Operating Instructions and Installation Instructions

Eenregelinhettelefoonboekwissen
GanaarhetmenuDSC-oproepen:Menu>DSC
Calls(DSC-oproepen).
1.SelecteerPhonebook(Telefoonboek).
2.Selecteerhetcontactdatuwiltbewerken.
3.SelecteerDelete(Verwijderen).
4.SelecteerYes(Ja).
Hetcontactwordtverwijderd.
7.9Calllogs(Oproeplogbestanden)
AlleDSC-oproepenwordenineenlogbestand
opgeslagen.
Devolgendesoortenoproepenwordenvastgelegd
inhetoproeplogbestand:
noodoproepen
doorgestuurdenoodoproepen
bevestigingenvannoodoproepen
verzondenpositieverzoeken
ontvangenpositieverzoeken
groepsoproepen
allescheepsoproepen
individueleroutine-oproepen
Vooriedereoproepwordendeonderstaande
gegevensvastgelegd:
MMSI-nummer(s)(Alseenoproepwordt
doorgestuurd,kunnentot3MMSI-nummers
wordenvastgelegd.)
typeoproep
datumentijdvandeoproep
breedtegraadenlengtegraad(wanneer
meegezondenmetdeoproep)
aardvandenoodsituatie(alleenvoor
noodoproepen)
Alsdeoproepisontvangenvaneencontactin
hettelefoonboek,danwordtdecontactnaam
weergegeven,zonietdanwordthetMMSI-nummer
weergegeven.
Hetlogbestandmetoproepenopenen
Volgdeonderstaandestappenomhetlogbestand
metoproepenteopenen.
GanaarhetmenuDSC-oproepen:Menu>DSC
Calls(DSC-oproepen).
1.SelecteerCalllogs(logbestandmetoproepen).
2.Selecteerhetlogbestanddatuwiltbekijken:
Unread(Ongelezen)
Distresscalls(Noodoproepen)
Non-distresscalls(Oproepenzonder
noodsituatie)
Outgoingcalls(Uitgaandeoproepen)
Positionlog(Positielogbestand)
3.SelecteereenoproependrukopdeOK-knopom
dedetailservantebekijken.
4.SelecteerOptions(Opties)omdebeschikbare
optiestebekijken.
CallBack(Terugbellen)eenontvangen
oproepterugbellen.
Resend(Opnieuwverzenden)alleen
beschikbaarinhetlogbestandmetuitgaande
oproepen.
Call(Oproep)beschikbaarinhet
positielogbestand.
Sendposition(Positieverzenden)
beschikbaarinhetpositielogbestand.
72
Ray50/Ray52/Ray60/Ray70