User manual
96
i) De rijaccu in het voertuig plaatsen
Let op!
U mag de rijaccu nog niet met de rijregelaar verbinden. Neem eerst de zender in gebruik.
DitvoertuigofdeaandrijfmechaniekisuitsluitendgeschiktvooreenLiPo-rijaccumet2cellen(nominale
spanningvanderijaccu7,4V)ofeenNiMH-rijaccumet6cellen(nominalespanningvanderijaccu7,2V).
Bij gebruik van rijaccu's met meer cellen wordt de aandrijving van het voertuig overbelast en daardoor
beschadigd, verlies van waarborg/garantie!
Belangrijk!
AlseenLiPo-accualsrijaccuwordtgebruikt,controleertuindebasisinstellingvandedoorugebruikte
rijregelaarofdeonderspanningsbescherminggeactiveerdis(wijadviseren3,0V/cel).Bijuitgeschakelde
onderspanningsherkenningkomthetanderstoteendiepontladingvandeLiPo-accu,watdezevernietigt.
Als een NiMH-rijaccu wordt gebruikt, moet u de onderspanningsherkenning uitschakelen.
Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van het door u gebruikte rijregelaar in acht.
Verwijder de beugel(A) van deaccuhouder door beide
borgclips(B)uittetrekkenendebeugeldannaarboven
uit te trekken.
Plaatderijaccuzodanigdatdeaansluitkabelvandeaccu
naar achter wijst. Anders kan de aansluitkabel de stuur-
mechaniek in haar werking hinderen.
Plaatsde beugel vande accuhouder terugen bevestig
deze met de in het begin verwijderde borgclips.
j) Aansluiten van het rijaccu op de rijdregelaar
Zet de rijregelaar eerst uit.
Neem aansluitend de zender in bedrijf. Zet de trimming voor de rij- en stuurfunctie in de middenpositie. Laat de gas-
hendel van de zender los zodat deze in de middenpositie staat.
Omtevermijdendatdewielenplotsbeginnentedraaienenzodoendeookhetvoertuigbegintterijden(bijv.
als de trimming voor de aandrijving versteld is), moet u het modelvoertuig op een geschikte ondergrond
plaatsen(ofeenstartbox),zodatdewielenbijeenstoringvrijkunnendraaien.
Steek uw hand niet in de aandrijving. Houd de wielen niet vast.
Sluitnupasderijaccuaanopderijregelaar.Letdaarbijopdejuistepolariteit(plus/+=rodekabel,min/-=zwarte
kabel).
B
A
B