Operation Manual

8.8Diepwater
Dewaterdieptekanwordenweergegevenmetbehulpvaneen
blauwetintwaarbijwitwordtgebruiktomdiepwateraante
geven.
Dedieptewaaropdewaterkleurverandertvandeblauwetint
naarwitkanwordenaanpastopbasisvandewensenvande
gebruiker.
Voorbeeld1diepwatervanaf:66ft(20m)
Voorbeeld2diepwatervanaf:7ft(2m)
Dediepwater-funtiekanookwordenuitgeschakeld,indatgeval
wordenalledieptesmetwitaangegeven.
Opmerking:DeDiepwater-functieisbeperkttotde
dieptegegevensdiebeschikbaarzijnopuwcartograsche
kaart.
DeinstellingDiepwatervanafwijzigen
Ukuntdedieptewaaropdekleurvanhetwaterverandert
selecteren.
Doehetvolgendeinhetmenuvandekaarttoepassing:
1.SelecteerKaartinstellingen.
2.SelecteerDiepwatervanaf:.
3.Selecteerdegewenstediepte,ofselecteerUit.
WanneerUitwordtgeselecteerd,wordtallewaterwit
weergegeven,ongeachtedediepte.
8.9Kaartobjecten
Ukuntaanvullendeinformatieweergevenopdekaartvoor
cartograscheobjecten,havensenaanlegplaatsen.
Afhankelijkvandecartograedieugebruiktkunteendeelvande
onderstaandeaanvullendeinformatiebekijken,ofalleinformatie:
Informatieoveriedercartograschobjectdieopdekaartis
gemarkeerd,waaronderbroninformatievoorstructuren,lijnen,
gebiedenopopenzeeetc.
Informatieoverhavens,havenkenmerkenendiensten.
Logboekinformatievoordestuurautomaat(vergelijkbaarmet
deinformatieineenmaritiemealmanak).Logboekinformatie
voordestuurautomaatisbeschikbaarvoorbepaaldehavens.
Panoramafoto'svanhavensenaanlegplaatsen.De
beschikbaarheidvanfoto'swordtweergegevendooreen
camerasymboolopdekaartweergave.
Ukuntdezeinformatieopenenmetbehulpvandeoptiesinhet
kaartcontextmenu.
Opmerking:Dehoeveelheidbeschikbareobjectinformatie
hangtafvandegebruikteelektronischekaartdieuvoor
uwsysteemgebruikt.Voordevolledigeinformatieoverde
functiesdievooruwcartograschekaartmodulesbeschikbaar
zijnkuntucontactopnemenmetdeleveranciervanuwkaart.
Logboekinformatieweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,wanneereen
havensymboolwordtweergegevenvooreenhavendateen
logboekheeft:
1.Selecteerhethavensymbool.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerLogboek.
3.Selecteerhetbetreffendehoofdstuk.
Panoramafoto'sweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing,wanneereen
camerasymboolwordtweergegeven,waarmeewordt
aangegevendatereenfotobeschikbaaris:
1.Selecteerhetcamerasymbool.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerFoto.
Defotowordtweergegevenophetscherm.
Opmerking:Nietalletypencartograschekaartenkunnen
panoramafoto'sweergeven.
Kaartobjectinformatieweergeven
Doehetvolgendeindekaarttoepassing:
1.Selecteereenobject.
Hetkaartcontextmenuwordtweergegeven.
2.SelecteerKaartobjectenomgedetailleerdeinformatiete
bekijkenoverhetgeselecteerdeobject
HetdialoogvensterObjectinformatiewordtweergegeven.
3.Wanneerudepositieselecteertinhetdialoogvenster
Objectinformatiewordthetinformatievenstergeslotenende
cursorophetobjectgeplaatst.
4.Wanneerudebeschikbareoptiesselecteertwordt
gedetailleerdeinformatieoverdatitemweergegeven.
50
Dragony