User manual
124
b) Regelschroef (L) voor stationair mengsel instellen
• Brengdemotoropbedrijfstemperatuurdoorgedurendeeenoftweeminutenmethetvoertuigterijden.
• Alsdemotorslechtgasneemt,ishetstationairemengseltearm.Alsudestationair-mengselregelschroeftegende
klok in (naar links) draait, wordt het mengel rijker worden.
Corrigeer de instelling stapsgewijze, door de regelschroef voor het stationair mengsel telkens ca. een 1/8 omwen-
teling naar links te draaien.
• Alsdemotorslechtssputterendenmetveelrookgasneemt,ishetmengselterijk.Alsudeschroefnaarrechts
(naar rechts) draait, wordt het mengsel verarmd (het aandeel brandstof wordt verminderd).
Corrigeer de instelling stap voor stap door de stationair-mengselregelschroef telkens ca. een 1/8 slag naar rechts te
draaien.
c) Hoofdsproeier (H) instellen
• Hefdeaangedrevenachterasopvandegrondenlaatdebedrijfswarmemotorkortstondigopvolgaslopen.
• Nukuntumetdehoofdsproeierdeinstellingvanhetvolgasmengselinstappenvantelkens1/8-omwentelingcorri-
geren.
Draai de hoofdsproeiernaald naar rechts in de richting van de wijzers van de klok om het mengsel te verarmen.
Draai de hoofdsproeiernaald naar links tegen de richting van de wijzers van de klok in om het mengsel te verrijken
(het aandeel brandstof te verhogen).
• Vooreenlangelevensduurvandemotormoetuvoordeinstellingvandehoofdsproeiernaalddevoorkeurgeven
aan een lichtjes rijke carburateurinstelling.
Draai hiervoor in kleine stappen zolang aan de hoofdsproeiernaald (H) tot de motor kort na het stuursignaal „volgas“
zijn hoogste toerental bereikt en zonder horten rond draait.
Vervolgens draait u de hoofdsproeiernaald een 1/8-omwenteling naar links tegen de richting van de wijzers van de
klok om het benzineaandeel te verhogen (= rijke carburateurinstelling).
• Naelkdraaienvandemotor(naelketankvulling)moetdemotorvoldoendelangafkoelen(ca.5-10min.).
Waarschuwing!
Het is zeer belangrijk dat het mengsel niet te arm wordt! Denk eraan dat de smering van een tweetaktmotor
door de olie in de brandstof gebeurt.
Te weinig brandstof in het mengsel (= arme carburateurinstelling) zal oververhitting van de motor en het
vastlopen van de zuiger door een gebrekkige smering tot gevolg hebben. Tijdens het gebruik moet er steeds
een lichte witte rookpluim uit de uitlaat komen. Indien niet moet u de motor onmiddellijk stoppen en het
mengsel verrijken. Let er verder op dat de cilinderkop voldoende door lucht omstroomd wordt om overver-
hittingtevoorkomen.Deoptimalebedrijfstemperatuurvandemotorbedraagtca.100-120℃.Controleerde
temperatuur met een infrarood-thermometer.
Ukuntherkennendatdemotoringelopenisalshijinkoudetoestandenzondergloeiplugzondermerkbare
weerstanddoordraait.Pasnumagudemotormeteenvolledigvermogenlatendraaien.