Operation Manual
112
SMRT-Y Soil Moisture Sensor
6. Sluit de sensordraden in de aansluitkast aan op de verlengkabel die naar de kleppendoos leidt. Plaats
stofkapjes op alle aansluitingen nadat u gecontroleerd hebt of het systeem goed werkt. Als de
draadkleuren van de verlengkabel niet overeenkomen met de draadkleuren van de sensor, noteer dan
welke draadkleuren van de verlengkabel behoren bij de rode, witte en zwarte draad van de sensor.
7. Koppel in de kleppendoos de gemarkeerde zonedraad los van de klep en sluit hem aan op de draad
van de verlengkabel die daarvoor was aangesloten op de rode sensordraad. Er mogen geen andere
draden op deze verbinding worden aangesloten. Sluit de losgekoppelde klepdraad weer aan op de
zwarte sensordraad van de verlengkabel. Sluit de witte sensordraad van de verlengkabel aan op de
gemeenschappelijke draad in de kleppendoos. Controleer of alle kleppen in de kleppendoos dezelfde
gemeenschappelijke aansluiting op de witte sensordraad hebben (zie afbeelding 5). Gebruik stofkapjes
voor alle aansluitingen nadat u gecontroleerd hebt of het systeem goed werkt (zie het aansluitschema
dat zich in de kit bevindt).
Dradennaarcontroller
Zonedraad van controller
Gemeenschappelijke draad van controller
Magneetklep
Magneetklep
Dradennaarsensor
Rode sensordraad
Witte sensordraad
Zwarte sensordraad
Aansluitingeninkleppendoos
Afbeelding5