Operation Manual

39
4 STORINGEN
4.1 Algemeen
De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde bestu-
ringsautomaat. Het hart van de besturing is een microproces-
sor, de Comfort Master
®
, die de ketel zowel beveiligt als
bestuurt. Als er ergens in de ketel een storing wordt gesigna-
leerd, vergrendelt de ketel en zal het display de storingscode
(é[ en een cijfer) weergeven.
4.2 Storingscodes
De Remeha Avanta geeft de storingscodes als volgt weer:
é[-[2 (het display toont om en om een é[ en een cijfer
b.v. [2 of 12)
De betekenis van de foutcodes is te vinden in de storingstabel,
zie tabel 12.
Handelen bij storingen als volgt:
Noteer de storingscode.
o
De storingscode is belangrijk voor het correct en snel
opsporen van de aard van de storing en bij eventuele
ondersteuning door Remeha (afdeling Service en Diensten).
Zoek de oorzaak op in onderstaande storingstabel en los
de storing op, druk daarna op de ‘reset’-toets.
Storings-
code
Omschrijving Mogelijke oorzaak Controle / oplossing
é[0
Aanvoer- of retoursen-
sor fout.
Kortsluiting van de aan-
voer- of retourtemperatuur-
sensor.
Controleer bedrading en aansluiting van de senso-
ren; visueel; zitten de stekkers goed?
met multimeter; weerstand meting van de bedrading
en aansluiting uitvoeren.
Defecte of niet (goed)
aangesloten aanvoer- of
retourtemperatuursensor.
Controleer werking sensoren; sensoren eruit halen *
met multimeter de weerstand meten bij kamertempe-
ratuur (20 - 25°C); sensor is goed als de weerstand
ligt tussen 12 - 15 kΩ.
é[1
Aanvoertempera-
tuur is hoger dan de
ingestelde maximum
temperatuur.
Te weinig water.
Controleer de minimale waterdruk; lees de manome-
ter af.
Geen doorstroming
Controleer de werking van de pomp; met een schroe-
vendraaier as gangbaar maken; gaat dat goed maar
pomp reageert nog niet controleer dan de bedrading
van de pomp; is die goed dan is pomp defect.
Te veel lucht in de instal-
latie.
Ontlucht de installatie en ketel (draai het dopje van
de automatische ontluchter op de pomp los)
Afwijking van de aanvoer-
of retourtemperatuursen-
sor.
Controleer werking sensoren; sensoren eruit halen
met multimeter de weerstand meten bij kamertempe-
ratuur (20 - 25°C); sensor is goed als de weerstand
ligt tussen 12 - 15 kΩ.