User manual

86
8. Accu’s laden
a) De rijaccu voor het voertuig laden
• Methetvoertuigwordtgeenrijaccumeegeleverd,ditmoetafzonderlijkwordenaangekocht.Daarmeehebtuzelfde
keuzeofuvoorhetvoertuigeengoedkopebeginnersaccuofeenhoogwaardigepro-accumeteengrotecapaciteit
wilt gaan gebruiken.
• Deaccupackisbijleveringnormaliterleegenmoetwordenopgeladen.Voordateenrijaccuzijnmaximalecapaciteit
zal leveren, moet deze meerdere keren worden ontladen en opgeladen.
• Alsunog "oude"NiCd-rijaccu'sgebruikt, dienendeze indien mogelijkaltijd volledig"leeg"te wordengereden,
omdat anders het memoryeffect kan optreden als u meermaals "halfvolle" NiCd-rijaccu's oplaadt. Dit betekent dat
de accupack zijn capaciteit verliest. Hij zal niet meer de volledig opgeladen energie leveren waardoor de rijtijd zal
verminderen.
 Bijaccu'smetNiMH-ofLiPo-techniekstelthetopladenvandeelsgeladenaccu'sgeenprobleem.Hetvoorafontla-
den is normaal gezien niet nodig.
• Hoogwaardigerijaccu'shebbennietalleeneengroterecapaciteitzodatulangermethetmodelkuntrijden,maar
hebben onder belasting ook een hogere uitgangsspanning. Op deze manier beschikt de motor over een groter
vermogen, wat zich uit in een betere acceleratie en een hogere snelheid.
• Wijradenuaaneenhoogwaardiglaadapparaataanteschaffen.Dezekandeaccu´sdoorgaansooksnelladen.
WanneeruvoorhetvoertuigeenLiPo-rijaccuwiltgebruiken,moethetlaadapparaatovereenbalancerbeschikken.
• Accu'swordentijdenshetladenofontladenwarm(tijdenshetrijdenvanhetvoertuig).Laaddeaccu’spasop,als
dezeafgekoeldzijntotopkamertemperatuur.Hetzelfdegeldtnahetladen;gebruikdeaccuinhetvoertuigpasals
deze na het laden voldoende is afgekoeld.
• Gebruikalleeneenlaadapparaatdatgeschiktisvoorhetgebruikteaccutype(vb.LiPo).
• Verwijderderijaccuvoorhetopladenuithetvoertuigenontkoppelditvanderijregelaar.
b) Accu´s in de zender opladen
• Mogelijksbeschiktdemeegeleverdezendernietovereenlaadbus;raadpleegdemeegeleverdegebruiksaanwijzing
voor de zender. Neem in dit geval de geplaatste accu's uit de houder en laad deze extern op.
Indien de zender beschikt over een laadbus, dan moet voor het aansluiten van een laadapparaat op de laad-
bus van de zender worden gecontroleerd of er ook accu's zijn geplaatst. Bij het opladen van niet-oplaadbare
batterijen bestaat brand- en explosiegevaar!
• Deaccu’sindezendermogennietmeteensnelladerwordengeladen,omdathierbijdezenderbeschadigdwordt.
Bovendien kunnen de cellen in de zender te sterk opwarmen. Neem voor de maximaal toegelaten laadstroom de
informatie op de zender, resp. in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
• Weadviserenudeaccu’snietdirectindezenderteladen,maarbuitendezender(meteenhoogwaardiglaadap-
paraat voor afzonderlijke cellen). Hier kunnen afhankelijk van de accu's hogere laadstromen worden gebruikt.
• Gebruikalleeneenlaadapparaatdatvoorhetaantalcellenindezenderenhetovereenkomstigeaccutypegeschikt
is.