User manual

89
d) Rijden van het voertuig
• Eenverkeerdgebruikvanhetproductkanzwareletselsenbeschadigingentotgevolghebben!Rijddaaromalleen
zolang u direct visueel contact met het modelvoertuig heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
• Rijdalleenalsuwreactievermogennietverminderdis.Vermoeidheidofbeïnvloedingdooralcoholofmedicijnenkan
verkeerdereactiestotgevolghebben(netalsbijeenechtvoertuig).
• Metditmodelvoertuigmagunietopopenbarestraten,pleinenenwegenrijden.Gebruikhetooknietopprivaat
terrein zonder de toestemming van de eigenaar.
• Rijdnietopmensenofdierenaf!
• Vermijd hetrijdenbij zeerlagebuitentemperaturen. Kunststofonderdelenverliezen daarbijaanelasticiteit, wat
reeds bij een licht ongeval tot grote schade kan leiden.
• Rijdnietbijonweer,onderhoogspanningsleidingenofindebuurtvanzendmasten.
• Laatdezendersteedsingeschakeldzolanghetmodelvoertuigingebruikis.
• Voorhetafstellenvanhetvoertuigschakeltualtijdeerstderijregelaarvanhetvoertuigafuitenontkoppeltuvervol-
gens de rijaccu volledig van de rijregelaar.
 Pasnumagdezenderuitgeschakeldworden.
• Bijzwakkebatterijen(ofaccu's)indeafstandsbedieningzaldereikwijdteverminderen.Vervangdebatterijenof
accu's door nieuwe.
Als de rijaccu in het voertuig zwak wordt, zal het voertuig langzamer rijden of niet meer correct op de zender reage-
ren.
Bij rijregelaar met ingebouwde BEC moet de rijaccu in het voertuig niet alleen zorgen voor de stroomvoor-
ziening van de motor via de rijregelaar, maar wekt de rijregelaar ook de voor de werking nodige spanning/
stroom voor de ontvanger en de stuurservo op.
Bij te lage spanning van de rijaccu kan daarom de spanning aan de ontvanger verlagen, wat ervoor zorgt
dat het voertuig niet meer op de stuurbevelen van zender regeert.
 Inditgevalbeëindigtuhetrijdenonmiddellijk(rijregelaaruitschakelen,rijaccuvervanhetvoertuigscheiden,zender
uitschakelen). Vervang daarna de rijaccu van het voertuig of laad de rijaccu opnieuw op.
• Zoweldemotorendeaandrijvingalsderijregelaarenderijaccuvanhetvoertuigwordenwarmtijdenshetgebruik.
Houd voor elke vervanging van de accu een pauze van minstens 5 - 10 minuten.
Laat de rijaccu voor een oplaadsessie volledig afkoelen.
Raak de motor, de rijregelaar en de accu niet aan tot deze afgekoeld zijn. Verbrandingsgevaar!
• LetopdatdeonderspanningsherkenningbijderijregelaarisingeschakeldwanneeruhetvoertuigmeteenLiPo-
rijaccuwordtgebruikt(wijraden3,0V/celofhogeraan).Neemsteedsdegebruiksaanwijzingvanhetdooruge-
bruikte rijregelaar in acht.
 BijuitgeschakeldeonderspanningsherkenningkomthettoteendiepontladingvandeLiPo-accu,watdezevernietigt.