User manual
73
10. Ingebruikname
a) Batterijen in de zender plaatsen
Open het batterijvak aan de onderkant van de zender. Schuif het batterijvakdeksel naar voor uit (let op de pijlaandui-
dingophetbatterijvakdeksel).PlaatsdrienieuwebatterijenvanhettypeAA/mignon.Lethierbijopdejuistepolariteit
(plus/+enmin/-),zieopschriftinhetbatterijvakvandezender.Sluithetbatterijvakweer.
Omwille vandelagerespanningvan accu's (voorbeeld:AA/mignonbatterij =nominalespanning1,5 V,
AA/mignonaccu=nominalespanning1,2V)komthetopnieuwtoteenverkortingvandebedrijfsduur,aan-
gezien de zender onmiddellijk een te lage spanning meldt.
Wij raden u daarom aan om de zender uitsluitend met hoogwaardige alkalinebatterijen en niet met accu's te
gebruiken.
b) Carrosserie verwijderen
De carrosserie is met vier clips op het voertuig bevestigd. Trek de clips uit en neem de carrosserie voorzichtig naar
boven af.
c) Zender in bedrijf nemen
• Brengdedrietrimregelaars"SH.TRIM<RR>“ (afbeelding 3, pos.4),"ST.TRIM<FR>" (afbeelding 3,pos.5)en
"TH.TRIM"(afbeelding3,pos.10)indemiddelstepositie.
• Controleerofbeideschuifschakelaars"ST.REV"(afbeelding3,pos.6)en"TH.REV"(afbeelding3,pos.11)zichin
de positie "N" bevinden.
• Laatdegashendel(afbeelding3,pos.2)opdezenderindeneutralestand(hendelnietaanraken/bewegen).Scha-
kel nu de zender in. Daarop beginnen de beide LED's afwisselend te knipperen. Neem het voertuig vervolgens in
gebruik, zie volgende hoofdstuk.
d) Voertuig in gebruik nemen
• Neemeerstdezenderingebruik,ziehoofdstuk10.c).
• Plaatshetvoertuigopeengeschikteondergrond,zodat
de wielen vrij kunnen draaien. Neem de aandrijving van
het voertuig niet vast; houd het voertuig niet aan de wie-
len vast.
• Schakelhetvoertuignuin.Beweegdeschuifschakelaar
(ziecirkelindeafbeeldingrechts)inpositie"ON"(=in-
geschakeld).
• De rode LED op de ontvanger-/regeleenheid van het
voertuig licht op. Vervolgens moeten beide LED's aan
de zender stoppen met knipperen.
Afbeelding 4