User manual
107
• Morsnooitbrandstof.Gebruikeenspecialebrandstofesomhetvoertuigtetanken.Bijhetmorsenvanbrandstof
wordt niet alleen het milieu beschadigd, er is bovendien explosie- en brandgevaar!
• Controleervóórelkgebruikofdeslangverbindingenenhetdekselvandetankdichtzijn.
• Testrittenenhetrijdenzelfzijnalleentoegestaaninopenlucht.Ademdebrandstofgassenendeuitlaatdampenniet
in; ze zijn schadelijk voor de gezondheid!
• Debrandstofkanlakenrubberonderdelenaantastenenbeschadigen.
c) Rijden
• Rijdnooitzondergesmeerdeluchtlter.
Controleervoorelkeritofdegebruikteluchtlterstevigaandecarburatorbevestigdisenofhijvoldoende
ingesmeerdis.Slechtseengoedgesmeerdeluchtlterkanverhinderendatdejnstestofdeeltjesinde
motor raken, wat tot motorschade leidt.
Reinigdeluchtlterregelmatig(uitwasseninbenzine)ofvervanghemregelmatigdooreennieuweluchtl-
ter.Deluchtlteris(zoalsdebanden)eenslijtageonderdeel.
Bijnietofnietvoldoendegesmeerdeluchtlterrakenjnestofdeeltjesdoorhetschuimstofvandeluchtlter.
Indemotorwerkendezestofdeeltjesalsjnzandpapier.Reedsnakortetijdverliestdemotordruk;ditleidt
niet tot vermogensverlies, maar de motor kan op een bepaald moment ook niet meer worden gestart.
Een motor die hierdoor beschadigd raakt, valt niet onder de garantie/waarborg!
• Controleerhetvoertuigtelkensvoorurijdtopschade,vervangversletenbanden.
• Controleervoorennaelkeritalleschroefverbindingenenbevestigingenomdatzedoorbijhetrijdenvoorkomende
trillingen kunnen losraken.
• Bijzwakkeaccu‘s(ofbatterijen)indeafstandsbedieningzaldereikwijdteverminderen.Eenzwakkeontvangeraccu
in het voertuig voorkomt een krachtig bedrijf van de servo. Controleer voor een rit de laadtoestand van de accu‘s of
de toestand van de batterijen.
Controleer daarom voor en na elke rit de ontvangervoedingsspanning. Bij een te lage spanning reageren de servo‘s
slechts zwak zodat het voertuig niet meer op de stuurbevelen van de zender reageert. Bovendien kan het tot on-
voorziene reacties van de ontvanger komen.
Beëindig het rijden onmiddellijk wanneer de reacties van de ontvangerinstallatie niet zoals gewenst uitvallen. Scha-
kel eerste de motor uit, schakel vervolgens de stroomtoevoer van de zender uit en als laatste de zender. Vervang
daarna de accu‘s/batterijen en laad de accu‘s opnieuw op.
• Gebruikvoordestroomverzorgingvandeservo‘sofdeontvangergeenbatterijen,maareengeschikteontvangerac-
cu. In het bijzonder de stuurservo heeft een hoge stroomopname.
• Eenverkeerdgebruikvanhetproductkanzwareletselsenbeschadigingentotgevolghebben!Rijddaaromalleen
zolang u direct zichtcontact met het modelvoertuig heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
Rijd alleen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door alcohol of medicijnen kan
verkeerde reacties tot gevolg hebben (net als bij een echt voertuig).
• Motorenuitlaatwordentijdenshetgebruikzeerheet.Raakzenietaan.Verbrandingsgevaar!Grijpnooitinde
aandrijving, steek gaan voorwerpen in de aandrijving, verwondingsgevaar!
• Raakdebougiekabelofbougienooitaanalsdemotordraait.Doordeaanwezigehoogspanningbestaaterlevens-
gevaar!