Operation Manual

Irrigatieproblemen
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De
automatische
en handmatige
cycli beginnen
niet met de
bewatering.
De waterbron levert geen water. Controleer of de hoofdwaterleiding en alle aanvoerleidingen
open staan en goed functioneren.
De bedrading is niet goed
aangesloten.
Controleer of de velddraden en de bedrading van de
hoofdklep/pompstartrelais goed zijn aangesloten.
Losse of gebroken draden;
verroeste verbindingen.
Controleer de bedrading en vervang beschadigde of slechte
draden. Controleer alle draadverbindingen en vervang ze
indien nodig met waterdichte verbindingen.
De wijzer staat niet in de
AUTO-positie.
Controleer of de wijzer in de AUTO-positie staat.
Een eventueel geïnstalleerde
regensensor is actief.
Wacht tot de regensensor uitgewerkt is of ontkoppel de
regensensor van de gele klemmen op de regelaar en plaats een
jumperdraad op de gele klemmen.
Als er geen regensensor
geïnstalleerd is, kan het zijn
dat de jumperdraadverbinding
ontbreekt of beschadigd is.
Verbind de twee gele regensensorklemmen op de regelaar met
een korte jumperdraad.
De elektronica van de regelaar
kan beschadigd zijn.
Druk op de Reset-knop onder de bedradingsvakdeksel. Als er geen
permanente beschadiging is, moet de regelaar normaal gaan
functioneren. De huidige datum en tijd moet opnieuw ingesteld
worden, maar het irrigatieschema zou intact moeten blijven.
Probleemoplossing
20
STP Plus Regelaar