Gebruiksaanwijzing Afstandsbediening „GT2+1 EVO“ 2,4 GHz Bestelnr.
Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding................................................................................................................................................................3 2. Verklaring van de symbolen..................................................................................................................................3 3. Doelmatig gebruik....................................................................................................................................
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Dit product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op te volgen. Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in over de ingebruikname en het gebruik. Houd hier rekening mee als u dit product doorgeeft aan derden.
3. Doelmatig gebruik De 3-kanaals afstandsbediening "GT2+1 EVO" is uitsluitend ontworpen voor privégebruik door modelbouwers met de daaraan verbonden bedrijfsduur. Voor industriële toepassingen, bijv. voor het besturen van machines of installaties, is dit apparaat niet geschikt. Een ander gebruik dan hier beschreven kan beschadiging van het product en de hiermee verbonden gevaren zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz. tot gevolg hebben.
6. Veiligheidsinstructies In geval van schade, die ontstaat door het niet naleven van de gebruiksaanwijzing, komt de waarborg/garantie te vervallen. We zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade! Wij zijn niet aansprakelijk voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door verkeerd gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies! In dergelijke gevallen komt de waarborg/ garantie te vervallen. Gewone slijtage bij het gebruik en beschadigingen door een ongeval (bijv.
b) Gebruik • Wend u tot een ervaren modelsporter of een modelbouwclub als u nog niet genoeg kennis bezit over het gebruik van op afstand bestuurde modellen. • Schakel bij de ingebruikname steeds eerst de zender aan. Pas daarna mag de stroomvoorziening voor de ontvanger in het model worden ingeschakeld. Dit kan anders tot onvoorziene reacties van het voertuig leiden! • Controleer vóór het gebruik en terwijl het model stilstaat of het zoals verwacht op de commando´s van de afstandsbediening reageert.
. Voorschriften voor batterijen en accu’s • Houd batterijen en accu’s uit de buurt van kinderen. • Laat batterijen en accu’s niet rondslingeren. Er bestaat dan gevaar dat ze door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met een arts! • U mag batterijen/accu’s nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er bestaat explosiegevaar! • Lekkende of beschadigde batterijen/accu’s kunnen bij contact met de huid chemische brandwonden veroorzaken.
9. Bedieningselementen van de zender De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de afstandsbediening GT2 EVO, die tot en met de schakelfunctie identiek is aan de GT2+1 EVO. Dit kan ertoe leiden dat labels of opschriften op uw afstandsbediening afwijken ten opzichte van degene in deze gebruiksaanwijzing. De functie-opmerkingen die in de tekst worden beschreven hebben echter uitsluitend betrekking op de afstandsbediening GT2 + 1 EVO.
Als u het deksel van het bedieningspaneel naar boven uitklapt, hebt u toegang tot de andere bedieningselementen van de zender.
. Zender in gebruik nemen In deze gebruiksaanwijzing hebben de cijfers in de tekst steeds betrekking op de nevenstaande afbeelding of afbeeldingen in de paragraaf. Kruisverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met de desbetreffende afbeeldingnummers aangegeven. a) Batterijen plaatsen Om de zender van voeding te voorzien hebt u 4 alkaline batterijen van de grootte AA/Mignon nodig. Plaats de batterijen als volgt: Het deksel van het batterijvak (1) bevindt zich aan de onderkant van de zender.
b) Zender inschakelen Als er nieuwe batterijen zijn geplaatst, schakelt u de zender in voor testdoeleinden met behulp van de aan-/ uitschakelaar (zie ook afbeelding 2, pos. 10). Schuif daarvoor de bedieningsknop van links (OFF = uit) naar rechts (ON = in). De rode LED voor de operationele controle (zie ook afbeelding 2, pos. 13) licht op en geeft de inschakelstatus van de zender aan. De groene LED voor de weergave van de onderspanning (zie ook afbeelding 2, pos.
11. In gebruik nemen van de ontvanger a) Aansluiting van de ontvanger De ontvanger biedt u de aansluitingsmogelijkheid voor 3 servo's (ontvangeruitgang CH1, CH2, CH3) en een ontvangeraccu (Bind/VCC). De aansluitingen zijn ontworpen voor tegen ompoling beveiligde Futaba-stekkerverbindingen en kunnen indien nodig ook met JR-stekkers worden gebruikt. Let bij het aansluiten van servo's en rijregelaars altijd op de juiste polariteit van de connectoren.
* De servo voor speciale functies aan de ontvangeruitgang 3 wordt bediend met behulp van de bedieningsknop voor kanaal 3 (zie afbeelding 2, pos. 14). In plaats van een servo kan ook een schakelmodule worden aangesloten. ** Een elektronisch model met een elektronische rijregelaar is alleen een aparte ontvangeraccu nodig voor de Bind/ VCC-aansluiting als de gebruikte rijregelaar niet over een BEC-circuit beschikt. Nadere informatie leest u in de technische documentatie van de regelaar.
12. Montage van de servo's De inbouw van een servo (1) is altijd afhankelijk van het op dat moment gebruikte model. Uitvoerige informatie hierover kunt u vinden in de bij het model geleverde documentatie. In principe dient u echter te proberen de servo's tegen trillingen gedempt vast te schroeven. Hiervoor zijn de servo's meestal omsloten met rubberen mondstukken (2) met metalen hulzen (3). Afbeelding 8 Bij stroef aansturen kunnen de servo's niet in de vereiste stand draaien.
