Operation Manual
110
SMRT-Y Soil Moisture Sensor
Gescheiden
door tuinpad
Te veel schaduw
Te dicht bij tuinpad.
Kans op sproeiwater
van autowassen en
loopverkeer.
Te dicht bij boom
Ongeschikte sensorlocaties
Afbeelding2
Installatie van SMRT-SMS bodemvochtigheidssensor
1. Schakel de zone waar de sensor wordt geïnstalleerd en de naastgelegen zones met de hand in. Kijk naar
de waterdistributiepatronen en kies de plaats om de sensor te installeren.
!
NB: Plaats de sensor niet op plaatsen waar afvloeiwater zich verzamelt zoals bij opritten, stoepen,
lage plaatsen en onderaan bermen of heuvels.
2. Kies een plaats waar het gras gezond is en de ondergrond goede drainagemogelijkheden heeft.
Plaats de sensor op ten minste 125 cm afstand van sproeikoppen en op een plaats die alleen door de
geselecteerde zone wordt beregend.
3. Zoek de kleppendoos op die zich het dichtst bevindt bij de plaats waar u de sensor wilt installeren.
Zoek beide uiteinden van een zonedraad in de kleppendoos en bij de controller op en markeer ze. U
kunt dit doen door een klep in de kleppendoos handmatig af te tappen om na te gaan welke zone
deze beheerst. Plaats een stuk isolatieband op de zonedraad die op deze klep is aangesloten. Plaats
dan een stuk isolatieband op het andere uiteinde van die draad in de controllerkast. Controleer of de
geselecteerde draad de zonedraad is en niet de ‘gemeenschappelijke’ draad.
!
NB: Kies geen zone die meer dan één magneetklep aanstuurt. De groene draad van de SMRT-Y
gebruikersinterface moet worden aangesloten op een zone die één enkele magneetklep activeert.