Operation Manual

6 Uitschakeling van de ketel
6.1 Uitschakeling van de installatie
Indien de CV-installatie lange tijd niet gebruikt wordt, wordt het
aanbevolen de ketel spanningsloos te maken.
4 De aan/uit-schakelaar op de uitstand zetten.
4 Haal de stekker van de ketel uit het stopcontact.
4 Sluit de gasaanvoer af.
4 Houd de ruimte vorstvrij.
6.2 Vorstbeveiliging
OPGELET
Tap de ketel en de CV-installatie af, als u voor langere tijd
geen gebruik maakt van de woning en er kans is op vorst.
4 Zet de kamerthermostaat laag, bijvoorbeeld op 10°C.
4 Zet de ketel in de ECO-stand met behulp van parameter p4, de
warmhoudstand is hierdoor uitgeschakeld.
¼Zie hoofdstuk: "Instellingen wijzigen", pagina 58.
De ketel zal dan uitsluitend ingeschakeld worden om zich tegen vorst
te beschermen. Om bevriezing van radiatoren en installatie in
vorstgevaarlijke ruimten (b.v. garage of bijkeuken) te voorkomen, kan
er op de ketel een vorstthermostaat of buitensensor worden
aangesloten.
¼Zie paragraaf: "Aansluiten vorstbeveiliging", pagina 36.
OPGELET
4 De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel buiten
bedrijf is.
4 De ketelbeveiliging is slechts een beveiliging voor de
ketel en niet voor de installatie.
Als het CV-water in de ketel te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt:
4 Bij een watertemperatuur lager dan 7°C schakelt de ketelpomp in.
4 Bij een watertemperatuur lager dan 4°C schakelt de ketel in.
4 Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de ketel uit en
de circulatiepomp draait na.
6. Uitschakeling van de ketel
Calenta 15s - 25s - 28c - 35s - 40c
66
081013 - 117061-04