User manual

99
De afbeeldingen hieronder dienen enkel als illustratie van de functies. Deze moeten niet met het design van de
meegeleverde zender overeenkomen.
1. Gas-/remhendel loslaten (neutrale stand), voertuig rolt uit, resp. beweegt zich niet (evt. trimming voor de rijfunctie
op de zender corrigeren)
2. Vooruit rijden, gas-/remhendel langzaam in de richting van de greep trekken
3. Vooruitrijdenendanremmen(hetvoertuigvertraagt;looptnietlangzaamuit),degas-/remhendelzonderpauze
van de greep wegschuiven
4. Vooruit rijden en dan achteruit rijden (tussen de wissel kort wachten en de hendel in de neutrale stand laten
staan!)
Kort wachten
Umoethetrijdenonmiddellijkstopzettenalsuongewonereactiesvanhetvoertuigopdecommando´svandeaf-
standsbediening registreert of als het voertuig niet meer reageert. Dit kan door een zwakke rijaccu, zwakke batterijen
of accu´s in de afstandsbediening of een te grote afstand tussen het voertuig en de zender veroorzaakt worden.
Ook een samengerolde/beschadigde ontvangerantenne, storingen op het gebruikte zendkanaal (bv. draadloze over-
dracht door andere apparaten, Bluetooth, WLAN) of slechte zend-/ontvangstomstandigheden kunnen een reden zijn
voor ongewone reacties van het voertuig.
Aangezien de stroomvoorziening van de ontvanger via de rijregelaar en de aangesloten rijaccu gebeurt, leidt een
zwakke of lege rijaccu tot ongewilde bewegingen van het voertuig (vb. trekken van de stuurservo, enz.).
Bijvoorbeeld verkleint de spanning aan de rijaccu bij volgas kortstondig zover dat de ontvanger niet meer de gewenste
bedrijfsspanning ontvangt. Het voertuig versnelt hier wel, maar het stuurservo reageert niet juist. Beëindig dan on-
middellijk het gebruik van het voertuig en gebruik (na een pauze om de rijregelaar/motor af te koelen) een nieuwe,
volledig opgeladen rijaccu.