User manual
80
• Gebruikhetlaadapparaatnooitdirectwanneerhetvaneenkouderuimteineenwarmeruimteisgebracht.Het
condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen of storingen
veroorzaken!
Laat het laadapparaat daarom eerst op kamertemperatuur komen, vóórdat u het aansluit en in gebruik neemt. Dit
kan een paar uur duren!
• Indienkanwordenaangenomendatgebruikzondergevarennietmeermogelijkis,danmoethetlaadapparaat
buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik.
Schakel eerst de netspanning naar de contactdoos aan alle polen, waaraan het laadapparaat is aangesloten af (bij-
behorende zekeringsautomaat uitschakelen of zekering eruit draaien, vervolgens de bijhorende aardlekschakelaar
uitschakelen). Trek pas daarna de stekkerlader uit de contactdoos.
U mag het laadapparaat daarna niet meer gebruiken. Breng hem naar een reparatiedienst of verwijder hem op
milieuvriendelijke wijze.
Menmagaannemen dateen gevaarlozewerkingniet meermogelijkiswanneerhet laadapparaatzichtbaaris
beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of tijdens transport
te zwaar is belast.
c) Ingebruikname
• GebruikhetvoertuiguitsluitendmettweeLi-Ionaccu'svanhettype"18650"(nominalespanningtelkens3,7V).
Plaatsnooitandereaccu'sofbatterijen.Gebruiknooiteennetdeelomhetvoertuigaantedrijven,ooknietvoor
testdoeleinden.
• Neemaltijdeerstdezenderingebruikendanhetvoertuig.Ditkananderstotonvoorzienereactiesvanhetvoertuig
leiden!
• Plaatshetvoertuigvoorhetinschakelenvanderijaccuopeengeschikteondergrond,zodatdewielenvrijkunnen
draaien. Steek uw hand niet in de aandrijving. Schakel eerst de zender en dan het voertuig in en controleer of het
voertuig, zoals verwacht op commando´s afstandsbesturing reageert (besturing en aandrijving), voordat u het van
de ondergrond neemt en het met wielen op de bodem plaatst.
d) Rijden van het voertuig
• Eenverkeerdgebruikvanhetproductkanzwareletselsenbeschadigingentotgevolghebben!Rijddaaromalleen
zolang u direct visueel contact met het modelvoertuig heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
• Rijdalleenalsuwreactievermogennietverminderdis.Vermoeidheidofbeïnvloedingdooralcoholofmedicijnenkan
verkeerde reacties tot gevolg hebben (net als bij een echt voertuig).
• Metditmodelvoertuigmagunietopopenbarestraten,pleinenenwegenrijden.Gebruikhetooknietopprivaat
terrein zonder de toestemming van de eigenaar.
• Rijdnietopmensenofdierenaf!
• Vermijdhetrijdenbijzeer lagebuitentemperaturen. Kunststofonderdelenverliezendaarbijaan elasticiteit,wat
reeds bij een licht ongeval tot grote schade kan leiden.
• Rijdnietbijonweer,onderhoogspanningsleidingenofindebuurtvanzendmasten.
• Rijdnietdoornatgras,water,modderofsneeuwenalshetregent.Deontvanger-/regeleenheidinhetvoertuigis
wel tegen opspattend water beschermd, maar het model is niet waterdicht of waterbestendig. De zender mag niet
vochtig of nat worden!