User manual

132
Brandstof verwijderen bij "verzopen" motor
• Schroefdegloeikaarsuit.Controleer degloeifunctie.Eventueeliseen defectegloeikaarsdeoorzaakvoor het
probleem bij het starten.
• Drukdebrandstofslangtussendetankendecarburatorstevigsamenzodatergeenbrandstofmeernaardecarbu-
rator kan stromen. Een slangklem is hier een handig hulpmiddel.
• Legeenlapopdemotorentrek5-6keer(3/4vandelengte!)aandetrekstarter.Debrandstofwordtuitgepompt
en verdampt (evt. voertuig op het dak zetten).
• Plaatsdegloeikaarsterug.
• Maakdedopvandebrandstofslanglos(vb.slangklemopnieuwverwijderen).Herhaalnudestartprocedure.
Motor afzetten
In tegenstelling tot een "normale" auto werkt de verbrandingsmotor van het modelvoertuig zonder brandstofpomp of
elektronische ontsteking. Daarom moet het stilleggen van de motor anders gebeuren.
Om de motor van het modelvoertuig stil te leggen, moet de luchttoevoer naar de carburator worden afgesneden. Houd
daarom de uitlaat met een motorstopper (of eventueel met een doek) dicht of houd het schijfvliegwiel van de motor
aan de onderzijde van het chassis met beschermhandschoenen vast.
De brandstoftoevoer mag niet worden afgeklemd aangezien de motor anders te weinig brandstof en zo te weinig
smering krijgt. Dit leidt tot schade aan kolven en cilinders.
k) Carrosserie aanbrengen
Plaats de carrosserie op het voertuig en maak vast met zekeringsclips.