User manual

148
Kijkbovendienhetmodelvoorelkgebruiknaopbeschadigingen.Indienubeschadigingenvaststelt,magu
het voertuig niet gebruiken of in gebruik nemen.
Als versleten voertuigonderdelen (vb. banden) of defecte voertuigonderdelen (vb. een gebroken draagarm)
moeten worden vervangen, dan mag u enkel originele vervangonderdelen gebruiken.
Andere onderhoudswerken:
• Alshetvoertuiglangeretijdnietwordtgebruikt,gietudoordegloeikaarsopening2-3druppelszgn.afterrun-olie
in de motor. Draai dan de motor met behulp van de trekstart enkele keren door. De speciale onderhoudsolie pakt
agressieve verbrandingsresten aan en beschermt de motor daardoor tegen corrosie.
• Alshetvoertuigwordtgetransporteerdofnietmeergebruikt,verwijdertudebrandstofuitdetank.Gebruikdaarvoor
vb. een overeenkomstige elektrisch tankpomp voor modelvoertuigen.
 Debrandstofisnietenkeleenveiligheidsrisico(brand-enexplosiegevaar),maartrektbijlangerestandtijdvocht
aan, resp. het methanol/nitromethaan verdampt. Dit leidt tot startproblemen of een slechtlopende motor.
c) Wiel vervangen
Om het wiel te vervangen is een passende steeksleu-
tel nodig.
Let bij het vastschroeven van het wiel op dat de moer
langs een zijde geribbeld is.
Deze geribbelde zijde moet in de richting van het
wiel/de velg wijzen en dient voor de bescherming te-
gen het automatisch loskomen van de moer.
Draai de moer echter niet met geweld vast!
Afbeelding 16