User manual
114
Het voertuig rijdt nog slechts half zo snel of blijft staan
• Indienalsaccutype viadeovereenkomstige steekbrug (ziehoofdstuk 9. c)deinstelling "Lipo"wordtgekozen,
vermindertderijregelaarbijeenaccuspanningvanminderdan6,5Vhetmotorvermogenmet50%;bijeenaccus-
panning van minder dan 6,0 V schakelt de rijregelaar de motor uit. Op deze manier wordt de LiPo-rijaccu tegen een
schadelijke diepontlading beschermd.
Bijdeinstelling"NiMH"wordthetmotorvermogenbijeenaccuspanningvanminderdan4,5Vverminderd;demotor
wordt bij een accuspanning van minder dan 4,0 V uitgeschakeld.
Stel daarom de steekbrug voor het accutype op de rijregelaar altijd correct in, naargelang of u een LiPo- of een
NiMH-rijaccu aan de rijregelaar aansluit.
• Deboventemperatuurbeschermingvanderijregelaarwerdgeactiveerd.Wachtenkeleminutentotderijregelaar
voldoende is afgekoeld.
Na het inschakelen van de rijregelaar knippert de LED op de rijregelaar, de motor werkt echter niet
• Controleerofdezenderisingeschakeld.
• Zijndebatterijenofaccu'sindezendergeïnstalleerdofzijnzeleeg?
• Laatdegas-/remhendelaandezenderlosensteldetrimmingvanderijfunctieindemiddelstestand.Anderskan
de zelftest van de rijregelaar na het inschakelen niet worden afgesloten en werkt de rijregelaar/motor omwille van
veiligheidsredenen niet.
• Bij2,4GHz-afstandsbedieningenmoetdeontvangeraandezenderwordenaangeleerd.Dezeprocedurewordtvb.
met de Engelse termen "Binding" of "Pairing" beschreven. Het aanleren werd normaal gezien al door de fabrikant
uitgevoerd, maar kan uiteraard ook nogmaals door u worden uitgevoerd. Neem daarom de afzonderlijk meegele-
verde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stelhetrechtuitrijdenopdezenderafmetdebijhorendetrimfunctievoordestuurfunctie.
• Controleerdestuurstang,deservoarmendiensschroefverbinding.
• Heefthetvoertuigeenongevalgehad?Dancontroleertuhetvoertuigopdefecteofgebrokenonderdelenenver-
vangt u deze.
De rijfunctie is tegengesteld tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
• Normaalgezienmoethetvoertuignaarvoorrijdenwanneerdegas-/remhendelopdezendernaardegreeptoe
wordt getrokken.
Als dit niet het geval is, activeert u op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
• Alsdemotorvanderijregelaarlosgekoppeldwordt,verwisseltudebeidemotorkabels.
Controleer dan de rijfunctie. De LED op de rijregelaar dooft uit in de neutrale stand, resp. knippert rood bij vooruit
en achteruit rijden. Bij vooruit rijden en volgas licht de LED permanent rood op.
De besturing is tegengesteld tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeeropdezenderdereverse-instellingvoordestuurfunctie.