naar een URL worden eveneens ondersteund.
Navigeren tussen dia’s Als voor de presentatie geen timer is ingesteld, kunt u naar de volgende of vorige dia gaan of naar een willekeurige dia in de reeks gaan. 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > PowerPoint Mobile. 2. Open de presentatie die u wilt weergeven. 3. Tik op > Next (Volgende) of Previous (Vorige), of tik op Go to Slide (Ga naar dia) en tik op de dia die u wilt weergeven. Tip Tik op de huidige dia om naar de volgende dia te gaan.
Navigeren door een PDF-document U kunt een van de volgende handelingen uitvoeren: • Tik op de pijltoetsen Omhoog, Omlaag, Rechts en Links op de horizontale en verticale schuifbalk om naar de gewenste positie op de pagina te gaan. • Druk boven, onder, rechts en links op de navigatietoets om over de pagina te bewegen. • Tik met de stylus op de ruimte tussen de pijltoetsen en de schuifbalk om een scherm richting de gewenste positie te gaan.
9.5 MIDlet Manager MIDlets zijn Java-toepassingen die kunnen worden uitgevoerd op draagbare apparatuur. Uw toestel ondersteunt Java 2 Micro Edition, J2ME. Met de MIDlet Manager kunt u Java-toepassingen downloaden zoals spellen en hulpprogramma’s die speciaal voor draagbare apparatuur zijn ontworpen. Er zijn al diverse Java-toepassingen en -spellen op uw toestel geïnstalleerd. Java MIDlet Manager biedt u echter de flexibiliteit om aanvullende J2ME-toepassingen van internet te installeren en te beheren.
Opmerking Als de map My MIDlets folder niet voorkomt in de map My Documents, kunt u zelf een map met deze naam maken. De map Storage Card verschijnt automatisch zodra u een opslagkaart in het toestel plaatst. Een MIDlet(-pakket) installeren 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > MIDlet Manager > Menu > Install (Installeren). 2. Selecteer de MIDlet of het MIDlet-pakket in de lijst. 3. Tik op Install (Installeren) in het snelmenu. 4. Bevestig de installatie om deze te voltooien.
De uitvoering van een MIDlet stoppen 1. Tik op Start > Programs (Programma’s) > MIDlet Manager. 2. Tik op Show (Tonen) > Running (Actief). 3. Houd de stylus op de MIDlet in het scherm Running MIDlets en tik op Stop (Stoppen). Opmerking Als u alle MIDlets die momenteel actief zijn op uw toestel wilt stoppen, tikt u op Menu > Stop (Stoppen) All (Alles). MIDlets/MIDlet-pakketten beheren U kunt de MIDlets in groepen ordenen en zelf groepen definiëren.
De installatie van een MIDlet of MIDlet-pakket ongedaan maken Controleer eerst of de MIDlet of het MIDlet-pakket niet wordt uitgevoerd voordat u begint het te verwijderen. 1. Houd de stylus op de MIDlet of het MIDlet-pakket in het scherm MIDlet Manager en tik op Uninstall (Installatie ongedaan maken). 2. Tik op OK om de bewerking te bevestigen. Opmerking Het is niet mogelijk om de installatie van een MIDlet uit een MIDletpakket ongedaan te maken.
Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor de desbetreffende MIDlets of MIDlet-pakketten. Hieronder staan de beveiligingsopties die u kunt instellen voor een actieve MIDlet of een actief MIDlet-pakket. Beveiligingsoptie 170 Beschrijving Net Access (Nettoegang) Bepalen of een MIDlet of MIDlet-pakket toegang heeft tot het internet. Local Connectivity (Lokale verbinding) Mogelijk maken dat een MIDlet of MIDlet-pakket toegang heeft tot bepaalde services, zoals infrarood en Bluetooth.
Foutmeldingen Hieronder staat een overzicht van de foutmeldingen die kunnen worden weergegeven wanneer u MIDlets en MIDlet-pakketten gebruikt en beheert op uw toestel. Foutmelding Beschrijving Either RAM shortage, or insufficient space on the file system Het toestel heeft niet voldoende geheugen. Network out Er is geen netwerkverbinding. The jar size does not match that specified in the jad De installatiegegevens die afkomstig zijn van de MIDlet-fabrikant zijn niet correct.
9.6 ZIP Met deze functie kunt u geheugenruimte besparen en de opslag capaciteit van uw toestel vergroten door bestanden te comprimeren in de conventionele ZIP-indeling. U kunt gecomprimeerde archieven van diverse bronnen weergeven en uitpakken. U kunt desgewenst ook zelf nieuwe *.zip-bestanden op het toestel maken. ZIP starten en .zip-bestanden openen Met ZIP kunt u bestanden comprimeren tot een archief en archieven openen die zich op uw toestel bevinden.
