User manual

109
12. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen. Neem bovendien de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Het model reageert niet of niet correct
• Bij2,4GHz-afstandsbedieningenmoetdeontvangeraandezenderwordenaangeleerd.Dezeprocedurewordtvb.
metdeEngelsetermen"Binding"of"Pairing"beschreven.
Het aanleren werd normaal gezien al door de fabrikant uitgevoerd, maar kan uiteraard ook door u worden uitge-
voerd. Neem daarom de afzonderlijk meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
• Isderijaccuvanhetvoertuigofzijndebatterijen/accu'sindezenderleeg?Vervangderijaccuofbatterijen/accu´s
door nieuwe.
• Hebtueerstdezenderenaansluitendderijregelaaringeschakeld?Bijomgekeerdevolgordefunctioneertderijre-
gelaar om veiligheidsredenen niet.
• Isderijaccucorrectopderijregelaaraangesloten?Controleerofdesteekverbindingenevt.vervuildofgeoxideerd
is.
• Isderijaccuvolledigopgeladen?Hetvoertuigheeftofweleen6-celligeNiMH-rijaccu(nominalespanning7,2V)of
een2-celligeLiPo-rijaccu(nominalespanning7,4V)nodig.
• Deboventemperatuurbeschermingvanderijregelaarwerdgeactiveerd.Wachtenkeleminutentotderijregelaar
afgekoeld is.
• Ishetvoertuigteverweg?Bijeenvollerijaccuenvollebatterijen/accu'sindezendermoeteenreikwijdtevan50
m en meer mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden, vb. storingen op de zend-
frequentie of de nabijheid tot andere zenders (niet enkel afstandsbedieningszenders, maar ook WLAN-/Bluetooth-
apparaten die eveneens een zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken) tot metalen onderdelen, gebouwen, etc.
De positie van de zender- en ontvangerantenne t.o.v. elkaar heeft een sterke invloed op het bereik. Optimaal is om
zowel zender- als ontvangerantenne verticaal op te stellen. Wanneer u daarentegen de zenderantenne naar het
voertuig richt, ontstaat er slechts een zeer kort bereik!
• Testdejuistepositievandestekkervanderijregelaarenvandestuurservoindeontvanger.Zijndestekker180°
omgekeerd ingestoken, dan functioneren de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en de stuurservo met elkaar werden gewisseld, dan stuurt de
gas-/remhendel op de zender de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas-/remhendel losgelaten wordt
• Corrigeeropdezenderdetrimmingvoorderijfunctie(neutralestandinstellen).
Het voertuig blijft na enkele minuten rijtijd staan.
• Derijregelaarbeschiktovereenoverspanningsherkenning.Bijeenspanningonderca.6,2Vschakelthijdemotor
uit om de aangesloten rijaccu tegen diepontlading te beschermen.