User manual

98
g) Rijregelaar inschakelen
• Laatdegas-/remhendelopdezenderindeneutralestand(beweeg/raakdehendelnietaan).
• Zetderijregelaaraan.
• Wachtdaneenpaarsecondentotdemotoreengeluidssignaalweergeeft.
Het piepsignaal wordt door een kort aanjagen van de motor veroorzaakt. De betekenis van de geluidssigna-
len vindt u in hoofdstuk 10.
• Controleernudeaandrijf-enstuurfunctiesvanhetvoertuig.
h) Carosserie en staartspoiler plaatsen en bevestigen
Geleidhetantennebuisjevanafdeonderzijdevandecarrosseriedoordeovereenkomstigeopening.Plaatsnude
carrosserie in de juiste oriëntering op de houders en beveilig deze met de in het begin verwijderde 2 clips.
Verwijder beide clips voor de staartspoiler aan de bijhorende houder aan het voertuig. Steek de staartspoiler op de
houder en maak met beide clips vast.
Het voertuig is nu bedrijfsklaar.
i) Voertuig besturen
Bedien de gas-/remhendel op de zender voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel tot u
vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening. Maak geen plotselinge of snelle bewegingen met
de bedieningselementen van de zender.
Richt de antenne van de zender nooit rechtstreeks op het voertuig aangezien dit de reikwijdte sterk vermindert. De
grootste reikwijdte bereikt u als de antenne van de zender en het voertuig telkens recht staat en parallel tegenover
elkaar ligt.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trim voor de besturing overeenkomstig
instellen op de zender.
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden, dient de gas-/remhendel op de zender zich kort (ca. 1 seconden) in
de neutraalstand te bevinden. (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gas-/remhendel op de zender
direct zonder pauze van vooruit- naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig rijdt
NIET achteruit).
Als de rijaccu leeg is, wacht u tenminste 5 - 10 minuten voor de volgende rit tot de motor en de rijregelaar voldoende
zijn afgekoeld. Start pas daarna een nieuwe rit met een volledig opgeladen rijaccu.