Het scherm met de archieflijst weergeven Het scherm met de archieflijst geeft alle *.zip-bestanden op het toestel weer, in de volgorde waarin ze zijn gevonden. Wanneer u bestanden toevoegt aan een archief, worden deze door ZIP eerst automatisch gecomprimeerd. In het scherm met de archieflijst zijn de menu’s File (Bestand) en View (Beeld) beschikbaar. Een aantal opties in het menu File (Bestand) is ook beschikbaar in de werkbalk van het scherm met de archieflijst.
• Menu View (Beeld) • Large Icons (Grote pictogrammen). Alle bestanden als grote pictogrammen weergeven. • Small Icons (Kleine pictogrammen). Alle bestanden als kleine pictogrammen weergeven. • List (Lijst). Alle bestanden in een lijst weergeven. • Details (Details). Alle bestanden in detail weergeven. Opmerking Het is niet mogelijk meerdere ZIP-bestanden tegelijk te selecteren.
• • Integrity Test (Integriteitstest). De correctheid van de gegevens en de betrouwbaarheid van het geselecteerde bestand controleren. • Refresh (Verversen). De inhoud van het actieve archiefbestand verversen. • Recent (Recent). Een lijst met recentelijk geopende archiefbestanden weergeven, inclusief het actieve bestand. Menu Action (Actie) • Add (Toevoegen). Bestanden aan een archief toevoegen. • Extract (Uitpakken). Bestanden in het archief uitpakken in de map van uw keuze.
• • 176 Menu View (Beeld) • Show Folders (Mappen tonen). De map in plaats van het volledige pad weergeven. • Up One Level (Eén niveau omhoog). Een niveau hoger dan de huidige map weergeven. • Large Icons (Grote pictogrammen). Alle bestanden als grote pictogrammen weergeven. • Small Icons (Kleine pictogrammen). Alle bestanden als kleine pictogrammen weergeven. • List (Lijst). Alle bestanden in een lijst weergeven. • Details (Details). Alle bestanden in detail weergeven.
9.7 Voice Speed Dial (Snelkiezen via spraak) U kunt spraakcodes opnemen, zodat u een nummer kunt bellen of een toepassing kunt starten door een woord uit te spreken. Een spraakcode voor een telefoonnummer maken 1. Tik op Start > Contacts (Contact personen) of tik op Contacts (Contactpersonen) in het scherm Today (Vandaag) om de lijst met contactpersonen te openen. 2.
3. Selecteer het telefoonnummer waarvoor u een spraakcode wilt ). maken en tik op de opnameknop ( Selecteer het gewenste telefoonnummer. Tik op de opnameknop om de opname te starten. 4. Wanneer de opname is voltooid, wordt rechts naast het onderdeel een spraakcodepictogram ( ) weergegeven. 5. Wanneer u eenmaal een spraakcode hebt gemaakt voor een onderdeel, kunt u het volgende doen: • • • Tik op de opnameknop ( te nemen. Tik op de afspeelknop ( Tik op de verwijderknop ( verwijderen.
Een spraakcode voor een programma maken 1. Tik op Start > Settings (Instellingen) > tabblad Personal (Persoonlijk) > Voice Speed Dial (Snelkiezen via spraak). 2. Op het tabblad Application (Toepassing) wordt een lijst weer gegeven met alle programma’s die op uw toestel zijn geïnstalleerd. 3. Maak een spraakcode voor het desbetreffende programma, zoals hierboven beschreven. 4.
2. Op het tabblad Voice Tag (Spraakcode) wordt een lijst weergegeven met alle spraakcodes die u hebt opgenomen. 3. Wanneer u een onderdeel in de lijst selecteert, kunt u het volgende doen: 180 • Tik op de opnameknop ( ) om de spraakcode opnieuw op te nemen. • Tik op de afspeelknop ( spraakcode af te spelen. • Tik op de verwijderknop ( spraakcode te verwijderen.
Appendix A.1 Voorschriften A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.0 A.3 Problemen oplossen A.4 Specificaties A.
A.1 Voorschriften Bureau-identificatienummers Voor wettelijke identificatie is aan uw product het modelnummer WIZA200 toegewezen. Om een betrouwbare en veilige werking van uw toestel te waarborgen, dient u alleen de hierna genoemde accessoires bij uw WIZA200 te gebruiken. De batterij heeft het modelnummer WIZA16. Dit product is bedoeld voor gebruik met een gecertificeerde, tot klasse 2 beperkte stroombron, met 5 volt gelijkstroom en maximaal 1A-voedingseenheid.
