Operation Manual

119119
SMRT-Y Soil Moisture Sensor
Systeeminstelling
1. Stel de controller zo in dat alle zones worden beregend met de hoogste frequentie die tijdens het
hoogseizoen wordt verwacht. Dit kan elke dag zijn.
2. Zet de zoneberegeningstijden op dezelfde standen waarop ze eerder door de installateur of
huiseigenaar waren gezet.
3. Stel de functie auto-drempel-instellen in de SMRT-Y gebruikersinterface in door de toetsen “Read Sensor”
en “Soil Temp tegelijkertijd ingedrukt te houden en vervolgens eenmaal op de toets Soil EC” te drukken.
Als u de functie goed hebt ingesteld, knipperen de pictogrammen Suspended’ (uitstel of onderbreken)
en Allowed (toegestaan) om beurten. Deze pictogrammen blijven knipperen totdat de drempel
automatisch is ingesteld.
4. Controleer of de controller zo is ingesteld dat hij de volgende morgen werkt voordat de zon op het
sensorgebied schijnt. Dit interval bepaalt de periode van auto-instellen.
5. Controleer of ‘Bypass Sensor’ linksboven in het LCD-display niet knippert. Als dit wel het geval is, druk
dan op de toets ‘Bypass Sensor’ om de bodemvochtigheidssensor te laten werken.
6. Bevloei het sensorgebied met 20 liter water uit een emmer voordat u het terrein verlaat. Bevloei ook de
sleufmarkeringen in het gras.
Aanbevolen follow-up
1. De vochtigheidsdrempel voor beregening wordt bepaald tijdens de periode van auto-instellen.
Druk nadat de controller voor het eerst heeft gelopen op de toets ‘Read Sensor’ op de SMRT-Y
gebruikersinterface om de vochtigheidsdrempel voor beregening te bekijken. Het weergegeven getal is
het vochtigheidspeil in de wortelzone waarbij beregening wordt toegestaan.
2. Stel de zonelooptijden opnieuw in aan de hand van de looptijdentabel en instructies. Om de tabel te
kunnen gebruiken, hebt u de instelling voor de vochtigheidsdrempel nodig die in de vorige stap was
verkregen, en de beregeningshoeveelheid van de zones.
Optionele bedrading voor Xeriscape of bloembedden
Het is mogelijk dat u zones hebt die u wilt beregenen ongeacht het door de sensor gemeten
vochtigheidsniveau. Bijvoorbeeld een druppelaar voor een bloembed of een woestijnlandschapszone. De
SMRT-Y kan twee van dergelijke zones aansturen.
Aansluiten van deze zones:
1. Identiceer de zone(s) die in deze categorie past (passen). Noteer via welke klem(men) ze op uw
controller zijn aangesloten.
2. Maak de schroef los waarmee deze zonedraad op de controller is aangesloten.
3. Strip de draden en sluit de blauwe draad van de SMRT-Y gebruikersinterface aan op dezelfde klem als de
zonedraad.
!
NB: Er zijn nu twee draden aangesloten op deze klem; een blauwe draad die naar de SMRT-Y
gebruikersinterface gaat en een zonedraad die naar de klep gaat.
4. Als u een tweede zone onafhankelijk van de vochtigheidssensor wilt laten aansturen, sluit u de bruine
draad van de SMRT-Y gebruikersinterface aan op de tweede klem. Nu worden deze twee zones
onafhankelijk van de vochtigheidssensor aangestuurd.
5. Zet de controller aan en laat de SMRT-Y gebruikersinterface de bodemvochtigheid bepalen. Het resultaat
moet na 4-5 seconden op het display verschijnen. Als de waarde nul is, is de bedrading naar de sensor
niet juist en moet deze worden nagekeken en gecorrigeerd. Als de waarde niet nul is, is de bedrading
juist en kunt u de stofkapjes op de bedrading van de sensor aanbrengen.