User manual

93
8. Ingebruikname
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie, opschriften of kleuren kunnen afwijken van het daadwerkelijke
voertuig/zender.
a) Bedieningselementen van de zender
1 Aan-/uitschakelaar
2 Knop voor foto-/video-opname (smartphone met app
noodzakelijk, zie hoofdstuk 9)
Knop kort indrukken: Foto maken
Knop lang indrukken: Video-opname starten/stoppen
3 Opening voor het insteken van de meegeleverde
smartphonehouder
4 Controle-led
5 Stuurwiel voor de stuurfunctie
6 Hendel voor de motorfunctie
7 Batterijvak (aan de onderkant)
b) Batterijen in de zender plaatsen
Bij gebruik van oplaadbare batterijen in de zender neemt de bedrijfstijd door de lagere spanning aanzienlijk
af (normale nominale spanning = 1,5 V, oplaadbare batterij = 1,2 V). Plaats daarom in de zender uitsluitend
batterijen in en geen accu's.
• Draai de schroef van het batterijvakdeksel aan de onderzijde van de zender eruit (A). Vervolgens schuift u het
batterijvakdeksel naar voren eruit (B).
• Plaats 4 batterijen van het type AA/mignon in het batterijvak (C); let daarbij op de juiste polariteit (plus/+ en min/-,
zie de opschriften op de batterijen en in het batterijvak).
• Sluit het batterijvak weer. Plaats het batterijvakdeksel weer terug en bevestig deze met de aan het begin verwij-
derde schroef.