• ETSI EN 301 489-1 Electromagnetic compatibility and Radio spectrum Matters (ERM); ElectroMagnetic Compatibility (EMC) standard for radio equipment and services; Part 1: Common technical requirements.
Deze apparatuur mag worden gebruikt in de volgende landen: AT BE FR CY CZ DK EE FI DE GR HU IE IT LV LT LU MT NL PL PT SK SI ES SE GB IS LI NO CH BG RO TR Federal Communications Commission Notice This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Modifications The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to the device that are not expressly approved by High Tech Computer Corporation may void the user’s authority to operate the equipment. Belangrijke informatie over veiligheid Volg alle instructies over productveiligheid en werking op. Neem alle waarschuwingen in de handleiding van het product in acht.
Algemene veiligheidsmaatregelen • Neem onderhoudsadviezen in acht Voer zelf geen onderhoud aan het product uit behalve wanneer dit in documentatie over werking en onderhoud wordt beschreven. Onderhoud aan componenten binnen deze compartimenten mag alleen worden gedaan door een geautoriseerde onderhoudstechnicus of leverancier.
• Vermijd onstabiele montage Plaats het product niet op een onstabiele basis. • Gebruik het product met goedgekeurde apparatuur Dit product mag alleen worden gebruikt met pc’s en opties die worden aangeduid als geschikt voor gebruik met uw apparatuur. • Pas het volume aan Zet het volume lager voordat u een koptelefoon of andere audioapparatuur gebruikt. • Reiniging Haal voor het reinigen de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Exposure to Radio Frequency (RF) Signals Your wireless phone is a radio transmitter and receiver. It is designed and manufactured not to exceed the emission limits for exposure to radio frequency (RF) energy set by the Federal Communications Commission of the U.S. Govern-ment. These limits are part of comprehensive guidelines and establish permitted levels of RF energy for the gen-eral population. The guidelines are based on the safety standards previously set by both U.S.
SAR Information • 1.272 W/Kg @ 1g (FCC) body • 0.278 W/Kg @ 1g (FCC) head • 0.317 W/Kg @ 10g (CE) Waarschuwing! A LS DE BATTERIJ VERKEERD WORDT TERUG GEPLAATST, BESTAAT EXPLOSIEGEVAAR. OM HET RISICO VAN BRAND EN BRANDWONDEN TE VERKLEINEN, MAG U DE BATTERIJ NIET DEMONTEREN, PLETTEN, DOORBOREN, KORTSLUITEN, BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN BOVEN 60 °C OF WEGGOOIEN IN VUUR OF WATER. VERVANG DE BATTERIJ ALLEEN DOOR EEN BATTERIJ DIE GESCHIKT IS VOOR HET PRODUCT.
A.2 Pc-vereisten voor ActiveSync 4.0 Om een verbinding tussen uw toestel en de pc tot stand te kunnen brengen, moet de toepassing ActiveSync® van Microsoft® op de computer zijn geïnstalleerd. ActiveSync 4.
A.3 Problemen oplossen Als u problemen met uw toestel hebt, kunt u het best eerst de onderstaande informatie raadplegen. Als u na het lezen van de oplossingen hieronder nog steeds problemen ondervindt, neemt u contact op met uw serviceprovider Knop Aan/Uit en batterij Probleem Oplossingen • Stel het toestel opnieuw in met de stylus. Het toestel kan niet worden ingeschakeld. • Sluit het toestel aan op de lichtnetadapter en controleer aan de hand van de LED-indicator of het toestel wordt opgeladen.
ActiveSync Probleem ActiveSync kan niet worden uitgevoerd of er is geen verbinding mogelijk. Oplossingen • Controleer of u de ActiveSync-software op de cd die bij het toestel is geleverd, hebt geïnstalleerd en of u de instructies hebt opgevolgd. Zet het toestel en/of de pc opnieuw aan en probeer het opnieuw. • Sluit de USB-kabel pas aan NADAT u ActiveSync hebt geladen. • Controleer of de kabel of slede van ActiveSync goed is aangesloten. • Controleer op de pc of de verbindingsinstellingen correct zijn.
Scherm en geluid Probleem Oplossingen Het scherm blijft hangen of reageert niet. Stel het toestel in op de beginwaarden door met de stylus op de knop Reset (Opnieuw instellen) te drukken. Het toestel maakt geen geluid. • Controleer de geluidsinstellingen door te tikken op Start > Settings (Instellingen) > tab Personal (Persoonlijk) > Sound & Notifications (Geluiden en meldingen). • Controleer de volumeregelaar: mogelijk staat de luidspreker uit.
