SENTRY GASBOILERS MODELLEN: CWH 30/200 CWH 60/200 CWH 90/200 CWH 120/200 CWH 30/300 CWH 60/300 CWH 90/300 CWH 120/300 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 360.01.
BESCHRIJVING ________________________________________________________ 2 1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.
1. BESCHRIJVING De Sentry CWH serie is een direct gestookte condenserende gasboiler. De boiler heeft een roestvast stalen tank welke wordt opgewarmd door één of meerdere buiten de tank geplaatste brandermodules. Een brandermodule bestaat uit een roestvast stalen warmtewisselaar waarbinnen de brander is geplaatst. De boiler werkt volgens het oplaadprincipe; het water onder in de tank wordt direct door de warmtewisselaar geleid en opgewarmd boven in de tank teruggevoerd.
3
4
2. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN 2.1 Algemeen Lees eerst deze installatievoorschriften alvorens met de installatie wordt begonnen.
2.4 Circulatieleiding Ten behoeve van een circulatieleiding is er een extra aansluiting aanwezig (zie figuur 1), let er op dat er in de circulatieleiding een keerklep wordt gemonteerd. In tabel 1 is het maximum circulatiedebiet vermeld. tabel 1: maximum circulatiedebiet model CWH30/… debiet (m3/h) 0,9 2.5 CWH60/… 1,8 CWH90/… 2,7 CWH120/… 3,6 Drukbeveiliging van het water In de koudwatertoevoerleiding naar de boiler moet een inlaatcombinatie worden gemonteerd.
klemmen EN1 - EN2 pomp L - pomp N aansluiting externe aansturing, zie § 2.8.3 circulatiepomp, zie § 2.8.1 figuur 2: klemmenstrook 2.8.1 Circulatiepomp Op de klemmen pomp L - pomp N kan een circulatiepomp (max. 0,7 A) worden aangesloten. De circulatiepomp kan dan worden aangestuurd door een thermostaat aangesloten op klemmen TH1TH2. Sluiten de contacten van de thermostaat dan wordt de circulatiepomp geactiveerd.
2.9 Rookgasafvoer en luchttoevoer Het toestel kan zowel open als gesloten worden opgesteld. Het toestel dient te worden aangesloten op een Sentry dak- of muurdoorvoerset. Het toestel moet worden aangesloten op dikwandig aluminium of roestvaststaal rookgasafvoermateriaal. Wordt roestvaststaal gebruikt, dan moet een condensopvang zo dicht mogelijk bij de toestelaansluiting worden gemonteerd.
tabel 4: rga/ltv aansluitstuk model diameter (mm) CWH30/…, CWH60/... 100 / 100 tabel 5: weerstand bocht lengte (m) bocht 90° 4 ∅ 100 mm 2.9.3 Gesloten opstelling met concentrisch systeem van rookgasafvoer en luchttoevoer Tabel 6 toont de rookgasdiameters en maximale lengte van het concentrisch rookgasafvoer/luchtoevoerkanaal. Voor extra bochten dient de lengte volgens tabel 7 op de maximale lengte in mindering te worden gebracht.
3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN 3.1 Bedieningspaneel Op het bedieningspaneel (figuur 6) kan de bedrijfstoestand van de boiler worden uitgelezen en kan de gewenste temperatuur worden ingesteld. figuur 6: bedieningspaneel Afhankelijk van het model is de boiler uitgerust met 1, 2 ,3 of 4 brandermodules (zie hoofdstuk 7, technische gegevens) elke brandermodule heeft een eigen branderautomaat.
3.2 Temperatuurinstelling Druk op de + of de - toets, in het display verschijnt de gewenste boilertemperatuur, met de + en toetsen kan deze nu worden ingesteld tussen 40 en 70°C. Na verloop van tijd springt het display weer terug naar de actuele boilertemperatuur. Hoe lager de boilertemperatuur des te minder is er kans op kalkafzetting (minder onderhoud), daarnaast is het risico van verbranding bij tappen gering (denk aan kinderen, minder-validen en bejaarden).
4. VOORSCHRIFTEN VOOR IN BEDRIJF STELLEN 4.1 - 4.2 1. - Het vullen van de boiler Controleer of de aftapkraan van de boiler gesloten is. Controleer of de serviceafsluiter achter het luikje bij de aftapkraan geopend is. Open de hoofdkraan van het water en daarna alle warmwatertappunten, zodat de in de installatie en boiler aanwezige lucht kan ontsnappen. Vul de boiler door de koudwater-toevoerkraan open te draaien. De boiler is gevuld zodra er water uit alle warmwatertappunten stroomt.
