Operation Manual

Met multimedia werken | 141
Het tabblad Image (Afbeelding). Dit tabblad bevat instellingen
voor afbeeldingen die u hebt opgenomen.
Prefix type (Type voorvoegsel) en Prefix string (Tekenreeks
voorvoegsel). Standaard is de naam van elk nieuw
afbeeldingsbestand “IMAGE”, gevolgd door een opeenvolgend
nummer, bijvoorbeeld: IMAGE_00001.jpg. Om dit voorvoegsel
te wijzigen, selecteert u String (Tekenreeks) in de lijst Prefix
type (Type voorvoegsel) en typt u de gewenste tekens in het
vak Prefix string (Tekenreeks voorvoegsel).
Counter Index (Teller voor nummering). Standaard krijgen
nieuwe afbeeldingsbestanden een voorvoegsel en een
reeks opeenvolgende nummers, zoals 00000, 00001, 0000
2,
enzovoort. Om de teller voor uw afbeeldingsbestanden te
herstellen naar “00001”, tikt u op Reset counter (Teller
opnieuw instellen).
JPEG Quality (JPEG-kwaliteit). Selecteer het gewenste
JPEG-kwaliteitsniveau voor alle foto’s die u hebt gemaakt. U
kunt kiezen uit SuperFine (Uitstekend), Fine (Goed), Normal
(Normaal) en Basic (Basis).
Self-Timer (Timer voor zelfportret). U kunt de volgende opties
instellen voor het maken van foto’s: Off (Uit), 5 seconds
(
5 seconden) of 10 seconds (10 seconden). Als u 5 seconds
(5 seconden) of 10 seconds (10 seconden) selecteert, wordt
de opname gemaakt na het aantal seconden nadat u op de
knop Camera of Enter hebt gedrukt.
Het tabblad Video (Video). Met de opties in dit tabblad kunt u
geavanceerde instellingen voor opgenomen videobestanden
congureren.
Prefix type (Type voorvoegsel) en Prefix string (Tekenreeks
voorvoegsel). Standaard is de naam van elk nieuw
videobestand “VIDEO”, gevolgd door een opee
nvolgend
nummer, bijvoorbeeld: VIDEO_00001.avi. Om dit voorvoegsel
te wijzigen, selecteert u String (Tekenreeks) in de lijst Prefix
type (Type voorvoegsel) en typt u de gewenste tekens in het
vak Prefix string (Tekenreeks voorvoegsel).