Verbinding en Bluetooth Probleem 194 Oplossingen Ik kan geen internetverbinding maken. Surfen op het web lukt niet. • Controleer of u een internetserviceprovider hebt ingesteld en hiermee een verbinding tot stand hebt gebracht. • Controleer of de draadloze verbinding met uw mobiele serviceprovider ingeschakeld is en of er zich geen obstakels voor het signaal bevinden. • Controleer bij uw internetserviceprovider of uw gebruikersnaam en wachtwoord juist zijn.
Werking Probleem Het toestel is traag. Oplossingen • Wellicht hebt u te veel programma’s geopend. Om de belasting te verminderen, kunt u onnodige programma’s beëindigen door te tikken op Start > Settings (Instellingen) > tabblad System (Systeem) > Memory (Geheugen) > Running Programs (Actieve programma’s). • Herstel de standaardinstellingen van het toestel door met de stylus op de knop Reset (Opnieuw instellen) te drukken.
Probleem Welk type bestanden kan Windows Media Player afspelen? Oplossingen • Ondersteunde video-indelingen: *.wmv, *.asf, *.mp4, *.avi. • Ondersteunde audio-indelingen: *.wma, *.mp3, *.mid, *.midi, *.rmi, *.amr, *.awb, *.m4a. Telefoon Probleem 196 Oplossingen Ik kan niet bellen met mijn toestel, en ook geen oproepen ontvangen. • Wellicht bevindt u zich in een gebied dat buiten het bereik van het netwerk valt. Probeer het opnieuw op een locatie waarvan u zeker weet dat het binnen bereik is.
A.4 Specificaties Systeemgegevens Processor TI OMAP 850 Geheugen - ROM : 128 MB - RAM : 64 MB DDR SDRAM Besturingssysteem Windows MobileTM versie 5.0 Scherm Type LCD 2,8-inch transflective TFT-LCD met back-light-LED’s, aanraakgevoelig scherm Resolutie 240 x 320 met 65.
Besturing en lampjes Navigatietoetsen - 5-richtings navigatietoets - Vijf programmaknoppen: Camera, Messaging, Internet Explorer, Voice Command, Comm Manager - Twee telefoonfuncties: Bellen en Beëindigen - Twee softkeys - Volumeschuifregelaar - Knop Aan/uit - Knop Reset Toetsenbord QWERTY, 41 toetsen LED’s Tweekleurige LED aan de rechterzijde: groen en oranje voor GSM-standby, SMS-bericht, GSM-netwerkstatus, melding, laadstatus batterij.
A.
Favorieten, overbrengen van pc 87 Favorieten (Internet Explorer) 88 Installatie van MIDlets/MIDletpakketten ongedaan maken 169 Installeren, SIM-kaart 16 Instellingen in het scherm Today (Vandaag) 64 Internet Explorer Mobile 87 Invoermodus 39 Invoerselectie 29 Invoervenster 28 In gebruik nemen 18 G K Gegevens synchroniseren 58 Gegevens verzenden 95 Geheugen beheren 75 Gelicentieerde media 152 Geluid 198 Geluid invoegen 115 Gesproken notities 40 GSM/GPRS-module 197 Kalibreren 19 E E-m
MIDlet Manager 166 MMS-account instellen 112 MMS-berichten beantwoorden 115, 116 MMS-berichten maken uit sjablonen 114 MMS-berichten opstellen 113 MMS-berichten weergeven 116 MMS-instellingen configureren 117 MMS-instellingen wijzigen 116 MMS gebruiken 112 MMS Video, vastlegmodus 134 MSN Messenger 118 Multitik-modus 37 Muziek, videoclips en afbeeldingen synchroniseren 62 N Navigeren door PDFdocumenten 165 Netwerkinstellingen 73 Notities 127 Notities zoeken 42 Numerieke modus 37 Nu afspele
Synchroniseren via infrarood en Bluetooth 60 Sync Setup Wizard 57 Systeemgegevens 197 T T9-modus 36 Taken 125 Taken zoeken 42 Tekenen en schrijven op het scherm 39 Tekengrootte, webpagina’s 88 Telefooninstellingen 71 Terminal Services-client 101 Tijdelijke internetbestanden, verwijderen (Internet Explorer) 90 Today (Vandaag), scherm 21 Toegankelijkheid 155 Toestel beveiligen 79 Tools (Extra), menu 139 Transcriber 32 Typen 29 U Uitbreidingssleuven 198 Verbinding maken met een Terminal Se
WEEE Notice The Directive on Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE), which entered into force as European law on 13th February 2003, resulted in a major change in the treatment of electrical equipment at end-of-life. The purpose of this Directive is, as a first priority, the prevention of WEEE, and in addition, to promote the reuse, recycling and other forms of recovery of such wastes so as to reduce disposal.