3. Houd de reset-toets langer als 5 seconden ingedrukt, in het display verschijnt L. Druk nogmaals op de reset-toets, in het display verschijnt C00. Druk op de + toets om de gewenste brandermodule te selecteren welke op vollast dient te draaien: brandermodule 1 brandermodule 2 brandermodule 3 brandermodule 4 alle brandermodules gelijktijdig brandermodule 2 niet aanwezig Druk op de reset-toets om de gewenste brandermodule vast te leggen. Met de + en de - toets kan nu de brandermodule op resp.
P01 P11 pomptest geselecteerd voor pomp 1 pomp 1 in werking P0A P1A P2A pomptest geselecteerd voor alle pompen 1 pomp in werking 2 pompen in werking De boiler wordt weer in normale bedrijfstoestand gebracht door herhaaldelijk op de - toets te drukken totdat P00 in het display verschijnt. Druk op de reset-toets en het display springt terug naar normaal bedrijf. 4.5 Buiten bedrijf stellen Schakel de elektrische voeding uit. Draai vervolgens de gaskraan in de toevoerleiding dicht.
5. STORINGSCODES In geval zich er een storing voordoet verschijnt er in het display van het bedieningspaneel een storingscode. In het linker segment verschijnt afwisselend een letter gevolgd door het nummer van de brandermodule. De letter is een A voor een vergrendelende storing, of een E voor een blokkerende storing. De 2 rechter segmenten tonen een storingscode, tabel 9 geeft de betekenis van de diverse codes.
tabel 9: storingscodes (vervolg) code omschrijving oorzaak, handelingen A15 Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. A16 Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. A17 Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. A19 Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. A20 Vlam te laat uit na sluiten gasklep. Gasklep sluit niet. A21 Vlamsignaal voordat gasklep geopend is. Controleer ionisatie-elektrode.
6. ONDERHOUD Minimaal één maal per jaar moeten de volgende werkzaamheden worden verricht: 1. Controleer het CO2 percentage en stel dit eventueel af, zie § 4.3. 2. Controleer de belasting op vollast door het gasverbruik te meten. Indien dit meer dan 15% afwijkt van de nominale waarde (zie hoofdstuk 7, technische gegevens) dan duidt dit op vervuiling of verstopping van het rookgasafvoerkanaal, het luchttoevoerkanaal of de condensafvoer. 3. Schakel de elektrische voeding uit.
figuur 10: aftapkraan en serviceafsluiter figuur 11: pompkoppeling 5. Plaats een kap op de persaansluiting van de pomp (figuur 12). 6. Sluit een slang aan op de leiding van de warmtewisselaar (figuur 12). figuur 12: spoelen warmtewisselaar 7. Open de inlaatcombinatie en spoel de warmtewisselaar totdat er geen kalkdeeltjes meer mee komen. Mocht het spoelen niet afdoende zijn, dan is zuren van de wisselaar noodzakelijk.
7. TECHNISCHE GEGEVENS model CWH 30/200 60/200 90/200 120/200 1 2 3 4 Algemeen aantal brandermodules tankinhoud ltr 200 200 200 200 gewicht (leeg) kg 155 170 185 200 nom. belasting Hs (bovenw.) kW 6,7 - 31,1 13,4- 62,2 nom. belasting Hi (onderw.) kW 6,0 - 28,0 12,0 - 56,0 18,0 - 84,0 24,0 - 112,0 nom. vermogen kW 6,5 - 30,5 13,0 - 61,0 19,5 - 91,6 26,0 - 122,1 opwarmtijd ∆T = 50 K min.
model CWH 30/300 60/300 90/300 120/300 1 2 3 4 Algemeen aantal brandermodules tankinhoud ltr 300 300 300 300 gewicht (leeg) kg 165 180 195 210 nom. belasting Hs (bovenw.) kW 6,7 - 31,1 13,4- 62,2 nom. belasting Hi (onderw.) kW 6,0 - 28,0 12,0 - 56,0 18,0 - 84,0 24,0 - 112,0 nom. vermogen kW 6,5 - 30,5 13,0 - 61,0 19,5 - 91,6 26,0 - 122,1 opwarmtijd ∆T = 50 K min.
8.
300 liter tank 22
9.
10.