Operating Instructions and Installation Instructions
6.4OverzichtHome-venster
Deinformatiehieronderbeschrijftdeinformatieop
hetscherm,desymbolendiewordenweergegeven
ophethoofdschermvandemarifoonendebetekenis
ervan.
INT
06
SHIP-SHIP
s
a
50º51’.615 N
001º14’.450 W
09:48 UTC
Scanni
ng...(All + 16)
Press Back to end scan
D13222-1
8
1
2
4
5
7
6
9
3
1.Statusbalk—destatusbalklaatsymbolenzien
diedehuidigestatusvandeunitaangeven.Zie
Statusbalksymbolenfordetails.
2.Frequentieband—geeftaanwelke
frequentiebandingebruikis:
•USA—VerenigdeStatenvanAmerika
•INT—Internationaal
•CAN—Canada
•WX—Weer
Opmerking:Erzijnspecialelicentiesvereist
voorontvangstvanAmerikaanseenCanadese
kanaalsets.
3.Statustekst—geeftdehuidige
marifoonmodusaan,bijv.:ATIS-modus
actief,weerwaarschuwing,scanmodusetc.
4.Kanaalextensie
•a—geeftaandathethuidigeAmerikaanse
ofCanadesekanaalsimplexis.Dit
kanaalgebruiktdezendfrequentievan
hetinternationalekanaalvoorzendenen
ontvangen.Alseenkanaalsimplexisinalle3
frequentiebanden(bijv.kanaal06),iservoor
hetkanaalgeena-extensievereist.
•b—geeftaandaterophetkanaalalleen
kanwordenontvangen.Alleengebruiktvoor
Canadesekanalen.
Opmerking:Ukuntnietzendenopeenkanaal
vooralleenontvangen.
5.Kanaal—laathethuidigekanaalnummerzien
6.Locatie/tijdofLocatie/COG/SOG—afhankelijk
vandekeuzewordendecoördinatenvande
locatieendehuidigetijdofdecoördinaten
vandelocatieendehuidigeCOGenSOG
weergegeven.
7.Kanaalnaam—geeftdenaamvanhethuidige
kanaal.
8.Kanaaltype—geefthettypekanaalaan:
•s=Simplex—simplex-kanalenzendenen
ontvangenopdezelfdefrequentie.
•d=Duplex—duplex-kanalengebruiken
afzonderlijkefrequentiesvoorzendenen
ontvangen.
9.Optioneletekst—voorextraondersteuning
vandegebruiker
Statusbalksymbolen
Destatusbalkwordtgebruiktvoorpictogrammen
waarmeedestatusvandemarifoonwordt
weergegeven.
SymboolNaamOmschrijving
OntvangstsignaalGeeftderelatieve
sterkteaanvan
hetsignaaldat
wordtontvangen.
Desterktewordt
aangegeventussen0
balkjes(erwordtgeen
signaalontvangen)
en4balkjes(sterk
ontvangstsignaal).
Zenden
Geeftaandatde
marifoonaanhet
zendenis(bijv.
omdatdePTT-knop
isingedrukt.)
OntvangenGeeftaandatde
marifooneensignaal
ontvangt
Laagvermogen
Hoogvermogen
Geeftaandatde
marifoonzender
oplaagvermogen
(1watt)ofhoog
vermogen(25watt)is
ingesteld
Lokaal
Geeftaandatde
marifooninlokaleont-
vangstmodusstaat,
waardoordeontvan-
gergevoeligheidwordt
verlaagdingebieden
metveelradiover-
keeromongewenste
ontvangsttevermin-
deren
DSCGeeftaandateen
DSC-oproepis
ontvangen
50
Ray50/Ray52/Ray60/Ray70