User manual

107
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
• Derijaccuiszwakofleeg.
Bij een rijregelaar met BEC gebeurt de stroomverzorging van de ontvanger en ook de stuursevo via de rijaccu.
Omwille daarvan voert een zwakke of lege rijaccu ertoe, dat de ontvanger niet meer goed werkt. Vervang de rijaccu
vooreennieuwevolledigopgeladenrijaccu(voorafenpauzevan5-10minutennemen,opdatdemotorende
rijregelaar voldoende kunnen afkoelen).
• Controleerdebatterijen/accu'sindezender.
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stelhetrechtuitrijdenopdezenderafmetdebijhorendetrimfunctievoordestuurfunctie.
• Controleerdespoor-enrolinstellingvandewielen.
• Controleerdestuurstangofdeservoarmendiensschroefverbinding.
• Heefthetvoertuigeenongevalgehad?Dancontroleertuhetvoertuigopdefecteofgebrokenonderdelenenver-
vangt u deze.
De besturing is tegengesteld tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeeropdezenderdereverse-instellingvoordestuurfunctie.
De rijfunctie is tegengesteld tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
• Normaalgezienmoethetvoertuignaarvoorrijdenwanneerdegas-/remhendelopdezendernaardegreeptoe
wordt getrokken.
Als dit niet het geval is, activeert u op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
• Wisseldemotorkabelsmetelkaarom;ditkeertdedraairichtingvandemotorom.BijeenBrushlesselektrische
motor kunnen twee van de drie motorkabels met elkaar worden verwisseld.
De besturing functioneert niet of niet juist, stuuruitslag op voertuig te gering
• Indiendezendereendualrate-instellingbiedt,controleertudeze(gebruiksaanwijzingvanzenderinachtnemen).
Bij een te geringe dualrate-instelling reageert de stuurservo niet meer.
• Alsdezenderovereen"EPA"-instellingbeschikt("EPA"="EndpointAdjustment"=eindaanslaginstellen),contro-
leert u deze instelling en corrigeert u evenuteel.
• Controleerhetstuurmechanismeoplossedelen;controleerbijv.ofdeservoarmjuistopdeservobevestigdis.
Controleer of misschien een klein steentje de stuurmechaniek in haar werking hindert.