Installation Instructions

5.7.2. IJken van de sensoren
1. Ga naar het niveau gebruiker: Druk op de toets
>
.
2. Selecteer het menu #INSTELLINGEN.
4 Draai de draaiknop om de menu’s te scrollen of een
waarde te wijzigen.
4 Druk op de draaiknop voor toegang tot het
geselecteerde menu of om een gewijzigde waarde te
valideren.
¼
Zie voor een uitgebreigde toelichting op het
navigeren in de menu’s het hoofdstuk: "Navigeren in de
menu’s", pagina 92
3. Stel de volgende parameters in:
Niveau gebruiker - Menu #INSTELLINGEN
Parameter Instelbereik Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling
klant
ZOM/WIN 15 tot 30 ºC Voor het instellen van de buitentemperatuur
waarboven de verwarming wordt
uitgeschakeld.
4 De verwarmingspompen worden
uitgeschakeld.
4 De brander start slechts voor de
behoeften aan sanitair warmwater.
4 Het symbool p verschijnt.
22 ºC
NEE
De verwarming wordt nooit automatisch
uitgeschakeld
KAL.BUIT.TEMP
Kalibratie buitensensor: Voor het corrigeren
van de buitentemperatuur
Buitentemperatuur
KALIBR.RUIM A
(1)(2)
Ijking van de kamertemperatuursensor van
kring A
Voer deze instelling 2 uur na het onder
spanning brengen uit, wanneer de
kamertemperatuur gestabiliseerd is
Kamertemperatuur van
de kring A
RUI.VERSCH.A
(1)(3)
-5.0 tot +5.0 ºC Afwijking kamertemperatuur kring A: Laat
toe een stooklijn te regelen
Voer deze instelling 2 uur na het onder
spanning brengen uit, wanneer de
kamertemperatuur gestabiliseerd is
0.0
VORSTB.RUIM.A 0.5 tot 20 ºC Kamertemperatuur voor inschakeling
vorstbeveiliging kring A
6 ºC
KALIBR.RUIM B
(2)(1)
(4)
Ijking van de kamertemperatuursensor van
kring B
Voer deze instelling 2 uur na het onder
spanning brengen uit, wanneer de
kamertemperatuur gestabiliseerd is
Kamertemperatuur van
de kring B
RUI.VERSCH. B
(3)(4)
(1)
-5.0 tot +5.0 ºC Afwijking kamertemperatuur kring B: Laat
toe een stooklijn te regelen
Voer deze instelling 2 uur na het onder
spanning brengen uit, wanneer de
kamertemperatuur gestabiliseerd is
0.0
(1) De parameter wordt alleen weergegeven indien INSTALLATIE is afgesteld op UITGEBREID
(2) De parameter wordt alleen weergegeven indien er een ruimtesensor is aangesloten op de betrokken kring
(3) De parameter wordt niet weergegeven indien geen enkele omgevingsvoeler is aangesloten op de bewuste kring of indien de voeler geen
invloed heeft
(4) De parameter wordt alleen weergegeven indien de betrokken kring daadwerkelijk is aangesloten
bar
1
1
2
2
r
c
STD
(
'
t
v
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 22 2420
p
b
AUTO
x
c
r
j
M
g
m
ZONDAG 11:45
C002219-D-06
5. Inbedrijfstelling CALORA TOWER OIL 18 CALORA TOWER OIL 24 CALORA
TOWER OIL 30
108
22/02/2013 - 7604124-001–01