13. Instellen van de trimmer De trimmer dient voornamelijk om een lichte scheefstelling van de servohendel als gevolg van de tanden en de bijbehorende ongelijke stuurbewegingen te corrigeren. Bovendien hebt u nog steeds de mogelijkheid om het model tijdens het gebruik gevoelig aan te passen, als hij bijv. niet recht rijdt, hoewel het stuur in de middenstand staat.
b) Instellen van de rij-trimmer Bij gebruik van een verbrandingsmodel met gas-/remservo gebeurt de instelling van de trimmer hetzelfde als bij de stuurservo. Om de trimwaarde aan te passen, worden de twee trimknoppen voor de rij-trimmer (zie afbeelding 10, pos. 11) gebruikt. Bij het gebruik van een elektrisch model met rijregelaar moet de trimmer ook op de gemiddelde waarde worden ingesteld.
14. Controleren van de stuur- en rijfunctie Sluit nu de servo's of rijregelaar gebruikt in uw model en de voeding naar de ontvanger aan. Voor een beter begrip wordt de stuurfunctie gedemonstreerd aan de hand van het voorbeeld van een modelauto. Om te voorkomen dat het model onbedoeld start bij het controleren van de besturings- en rijfuncties, plaatst u het model met het chassis op een geschikte ondergrond (houten blok of iets dergelijks). De wielen moeten vrij kunnen draaien.
Mochten de wielen exact in de tegenovergestelde richting draaien zoals weergegeven in afbeelding 11, kunt u met behulp van de omkeerschakelaar voor de stuurfunctie (15) de werkrichting van het stuurwiel en dus de draairichting van de stuurservo omschakelen. Onder bepaalde omstandigheden kan het vervolgens nodig zijn om de stuur-trimmer opnieuw in te stellen.
b) Controleren en instellen van de rijfunctie Als u de bedieningshendel voor de rijfunctie (zie afbeelding 1, pos. 3) tot aan de aanslag in de richting van de hendel trekt, moet het model accelereren (zie afbeelding 13, tekeningen A). Als de hendel naar voren wordt geduwd, moet het model worden geremd of overgeschakeld naar achteruit rijden (zie afbeelding 13, tekeningen B).
15. Controleren van de schakelfunctie Behalve de rij- en stuurfunctie biedt de afstandsbediening GT2+1 EVO ook de mogelijkheid om een derde servo op de ontvanger aan te sluiten en te besturen. Als de bedieningsknop voor kanaal 3 (zie ook afbeelding 2, pos. 14) op de afstandsbediening wordt ingedrukt, loopt de aandrijvingshendel van de servo die op uitgang 3 van de ontvanger is aangesloten, van de ene eindpositie naar de andere eindpositie (zie onderstaande afbeelding in afbeelding 14).
16. Fail-safe-functie De ontvanger van uw afstandsbediening biedt u de mogelijkheid om de gasservo of elektronische rijregelaar in een specifieke positie of in de stopfunctie te zetten, als bij een storing geen juist signaal van de afstandsbediening meer wordt ontvangen.
17. Omschakelen van de digitale codering Uw afstandsbedieningszender biedt u de mogelijkheid om ontvangers te bedienen met de digitale codering AFHDS en AFHDS2A. De zender is in de fabriek ingesteld op de bijgevoegde AFHDS2A-gecodeerde ontvanger. Mocht u een REELY-ontvanger willen bedienen met de digitale codering AFHDS, moet de zender eerst worden omgeschakeld en moet de ontvanger met de zender worden verbonden (zie volgend hoofdstuk).
18. Binding-functie Opdat de zender en de ontvanger met elkaar zouden werken, moeten ze door dezelfde digitale codering aan elkaar worden verbonden. Bij levering zijn de zender en ontvanger op elkaar afgestemd en kunnen ze onmiddellijk worden gebruikt. Het vernieuwen van de bindingsinstelling is vooral nodig nadat een zender of ontvanger is verwisseld of om storingen te verhelpen.
19. Simulator-functie Indien nodig kunt u de zender ook op de pc gebruiken voor simulatiedoeleinden of games. In dit geval hebt u een USB-interfacekabel en geschikte software voor de computer nodig (bijv. autosportgames, enz.). De aansluiting van de USB-interfacekabel gebeurt aan de linkerzijde van de zender aan de pc-interfaceaansluiting (zie afbeelding 1, pos. 5). Bij juiste aansluiting en installatie wordt de ingeschakelde zender door het besturingssysteem (bijv.
22. Verhelpen van storingen Deze afstandsbediening werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of storingen optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen. Probleem Oplossing De zender reageert niet. • Controleer de batterijen van de zender. • Controleer de polariteit van de batterijen. • Controleer de functieschakelaar. De servo's reageren niet. • Controleer de batterijen of accu´s van de ontvanger.
23. Verwijdering a) Product Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil. Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren. Verwijder batterijen/accu's die mogelijk in het apparaat zitten en gooi ze afzonderlijk van het product weg.
24. Technische gegevens a) Zender Frequentiebereik �����������������������������������������������2,405 - 2,475 GHz Zendvermogen �������������������������������������������������< 20 dBm Zendbereik ��������������������������������������������������������ong.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2019 by Conrad Electronic SE.